Mr van de Week is Thomas Sanders (1986), advocaat bij AKD en expert op het gebied van het toezicht en handhavingsrecht. Hij won vorige week de Kluwer AB-annotatieprijs voor de mooiste annotatie van 2018, met de noten bij AB 2018/284 en 285.
Op uw Linkedin schrijft u over het winnen van de prijs dat je soms ‘ook een beetje mazzel moet hebben’. Hoezo mazzel?
Voor de AB mogen schrijven is voor mij een beetje alsof je als Nederlandse voetbalclub meedoet aan de Champions League: je bent allang blij dat je mee mag doen. Ik dacht ook niet serieus mee te dingen naar de prijs. Dan is winnen mazzel hebben. Daarbij komt dat mijn stijl van annoteren heel informeel is. Dat is niet iedereen zijn smaak. Kennelijk wel de smaak van Tim Borman, dus ook dat is gewoon mazzel hebben.
Kunt u kort toelichten waar de zaak waarbij u de prijswinnende noot schreef over ging?
Het rare is dat de zaken die ik annoteerde op zichzelf genomen helemaal niet boeiend waren qua casuistiek of rechtsvraag. Het ging in beide zaken over de vraag of de bevoegdheid om in te vorderen van de overheid was komen te verjaren. De uitspraken weerspiegelden volgens mij echter een trend in de rechtspraak, dus ik gebruikte ze als haakje om een breder thema te bespreken.
In uw noot draait het om de vraag: wanneer is er naar de huidige stand van het recht sprake van een aanmaning als bedoeld in art. 4:112 Awb? Waarom bleek dat een lastige vraag?
De kern is dit: in het civiele recht kan je de verjaring vrij makkelijk stuiten met een briefje waarin je zegt ‘ik wil mijn geld (nog steeds)’. Dat heeft de wetgever bij invordering door de overheid in de Awb onmogelijk gemaakt. De overheid moet via een besluit (de aanmaning) stuiten en dat besluit moet aan allerlei eisen voldoen. Dat heeft de wetgever bewust gedaan omdat het niet wenselijk werd geacht dat de overheid vormvrij zou kunnen stuiten. Het moest kraakhelder zijn voor de burger dat er werd gestuit.
De eisen van de wetgever heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State echter bijna allemaal in de rechtspraak ‘geschrapt’ (strikt genomen: geoordeeld dat het niet voldoen aan die eisen niet betekent dat er geen stuiting plaats heeft gevonden) zodat de overheid nu feitelijk bijna vormvrij kan stuiten. In mijn noot onderbouw ik dat en vraag ik tot slot of de Afdeling zo niet wel heel erg op de stoel van de wetgever is gaan zitten.
U schrijft dat voor de benadering van de Afdeling zeker wat te zeggen valt. Waarom is die benadering te verdedigen?
Uiteindelijk vordert de overheid in bij dwangbevel. Als je daar tegen procedeert, kom je terecht bij de civiele rechter en dus uiteindelijk bij de Hoge Raad. Ook in die procedure kan je betogen dat de invorderingsbevoegdheid is verjaard. De Hoge Raad is juist heel soepel over stuitingshandelingen. Als de Afdeling dan heel streng gaat zijn, dan krijg je dat de regels niet hetzelfde worden toegepast door verschillende rechters en dat burgers zullen gaan forumshoppen. Dat is niet wenselijk. Daarnaast: het is best raar dat je onder betaling van een geldschuld aan de overheid uit kan komen via verjaring, alleen omdat de overheid in de aanmaning zei dat je 8 dagen had om te betalen, in plaats van de wettelijk voorgeschreven 14 dagen.
Als u het voor het zeggen had dan?
Dan zou ik de hoogste bestuursrechters samenvoegen zodat we maar één hoogste bestuursrechter hebben. Daarnaast zou ik het hele overheidsaansprakelijkheidsrecht weghalen bij de civiele rechter en brengen waar het eigenlijk thuishoort: bij de bestuursrechter.
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Mijn promotie in Leiden afgelopen oktober.
Wat of wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Piero Calamandrei, een Italiaanse advocaat die begin vorige eeuw een heel scherp en geestig boek schreef over advocaat zijn: ‘Lof der Rechters’.
Wat is over u niet bekend, wat wel interessant is?
Ik ben een begenadigd Battlefield 1 speler op de PS4. Ik weet alleen niet of dat voldoet aan de tweede voorwaarde in de vraag.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Ere wie ere toekomt, de website van de concullega’s van PelsRijcken waarop de parlementaire geschiedenis van de Awb op een overzichtelijke wijze is verzameld: www.pgawb.nl.
Welk boek las u het laatst?
‘The Righteous Mind: Why Good People are Divided by Politics and Religion’, van Jonathan Haidt. Een aanrader als je wil snappen waarom mensen zo totaal anders kunnen denken over wat ‘goed’ en ‘fout’ is.
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Ik zou denk ik gek worden in een gevangeniscel, maar als het dan toch moet dan deel ik de cel het liefst met mijn vrouw Elise.