Deze symboliek kennen wij in Nederland natuurlijk ook. Het portret van de koning, de dresscode in de rechtszaal en de beelden voor het gebouw van de Hoge Raad zijn allemaal voorbeelden van symboliek rondom het recht. Ook het feit dat het verdrag over de voorgestelde, maar vervolgens toch afgewezen Grondwet van Europa in een zaal op de Capitolijn in Rome is getekend is van grote symbolische betekenis.
Deze symbolen zijn belangrijk, omdat zij een belangrijke rol spelen in onze samenleving. Het recht is in dit aspect uiteraard geen uitzondering en heeft daarom ook zijn eigen symbolen die in die specifieke context hun eigen betekenis hebben. Het recht gebruikt deze symbolen zowel om haar belang en haar machtsaanspraken te legitimeren en als communicatiemiddel om haar waarden te communiceren naar rechtssubjecten. De toga is een goed voorbeeld van juridische symboliek. De toga representeert de anonimiteit van degene die hem draagt. De toga staat voor de onafhankelijkheid van de gerechtelijke procedure. Het individu verdwijnt, slechts zijn functie en rol blijven over.
In de juridische opleiding komt deze functie van het recht niet al te veel aan bod. Net als rechtsgeschiedenis is het een onderwerp dat simpelweg niet op de voorgrond staat. Toch lijkt het mij belangrijk om stil te staan bij de symbolen die ons omringen als wij over het recht spreken, want deze kunnen ons diepere inzichten bieden over het juridische beroep.
