Rechtbank Midden-Nederland zet mes in verdienmodel WOZ-bureaus

De commerciële bureaus die zich op no cure no pay-basis bezighouden met het indienen van bezwaren over de WOZ-waarde van woningen, zullen niet blij zijn met de rechtbank Midden-Nederland. Die gaat voortaan tot driekwart lagere bedragen toekennen als tegemoetkoming in de rechtsbijstandskosten, waar het verdienmodel van de bureaus op is gebaseerd.

Delen:

Depositphotos_38122245_S mes in geld
beeld: Depositphotos

Onlangs bleek nog eens dat steeds meer rechters zich ergeren aan de speciale bureautjes die bezwaar maken tegen WOZ- en andere aanslagen, alleen om zoveel mogelijk geld aan proceskostenvergoedingen binnen te harken. De Rechtspraak ervaart het al langere tijd als knelpunt: de tienduizenden no cure, no pay-zaken die jaarlijks bij de rechtbanken binnenkomen. Minstens 70 procent van de WOZ-zaken en 95 procent van de bpm-zaken bij de rechtbanken zijn afkomstig van commerciële bureaus, die de proceskostenvergoeding opstrijken als de burger voor wie zij ageren gelijk krijgt. Bij Mulderzaken (verkeersboetes) speelt een vergelijkbare problematiek. Henk Naves, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, schreef in het jaarverslag over 2022: “Het verdienmodel zou minder aantrekkelijk kunnen worden door het systeem van vergoedingen aan te passen.”

Nieuwe wegingsfactor

De rechtbank Midden-Nederland komt nu in twee uitspraken (ECLI:NL:RBMNE:2023:4481 en ECLI:NL:RBMNE:2023:4482) in het geweer tegen de hoogte van de vergoedingen. De rechtbank komt met nieuwe uitgangspunten voor de toepassing van de ‘wegingsfactor’ die wordt gebruikt bij de berekening van de proceskosten. Ook gaat de rechtbank een lager bedrag als schadevergoeding toewijzen als mensen te lang hebben moeten wachten op een uitspraak van de rechter. De rechtbank wijkt hiermee af van de werkwijze van hogerberoepsrechters.

Minder ingewikkeld

Voor WOZ-zaken over de waardering van woningen zal de rechtbank voortaan een wegingsfactor van 0,5 hanteren. De rechtbank vindt deze zaken namelijk van minder groot belang en vindt ze ook minder ingewikkeld dan een gemiddelde zaak in het bestuursrecht. Om de zaakstromen onderling in de juiste verhouding te houden, past de rechtbank ook de wegingsfactor aan van zaken over niet-tijdig beslissen en zaken over parkeerbelastingen. Daarvoor werd voorheen een factor van 0,5 gehanteerd, dat wordt voortaan 0,25.

Standaard stukken

Bovendien zal de rechtbank een extra korting op de wegingsfactor toepassen als een rechtsbijstandverlener steeds met dezelfde standaard stukken aankomt, wat in de praktijk regelmatig gebeurt. Omdat de vergoeding evenredig moet zijn met de prestatie van de rechtsbijstandsverlener, wordt in  deze gevallen voortaan een wegingsfactor van 0,25 in WOZ-zaken over woningen gehanteerd.
In de oude situatie leverde de vergoeding voor een gewonnen WOZ-zaak over een woning meestal 2.266 euro op. Met de nieuwe wegingsfactor wordt dat bedrag gehalveerd tot 1.133 euro. En de rechtsbijstandverlener die met standaardstukken procedeert, krijgt een vergoeding van € 566,50.

Overschrijding redelijke termijn

Sinds december 2022 hanteerde de rechtbank Midden-Nederland bij de overschrijding van de redelijke termijn van twee jaar in veel uitspraken in WOZ-zaken in plaats van de gebruikelijke schadevergoeding van 500 euro al een vergoeding van 50 euro per half jaar, omdat dat beter past bij dat soort zaken. Dit wordt nu het nieuwe standaardtarief voor WOZ-zaken.

WOZ-cowboys

CDA-staatssecretaris Marnix van Rij van Fiscaliteit en Belastingdienst gaf in maart al aan dat hij de ‘WOZ-cowboys’, van wie ook gemeenten veel last hebben, wil aanpakken door de rol van de commerciële bureaus in te perken.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven