Slachtoffers en nabestaanden van ernstige misdrijven mogen sinds 2016 uitgebreider dan voorheen tijdens een strafzitting hun verhaal doen in de rechtszaal. Tot die tijd mochten ze zich alleen uitspreken over de gevolgen van het misdrijf. Sindsdien mogen ze ook iets zeggen over het misdrijf, de schuld van de verdachte en de op te leggen straf. In opdracht van het WODC keken de onderzoekers naar de ervaringen met dit zogenoemde onbelemmerde spreekrecht.
Vrijheid
Vooral de vrijheid om te kunnen zeggen wat ze willen, ervaren slachtoffers en nabestaanden die van het spreekrecht gebruikmaken als prettig, zo blijkt uit het onderzoek. Ze vinden dat nu in het strafproces beter rekening kan worden gehouden met de gevolgen van het misdrijf, en dat de dader meer inzicht heeft kunnen krijgen.
Regie terugpakken
Slachtoffers en nabestaanden geven aan dat zij met het uitgebreide spreekrecht ‘de regie terugpakken’, ‘zich krachtiger voelen’ en ‘gehoord worden’. Het spreekrecht helpt om ‘alles op een rijtje te zetten’ wat de verwerking kan ondersteunen. Door hun zegje te doen in de rechtszaal, voelen slachtoffers zich erkend en serieus genomen. “Het spreekrecht wordt gezien als moeilijk, maar wel de moeite waard”, schrijven de onderzoekers.
Negatieve ervaringen
De geïnterviewde professionals hebben over het algemeen positieve ervaringen met het uitgebreide spreekrecht. Slachtofferadvocaten en Slachtofferhulp zien de meerwaarde voor slachtoffers. Officieren van justitie, rechters en strafrechtadvocaten geven aan dat hun ervaringen wel afhankelijk zijn van de zaak. Het komt voor dat er bedreigingen of beledigingen zijn opgenomen in de slachtofferverklaring, dat de slachtofferadvocaat bij het uitoefenen van het spreekrecht de rol van de officier overneemt of dat nabestaanden foto’s of filmpjes van de overledene willen tonen.
Balans bewaren
Rechters vinden het soms lastig om de balans te bewaren tussen het slachtoffer de ruimte geven om zijn verhaal te doen en hem, indien nodig, te begrenzen. Er zijn geen duidelijke grenzen aangegeven door de wetgever, wat ingrijpen moeilijk maakt. De belangrijkste beleidsaanbeveling uit het onderzoek is dan ook de ontwikkeling van kaders rond het spreekrecht. Er zouden bijvoorbeeld regels opgesteld kunnen worden over het tonen van foto’s en filmpjes door de sprekers, over of en wanneer de rechter kan ingrijpen en over hoe gereageerd wordt op het spreekrecht. Dat zou zowel justitie als slachtoffers meer houvast geven.