Rechtbank Den Haag: in de schijnwerpers door spraakmakende overheidszaken

Spraakmakende zaken over Urgenda, het opheffen van de avondklok of de executies in Zuid-Sulawesi: ze worden allemaal behandeld door de rechtbank Den Haag. Die staat daarom, meer dan andere rechtbanken, volop in de schijnwerpers van de publiciteit. Mr. vroeg aan rechtbankpresident Maarten van de Laarschot en teamvoorzitter handel Debby Nobel wat dat betekent voor de rechtbank: “Ik heb nooit een telefoontje uit het Torentje gehad.”

Delen:

Dubbelportret Maarten van de Laarschot & Debby Nobel (Middel)-e7cdc49c
Maarten van de Laarschot en Debby Nobel (Foto: Janne Tuijnman)

Toen Maarten van de Laarschot in 2013 president werd van de rechtbank Den Haag, vroeg hij zich af of hij voorafgaand aan grote overheidszaken misschien een telefoontje (“bij wijze van spreken uit het Torentje”) zou krijgen. Bijvoorbeeld met de vraag aan welke rechters een spraakmakende zaak is toegewezen.

“Ik wist natuurlijk dat de rechtbank Den Haag spannende zaken doet, met de Staat als gedaagde en met grote maatschappelijke gevolgen. Als er grote belangen op het spel staan, kun je je voorstellen dat de uitvoerende macht in de verleiding komt om invloed uit te oefenen op wie zo’n zaak gaat behandelen. Dat je een hint krijgt als: we hopen dat deze zaak niet door dezelfde rechters wordt gedaan als die de Staat de vorige keer in het ongelijk stelden.”

Dat is nooit gebeurd. “Ik kan je met de hand op het hart vertellen dat ik nooit zo’n telefoontje heb gehad. Ik heb aan mijn voorgangers Frits Bakker en Hans Hofhuis gevraagd of het hun ooit is overkomen. Het antwoord was nee. Ik vind dat een groot compliment voor de andere staatsmachten. Ik heb best wel eens wat te mopperen op ze, zeker als het gaat om de financiering, maar ik heb niks te mopperen over dit onderwerp.”

Code Zaakstoedeling

Als bestuurder mag Van de Laarschot zich helemaal niet bemoeien met de beoordeling van een individuele zaak. “Dat staat expliciet in de wet, en de Hoge Raad heeft dat herhaaldelijk bevestigd.”

De gerechten doen de toedeling van zaken zelf, op basis van de landelijke Code Zaakstoedeling. Alle gerechten hebben de code als uitgangspunt genomen voor hun bestuursreglementen. Van de Laarschot: “Het belangrijkste van die code is dat de rechtbank transparant en zonder enige invloed van buitenaf zaken dient toe te delen. Niemand mag zich bemoeien met welke rechters wij aanwijzen voor de behandeling van een zaak en welke kamers wij inrichten, en wie daar in zitten.”

Zaken tegen de Staat, zoals over Syri, fipronil, de vliegramp in Faro of de uitstoot van stikstof door de veehouderij worden altijd door de rechtbank Den Haag behandeld, omdat de vestigingsplaats van de gedaagde partij bepalend is voor de relatieve rechtsmacht. De Staat was in 2020 als procespartij betrokken bij zo’n tien procent van civiele bodemzaken die dat jaar bij de rechtbank Den Haag aanhangig zijn gemaakt. Bij de kort gedingen ligt dat percentage op ongeveer vijftien procent.

Zijn overheidszaken principieel anders dan andere zaken? Ja en nee. “Het zijn vaak grote zaken, die enorme maatschappelijke impact kunnen hebben,” stelt Debby Nobel. “Daardoor krijgen ze meer aandacht dan de gemiddelde rechtszaak.” Maar de behandeling van ‘Staatszaken’ wijkt inhoudelijk niet af van andere civiele zaken. Nobel: “Voor elke zaak gelden dezelfde procedurele regels die zijn vastgelegd in het landelijke rolreglement.”

Gemiddelde zaakzwaarte

Op de vraag of grote overheidszaken alleen worden behandeld door speciaal getrainde en geselecteerde rechters antwoordt Nobel ontkennend. “Elke rechter wordt geacht elke zaak van gemiddelde zaakzwaarte binnen het eigen rechts- of aandachtsgebied te kunnen behandelen.”

Nobel is als teamvoorzitter verantwoordelijk voor het toedelen van de civiele zaken. Voor specifieke aandachtsgebieden, zoals overheidszaken, zijn zogenoemde kennisclusters ingericht. Overheidszaken komen terecht bij rechters in het kenniscluster overheid.

De Code zaakstoedeling is sinds 1 april van kracht. Het uitgangspunt is aselecte verdeling: zaken die geen toedeling op maat vragen, gaan via een rooster  “Bij zaken die wel toedeling op maat vergen, wordt naast het aandachtsgebied rekening gehouden met verschillende criteria, onder meer senioriteit, specialismen en een evenwichtige samenstelling van de combinatie,” zegt Nobel. “Bij bijvoorbeeld een zaak over eiceldonatie wil je liever niet een kamer die alleen uit vrouwelijke of  mannelijke rechters bestaat.”

De voorzitter van de meervoudige kamer is het meest ervaren. “In het geval van een overheidszaak hebben ook de andere rechters in de combinatie een behoorlijke civiele ervaring”, verklaart Nobel. “Soms vraagt een overheidszaak een andere expertise, bijvoorbeeld bestuursrecht of fiscaal recht. Als we voor rechtsgebieden niet voldoende mensen hebben, ga ik shoppen bij een ander team.”

Rechters-plaatsvervanger

Ook rechters-plaatsvervanger kunnen high profile overheidszaken doen. Van de Laarschot noemt als voorbeeld voormalig rechtbankpresident Hans Hofhuis die voorzitter was van de meervoudige kamer die het Urgenda-vonnis wees. “Hofhuis heeft die zaak als plaatsvervanger gedaan nadat hij al met pensioen was gegaan.”

Nobel voegt daaraan toe dat alle rechters-plaatsvervanger een specialisme moeten hebben. “Er wordt kritisch gekeken wat iemand toevoegt. Daardoor vallen bij overheidszaken al veel mensen af. Maar het kan voorkomen dat plaatsvervangers uit de wetenschap een specialisme hebben dat hen wel geschikt maakt om te worden ingezet op overheidszaken.”

Dat rechters bij publiciteitsgevoelige zaken soms heel wat voor hun kiezen krijgen, wordt ook meegewogen bij de toedeling van zaken. Nobel: “In de Code zaakstoedeling wordt ervaring met mediadruk genoemd als een criterium waar je rekening mee kunt houden.” Daarom krijgen alle rechters die mediagevoelige zaken behandelen media- en presentatietraining. “Als er een heel spannende zaak aankomt, is het soms goed om even een herhaalcursus te volgen,” verduidelijkt Van de Laarschot.

Hij hecht grote waarde aan openbaarheid en zichtbaarheid. De rechtbank steekt daarom veel tijd en energie in berichtgeving, livestreams, filmpjes vooraf, toelichting door de persrechters achteraf en andere media-activiteiten, zoals tv-documentaires. “Naarmate er meer openbaarheid is, krijg je meer debat, ook op social media. Dat is goed voor het functioneren van een democratische rechtsstaat, en daar moeten onze rechters tegen bestand zijn.” Maar er is ook een keerzijde: “Het wordt vervelend als je te maken krijgt met scheldpartijen en bedreigingen. We moeten onze mensen die in de frontlinie staan beschermen. Dat wordt gemonitord door het OM en de politie. En als het over de schreef gaat, kunnen we aangifte doen en aan politie en het OM vragen om zichtbare en onzichtbare maatregelen te treffen.”

Professionele afstand

Hoe zit het met de professionele afstand tegenover de Staat? Als je als rechter zo dicht bij het vuur zit, ga je misschien onbewust net zo denken als de politici en ambtenaren die je op de sportclub ontmoet. Van de Laarschot lacht: “Die vraag is mij ook vaak gesteld. Ten eerste wonen onze rechters lang niet allemaal in Den Haag. Maar het belangrijkste is dat je als rechter buiten de rechtszaal niet over zaken praat.”

Dus het is niet zo dat Haagse rechters gouvernementeler zijn ingesteld dan Amsterdamse of Rotterdamse rechters? “Kijk naar onze jurisprudentie, zou ik haast zeggen,” antwoordt Van de Laarschot, verwijzend naar Urgenda en de avondklok-zaak. “Nee dus.”

Hoewel veel grote overheidszaken complex en tijdrovend zijn, krijgt de Haagse rechtbank verhoudingsgewijs niet meer geld dan andere rechtbanken. “We worden bekostigd op outputfinanciering,” licht Van de Laarschot toe. “Dat gaat op basis van de gemiddelde prijs voor een zaak per categorie. Maar omdat die gemiddelde prijs veel te laag is in relatie tot de gemiddelde zaakzwaarte, gaan we elk jaar in het rood. Dat is bij alle rechtbanken zo. Mede daarom roept de Rechtspraak al jaren dat we te weinig financiering krijgen.”

Alleen als de behandeling van een civiele zaak meer dan 500 uur kost en dus ontwrichtend is voor een rechtbank, krijgt de rechtbank meer geld dan de gemiddelde zaaksprijs. Dat geldt maar voor een paar zaken per jaar. “Fijn dat die noodklep er is,” vindt Van de Laarschot, “maar het is een druppel op een gloeiende plaat.”

Interne discussie

Tot slot nog de vraag of opzienbarende vonnissen tot veel interne discussie leiden onder rechters. Nobel: “Nooit. Het vonnis is van de rechter. Van de inhoud blijft men af.” Van de Laarschot is ook heel stellig: “Het debat voorafgaand aan het vonnis vindt plaats in de raadkamer, en is geheim. Daar bemoeit niemand zich mee. Als een zaak is gepubliceerd, dan kan het vonnis wel ter sprake komen tijdens het jurisprudentie-overleg.”

De rechtbank Den Haag is overigens niet alleen bijzonder vanwege de vele overheidszaken. “We behandelen exclusief octrooizaken en hebben bijzondere bevoegdheden op het gebied van internationale kinderontvoering,” verklaart Van de Laarschot. Bovendien is de rechtbank als enige bevoegd voor de berechting van misdaden tegen de menselijkheid. Vandaar dat de Haagse rechtbank de MH17-zaak kreeg toegewezen.

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven