Rechterlijke macht hoeft voorlopig niet te rekenen op een aparte begroting

Staatssecretaris Teun Struycken (Rechtsbescherming) gaat onderzoeken hoe de benoeming van leden van de Raad voor de rechtspraak transparanter kan en hoe de Raad minder afhankelijk kan worden van de minister. Ook bekijkt hij of de positie van de Raad kan worden verankerd in de Grondwet.

Delen:

Rechterlijke macht hoeft voorlopig niet te rekenen op een aparte begroting - Mr. Online
Beeld: Depositphotos

Dat schrijft Struycken als antwoord op Kamervragen die waren gesteld door Tweede Kamerlid Esmah Lahlah (GroenLinks-PvdA). Zij verwijst in haar vragen naar enkele publicaties over de rechtsstaat (die gevaar zou lopen) en over de te grote invloed van politici op de rechtspraak.

Benoemingen

Volgens Struycken staat de Nederlandse rechtspraak goed aangeschreven en is het vertrouwen dat mensen in rechters hebben ‘onverminderd hoog’. Maar: “Het behoud van deze onafhankelijkheid en dit vertrouwen in de rechterlijke macht vergen permanente aandacht en waakzaamheid.” Struycken benadrukt daarbij de zorgen van rechters – dat de rechtsstaat versterking nodig heeft – serieus te nemen. Hij wil medio 2025 een brief naar de Kamer sturen waarin hij nader ingaat op benoemingen van bestuurders in de rechtspraak (en ook van leden van het nog op te richten Constitutioneel Hof) en hoe zijn rol als staatssecretaris in de benoemingsprocedure van leden van de Raad voor de rechtspraak zo klein mogelijk kan worden gemaakt.

Grondwet

Volgens een onderzoek is de Raad voor de rechtspraak niet in staat om de rechterlijke onafhankelijkheid effectief te waarborgen. In het boek Constitutionele waarborgen (oktober 2024) wordt de onafhankelijkheid van de rechtspraak ‘boterzacht’ genoemd. Maar daar is Struycken het niet mee eens: de rechterlijke onafhankelijkheid is op verschillende manieren zowel grondwettelijk als wettelijk gewaarborgd, stelt hij. Struycken laat daarbij in het midden of de Raad voor de rechtspraak in de Grondwet moet worden verankerd. Dat is afhankelijk van de vraag welke wettelijke taken de Raad uitoefent.

Positie en de taken Raad voor de rechtspraak

In Zuid-Europese landen zijn raden voor de rechtspraak primair verantwoordelijk voor taken op het terrein van de rechterlijke carrière (opleiding, benoeming, bevordering) en het opleggen van disciplinaire maatregelen. In Noord-Europese landen (ook Nederland) heeft een Raad voor de rechtspraak beheersmatige taken, en geen rechtspositionele taken en bevoegdheden jegens rechters, en ook geen inhoudelijke bemoeienis met rechtspraak in concrete zaken. “Aan de vraag naar verankering van de Raad voor de rechtspraak in de Grondwet dient dus een nadere afweging inzake de positie en de taken van deze raad in ons rechtsbestel ten grondslag te liggen.” Een aparte begroting voor de rechterlijke macht, eerder bepleit door wetenschappers, en die dus niet een onderdeel is van de justitiebegroting, heeft voor Struycken ‘geen meerwaarde’.

‘Elitair’

Lahlah vroeg de staatssecretaris ook wat moet worden gedaan om de rechterlijke macht te beschermen tegen aanvallen vanuit de politiek. Hoe kan de invloed van politieke retoriek die rechters wegzet als ‘elitair’ of ‘vooringenomen’ worden tegengegaan? In zijn antwoord daarop bleef Struycken in het midden: de rechtsstaat is gebaat bij debat en dialoog, met respect voor de onafhankelijkheid van de rechter, “politici hebben hier een eigen verantwoordelijkheid”.

Lees hier de antwoorden van minister Struycken op de Kamervragen.

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven