Procesafspraken in strafzaken mogen van de Hoge Raad

De Hoge Raad vindt dat procesafspraken tussen het Openbaar Ministerie en de verdediging toelaatbaar zijn als de wettelijke regeling en de eisen van een eerlijk proces in acht worden genomen.

Delen:

Depositphotos_12296407_S-handen schudden-45d641d9
foto: Depositphotos

Dat blijkt uit de uitspraak van de Hoge Raad naar aanleiding van een vordering cassatie in het belang der wet. Volgens de hoogste rechter doen procesafspraken in strafzaken geen afbreuk aan de eigen verantwoordelijkheid van de strafrechter voor de uitkomst van de zaak. De rechter kan tot een uitspraak komen die aansluit bij procesafspraken, maar hij hoeft het voorstel van het OM en de verdediging niet te volgen als hij vindt dat dat leidt tot een uitkomst die niet in redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak.

Wederkerig

Procesafspraken zijn afspraken tussen het OM en de verdediging over het verloop van de strafprocedure en/of de wijze waarop de strafzaak wordt afgedaan. Het gaat om wederkerige afspraken. Zo’n afspraak kan bijvoorbeeld inhouden dat de verdediging afziet van bepaalde processuele activiteiten (zoals het doen van een getuigenverzoek) en het OM de omvang van de beschuldiging tegen de verdachte afbakent.

Geen specifieke wettelijke regeling

Er is geen specifieke wettelijke regeling over het maken van procesafspraken (en minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid zei dit voorjaar in antwoord op Kamervragen nog dat geen nadere wettelijke grondslag nodig is). Door het ontbreken van een wettelijke regeling was onduidelijk of dergelijke afspraken toelaatbaar zijn, en zo ja, welke voorwaarden dan gelden. Om hierover duidelijkheid te krijgen stelde procureur-generaal bij de Hoge Raad Bleichrodt een vordering cassatie in het belang der wet in.

Gezamenlijk afdoeningsvoorstel

Hoewel een wettelijke regeling ontbreekt, verzet het strafvorderlijk stelsel zich volgens de Hoge Raad niet tegen procesafspraken. In de uitspraak noemt de Hoge Raad een aantal eisen waaraan moet worden voldaan als de rechter in zijn uitspraak wil aansluiten bij de procesafspraken. Daarbij moet het gaan om afspraken die door het OM en de verdediging in een gezamenlijk ‘afdoeningsvoorstel’ over de bewezenverklaring en/of de strafoplegging aan de strafrechter wordt voorgelegd.

Eerlijk proces

Om een uitspraak te doen in lijn met de procesafspraken, moet volgens de Hoge Raad onder meer aan de volgende eisen zijn voldaan: de verdachte moet rechtsbijstand hebben, de officier van justitie moet bij het maken van procesafspraken rekening houden met de belangen van het slachtoffer en het afdoeningsvoorstel moet op de openbare zitting worden voorgelezen of samengevat. Als de verdachte als onderdeel van een afdoeningsvoorstel afziet van bepaalde verdedigingsrechten, moet zijn gewaarborgd dat is voldaan aan de eisen van een eerlijk proces. Zo moet de rechter onder meer onderzoeken of de verdachte vrijwillig, op basis van voldoende en duidelijke informatie en zich bewust van de rechtsgevolgen, heeft meegewerkt aan het afdoeningsvoorstel en het afstand doen van verdedigingsrechten.

Positie rechter

De Hoge Raad oordeelt dat de totstandkoming van procesafspraken geen afbreuk doet aan de zelfstandige positie van de rechter. Die blijft ervoor verantwoordelijk dat de behandeling en de beoordeling van de strafzaak plaatsvinden in overeenstemming met de daarvoor geldende wettelijke regeling en de eisen van een eerlijk proces.
Vindt de rechter dat de afdoening van de zaak in lijn met het afdoeningsvoorstel zou leiden tot een uitkomst die niet in een redelijke verhouding staat tot de ernst van de zaak, dan hoeft hij het voorstel niet te volgen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven