Rechtspraak vreest ‘buikpijndossiers’ bij strafomzetting

De Raad voor de rechtspraak levert forse kritiek op een wetsvoorstel van minister Grapperhaus dat het Openbaar Ministerie meer armslag geeft bij het opleggen van strafbeschikkingen. “De rol van de rechter wordt in de nieuwe omzettingsprocedure te veel beperkt.”

Delen:

rechtbank_5690-8dccc4e9
foto: Geert Snoeijer

Het wetsvoorstel kan volgens de Raad voor de rechtspraak in een wetgevingsadvies leiden tot zeer onrechtvaardige uitkomsten. De Raad waarschuwt minister Grapperhaus (Veiligheid en Justitie) voor nieuwe ‘buikpijndossiers’ door de invoering van zijn wetsvoorstel.

Volgens het voorstel kan het OM bij overtreding van de opgelegde voorwaarden een voorwaardelijke straf omzetten in een onvoorwaardelijke straf. Bijvoorbeeld als iemand zich niet houdt aan een gebiedsverbod of niet komt opdagen bij afspraken met de reclassering. Betrokkene kan tegen omzetting bezwaar indienen bij de rechter. Maar in het nieuwe wetsvoorstel staat dat de rechter alleen mag toetsen of die omzetting terecht was. Hij mag niet naar het onderliggende dossier kijken, maar alleen controleren of de voorwaarden inderdaad zijn overtreden. Ziet de rechter bijvoorbeeld dat er onvoldoende bewijs is, waardoor de oorspronkelijke strafbeschikking nooit had mogen worden opgelegd, dan kan hij daar niets mee. Deze beperking van de rol van de rechter kan leiden tot “zeer onrechtvaardige uitkomsten”, stelt de Raad in zijn advies.

Andere straf

Ook geeft het wetsvoorstel het OM de mogelijkheid om – zonder tussenkomst van een rechter − een volstrekt andere straf op te leggen dan de oorspronkelijke. Als iemand een geldboete niet of niet op tijd betaald, kan het OM deze boete zelfstandig omzetten naar een zwaardere straf, zoals een taakstraf. De Raad wil dat beter wordt toegelicht welke beperkingen gelden bij een dergelijke omzetting. Bezwaar bij de rechter is wel mogelijk, maar ook hier geldt dat de rechter slechts de omzettingsbeslissing mag beoordelen.

Toeslagenaffaires

Het is niet zo dat een verdachte zijn schuld niet kan aanvechten bij de rechter; dat kan binnen twee weken nadat hij een strafbeschikking heeft gekregen. Maar het risico bestaat dat een verdachte niet goed weet wat zijn mogelijkheden zijn, aldus de Rechtspraak. Of dat hij de consequentie van een voorwaardelijke straf onderschat en het niet ziet als een echte straf.
“Juist in dit soort ‘kleinere’ zaken is het vertrouwen van de burger in goede en zorgvuldige behandeling, met inachtneming van alle rechtswaarborgen en rechtsbescherming, van groot belang”, schrijft de Raad voor de rechtspraak in een persbericht over het wetgevingsadvies. Daarom geeft de Raad nu dit signaal. “De toeslagenaffaire onderstreept hoe belangrijk het is dat de Rechtspraak met zijn wetgevingsadviezen van tevoren waarschuwt voor mogelijke buikpijndossiers.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven