Recente arresten

Delen:

We staan vlak voor de inwerkingtreding op 1 januari 2018 van de Wet van 24 april 2017 (Stb. 177) tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet teneinde de omvang van de wettelijke gemeenschap van goederen te beperken, of kortweg: de Wet invoering beperkte gemeenschap van goederen. Voortaan vallen voorhuwelijks privévermogen, erfenissen en giften niet meer automatisch in de gemeenschap van goederen als men zonder huwelijkse voorwaarden trouwt. De praktijk zal zich moeten aanpassen.

Belangrijk is dat men zich nog meer dan nu al het geval is, zal moeten realiseren dat bij de afwikkeling van een door echtscheiding of overlijden ontbonden huwelijksgemeenschap, ook privévermogen aanwezig kan zijn. Daarbij kunnen vragen van zaaksvervanging rijzen. Laat de Hoge Raad nu net weer een tweede belangrijke uitspraak hebben gewezen over juist dit onderwerp. Nadat de Hoge Raad in HR 1 mei 2015, NJ 2015/378 zich heeft uitgelaten over de in de praktijk veelgebruikte constructie van verkoop tegen kwijtschelding van de koopprijs met uitsluitingsclausule, zag de Hoge Raad kans om op 8 september 2017, (ECLI:NL:HR:2017:2274), te oordelen over een variant op deze casus: de verdeling tegen kwijtschelding van de overbedelingsschuld. In beide gevallen kijkt de Hoge Raad door de constructie heen als het gaat om een samenstel van rechtshandelingen die meebrengt dat de verkrijging via de kwijtschelding met uitsluitingsclausule de facto ten laste van het privévermogen komt, en past art. 1:95 BW toe, ook op verkrijgingen die vóór 1 januari 2012 hebben plaatsgevonden (maar na 1 januari 1992). In dit recente arrest is ook uitgemaakt dat het zaaksvervangingscriterium van art. 1:95 BW eveneens toegepast kan worden als de verkrijging deels met privévermogen vóór het huwelijk plaatsvond.

In deze Snelrechtbijdrage ook aandacht voor misbruik-van-ouderen-situaties.  Dat de bewijslast van een schenking op grond van art. 7:176 BW wordt omgekeerd in geval van misbruik van omstandigheden werd nog eens bevestigd door HR 24 juni 2016 , NJ 2016/401. Als de schenkingstitel niet kan worden bewezen, kan het overboeken van gelden als gevolmachtigde van de rekeninghouder lelijk opbreken bij de afwikkeling van de nalatenschap: het ten onrechte stellen van een schenking kan dan resulteren in het opzettelijk de tot de nalatenschap behorende restitutievordering verzwijgen, zoek maken of verborgen houden als bedoeld in art. 3:194 lid 2 BW en dan verliest men zelfs zijn aandeel als erfgenaam in die restitutievordering, aldus HR 31 maart 2017, NJ 2017/254. Ik vermoed dat de Hoge Raad in de toekomst vaker over dergelijke benadelende handelingen zal oordelen. De eerste uitspraak inzake de nietigverklaring van een huwelijk op verzoek van een kind van een van de twee echtgenoten is Gerechtshof Den Bosch 5 oktober 2017 (ECLI:NL:GHSHE:2017:4219). Deze mogelijkheid is nieuw, ingevoerd op 28 januari 2013 bij de Wet Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, mede in verband met de evaluatie van de Wet openstelling huwelijk.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven