Je kent vast het gezegde ‘Spreken is zilver, zwijgen is goud’. Mijn vraag aan jou is, klopt dat?
Anders gezegd: hoe werkt dat voor juristen? Spreken is een essentieel onderdeel voor de uitoefening van ons vak. Dag in dag uit voeren we besprekingen met cliënten. Zijn we met ze aan de telefoon. Passeren we notariële aktes die we met onze cliënten doornemen. Of procederen we in de rechtszaal en voeren we een pleidooi.
Tijdens je rechtenstudie en je beroepsopleiding leer je echter niet hoe je bepaalt wat je wel en niet kunt zeggen. Dat leer je gaandeweg. In de praktijk. Met vallen en opstaan. Een jurist kan wel spreken, maar dat maakt hem of haar nog niet welsprekend. Weten wat je wel en niet kunt zeggen, op het juiste moment, dat is essentieel.
Wat ik in de praktijk merk, is dat we als jurist vooral geleerd hebben om te luisteren om antwoord te geven. Niet om te begrijpen. Voor mij bestaat luisteren uit belangstelling tonen, iemand de ruimte geven zijn verhaal te doen en last but not least: vragen stellen.
Als je dat zo leest, lijkt luisteren misschien vanzelfsprekend maar de vraag is: hoe doe jij dat?
Hoor je echt wat iemand zegt? Of pik je iets op en vertaal jij dat meteen naar de oplossing van het juridisch probleem? Het is niet verwonderlijk als je dat doet. Zo zijn we namelijk opgeleid. We hebben geleerd om een probleem te analyseren. Een cliënt schetst een probleem en wij gaan in de ‘oorzaak-gevolg-denken-in-juridische oplossingen-modus’.
Mijn ervaring is dat als je gaat luisteren om echt te begrijpen, als je te weten komt wat jouw cliënt écht beweegt, wat hem of haar bezighoudt, waar hij of zij naar streeft, je op een andere manier bij kunt dragen aan de oplossing van een juridisch probleem. En dat betekent dat je dan op sommige momenten in gesprekken juist niet zwijgt waar je dat ‘normaal’ wel zou doen.
Probeer in een gesprek met een cliënt eens te luisteren om te begrijpen waar het echt over gaat. Vaak zijn dat dingen die niet benoemd worden. Dat vraagt van jou de vaardigheid om door te vragen in plaats van te antwoorden. Wat zegt en bedoelt iemand nu echt? Check je eigen aannames, benoem wat jij hoort en kijk vooral ook naar non-verbale communicatie. Zo krijg je letterlijk en figuurlijk boven tafel wat er daadwerkelijk speelt. Eerst nog even los van de juridische inhoud, die vertaling komt later.
Ik schets je een concrete casus. Tijdens een bespreking die ik voerde met een dga over het maken van een testament zag ik dat hij een aantal keer afgeleid was. Zo keek hij op enig moment op zijn horloge en later dwaalden zijn ogen af. Ik zag dat, maar ging door met het delen van mijn kennis. Daar kwam deze cliënt immers voor. Aan het eind van de bespreking vroeg ik hem welke keuze hij zou willen maken in alle juridische oplossingen die ik had geschetst. Zijn antwoord: hij was in zijn gedachten niet bij het gesprek. Hij dacht aan werknemers die hij moest gaan ontslaan omdat het niet goed ging met zijn bedrijf. Hij moest afscheid gaan nemen van mensen die al sinds de oprichting voor hem werkten. Mijn conclusie: ik had waargenomen dat hij er eigenlijk met zijn hoofd niet echt bij was. Maar ik dacht: dat zeg je toch niet? Dat hoort niet. Wie ben ik om dat soort vragen te stellen?
Deze man komt voor juridisch advies. Toch?
Wat ik er van heb geleerd: ik kies er sindsdien bewust voor om in gesprekken wél te benoemen wat ik zie en wat niet gezegd wordt. Hoe dan? Ik had kunnen zeggen: ‘ik zie dat u op uw horloge kijkt, is dit voor u het juiste moment voor dit gesprek?’ Of: ‘ik zie dat u afdwaalt, ben ik mogelijk niet duidelijk in wat ik vertel?’. Door dit soort vragen te stellen had ik mijn cliënt eerder de kans gegeven om te vertellen wat er daadwerkelijk gaande was. Dat had mij – en mijn cliënt – tijd kunnen besparen. Uiteindelijk heb ik hem verwezen naar een goede advocaat arbeidsrecht en hebben we een nieuwe afspraak gemaakt voor het testament. En – wat misschien nog wel veel belangrijker is – mijn cliënt zei na afloop: ‘ik vind het zo fijn dat er iemand is die echt naar mijn verhaal heeft geluisterd’.
Een juridisch advies is belangrijk, maar écht contact met een cliënt, dát levert pas toegevoegde waarde op!