Volgens Van der Meij, die 21 februari zijn oratie Hoe de hazen lopen uitsprak bij de aanvaarding van de bijzondere leerstoel strafrechtspraktijk (Universiteit Leiden), kunnen veel problemen in het strafrecht door de wetenschap en met kennis uit de strafrechtspraktijk al worden voorspeld. Maar daar wordt te weinig mee gedaan. De strafrechtpraktijk kent volop problemen: lange doorlooptijden, capaciteitsproblemen (onder andere in gevangenissen), ernstige georganiseerde criminaliteit. Zwaardere straffen – doorgaans aangejaagd door bepaalde politieke stromingen – leidt er alleen maar toe dat gevangenissen nog voller raken. Met inzichten uit de wetenschap wordt te weinig gedaan, betoogt hij.
Drugsuithalers
In een interview op de website van de Universiteit Leiden geeft Van der Meij – tevens strafrechtadvocaat bij Cleerdin & Hamer – een voorbeeld: de strafbaarstelling die zich specifiek richt op drugsuithalers in de Rotterdamse haven. “Vroeger konden die, als ze daar rondhingen, alleen worden gepakt voor het betreden van verboden terrein. Dan kregen ze een geldboete van negentig euro. Met de nieuwe strafbaarstelling kunnen ze nu een flinke gevangenisstraf krijgen. En dat is allemaal vanuit de gedachte: dat zal ze leren.”
Averechts effect
Het effect noemt hij ‘averechts’. Uithalers krijgen, omdat er een risico is op gevangenisstraf, meer geld voor hun klus, of een deel van de drugs die ze kunnen verkopen. Dat leidt ertoe dat de concurrentie tussen de daders groter is geworden. Dat verklaart volgens Van der Meij ook de geweldspiraal – kijk naar zware vuurwerkbommen bij woningen. En: er worden er steeds jongere mensen ingezet, want die worden lichter gestraft of vallen buiten het bereik van het strafrecht.
Preventieve maatregelen
Deze ontwikkeling zagen wetenschappers al aankomen. “We weten, net als mensen in de strafrechtspraktijk, dat je geen norm kunt afdwingen enkel door iets strafbaar te stellen. Strenger straffen en gevangenisstraffen opleggen die ook een taakstraf hadden kunnen zijn, werken niet”, zegt Van der Meij in het interview. Hij kiest juist voor preventieve maatregelen: een betere leefomgeving, scholing, zorg en opvang in achterstandswijken. Zo kunnen de oorzaken van crimineel gedrag beter worden aangepakt.
Symboolwetgeving
In het interview betreurt Van der Meij dat niet meer naar de wetenschap en de praktijk wordt geluisterd. “Preventie vergt een langetermijninvestering, terwijl ideeën bij wetgeving en beleid vaak zijn gericht op de korte termijn. Politici maar ook beleidsmakers willen scoren en laten zien dat ze een probleem meteen aanpakken. Niet iedereen staat open voor een genuanceerd verhaal als preventie.” Voor de bijzondere hoogleraar is het helder: “Je kunt als wetgever van alles willen, maar als op voorhand duidelijk is dat het niet gaat werken, kun je het beter niet doen. Dan krijg je symboolwetgeving. Je kunt beter focussen op wat haalbaar is.”