Aanleiding van dit WODC-onderzoek, uitgevoerd door de Radboud Universiteit, is een motie van Kamerleden Joost Eerdmans (JA21) en Caroline van der Plas (BBB) uit 2021. Zij wilden weten wat de mogelijkheden zijn voor ‘langdurige detentie’ na drie ernstige geweldsmisdrijven en of de wet daarvoor zou moeten worden gewijzigd. Toenmalig minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker wilde dat eerst wetenschappelijk laten onderzoeken.
766 uitspraken
Dat onderzoek is nu afgerond. Wetenschappers van de Radboud Universiteit bestudeerden 766 rechterlijke uitspraken over moord, verkrachting, zware mishandeling en openlijke geweldpleging. Ook spraken zij met rechters, advocaten, officieren van justitie en reclasseringsmedewerkers.
Strafblad
Uit deze studie blijkt dat recidivisten van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven doorgaans zwaarder worden bestraft, vooral met een langdurige(r) detentie. Maar omdat de strafrechter allerlei factoren meeweegt, zoals de ernst van het misdrijf en de omstandigheden rondom de dader, kan een recidivist ook een relatief lage straf krijgen. Rechters zouden deze ‘uitzonderingen’ – wat een strafblad betekent voor de op te leggen straf – goed moeten motiveren, maar doen dat niet altijd. Een goede motivering maakt duidelijker, voor de verdachte en het publiek, waarom in een bepaald geval een bepaalde gevangenisstraf wordt opgelegd.
Persoonlijke situatie
Zo zouden rechters kunnen beschrijven wat de persoonlijke situatie van de dader is en in welke mate deze zich schuldbewust toont. De rechter dient dit mee te wegen bij het bepalen van de zwaarte en de duur van de straf. Soms wegen deze factoren zo zwaar dat een recidivist toch een relatief lage straf krijgt, en een first offender niet. Daarom moet, zo vinden de onderzoekers, goed aan procespartijen en de samenleving worden uitgelegd welke factoren bij de strafoplegging een rol hebben gespeeld. Gemiddeld kregen first offenders 1.014 dagen (2,8 jaar) gevangenisstraf en recidivisten 1.348 dagen (3,7 jaar).
Strafmaxima
Uit het onderzoek blijkt dat de wet voldoende ruimte biedt om bij recidive langdurige(r) detentie op te leggen, maar de strafmaxima staan wel vast. Van de wettelijke mogelijkheid om de bandbreedte in geval van recidive verder te verbreden wordt slechts in uitzonderlijke gevallen gebruikgemaakt. Bij recidive geldt een wettelijke verjaringstermijn van vijf jaar, maar deze wordt door rechters vaak strikter gehanteerd dan nodig.
Maatregelen
Rechters leggen bij recidive niet alleen vaak meer dagen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op, ze kiezen dan ook vaak voor een maatregel zoals terbeschikkingstelling (tbs) of plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (isd). Rechters straffen bij recidive, aldus de onderzoekers, niet alleen zwaarder of langer, maar ook ‘anders’.
Lees hier het WODC-onderzoek Langdurige(r) detentie na recidive van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven.