Vakantietip: naar de lokale rechtbank (maar niet in korte broek of gatenjeans)

Weer eens wat anders dan naar een museum of monument tijdens je vakantie: bezoek een rechtbank op de plek van bestemming. Strafrechtdocent Laura Peters doet dat al jaren en heeft inmiddels tientallen buitenlandse rechtszittingen bijgewoond. Soms als vakantievertier, vaak ook in het kader van onderzoek.

Delen:

Laura Peters in rb Napels-verkleind
Laura Peters in de rechtbank in Napels

Een flirtende advocaat en officier van justitie: het begon meteen goed tijdens haar eerste buitenlandse zitting, bij het Bezirksgericht in Wenen. “Blijkbaar vonden die officier en advocaat elkaar nogal leuk, heel grappig om te zien. De sfeer was vrij informeel; het was een zitting met een alleensprekende rechter, waar lichte misdrijven werden behandeld”, vertelt Laura Peters, universitair hoofddocent strafrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Peters belandde in de Oostenrijkse rechtbank toen ze als student een Sommerhochschule in Wenen volgde. Ze wilde wel eens zien hoe strafzaken er daar aan toegingen. “Ik dacht: openbaarheidsbeginsel, laat ik kijken of ik binnen kom. Ze keken me wel een beetje raar aan, er was verder niemand op die zitting afgekomen. Maar ik heb er een ochtend zitten luisteren, erg leuk.”

Machtsspel

Het beviel Peters zo goed dat ze eenmaal terug in Nijmegen, waar ze studeerde, af en toe de bus pakte om een zitting in het nabijgelegen Kleef bij te wonen. “Ik ging een rechtsvergelijkende scriptie schrijven, dus dat kwam mooi uit.” Toen ze bij een vriendin in Brussel op bezoek ging, pikte ze ook daar een zitting mee. “Dat was weer heel anders om mee te maken, in dat enorme Brusselse paleis van justitie.”
En zo ontstond de gewoonte om naar buitenlandse gerechten te gaan. “Als ik ergens ben ga ik naar de rechtbank. Ik weet niet precies waarom, maar het boeit me enorm om te zien hoe het eraan toegaat tijdens een rechtszaak. Je krijgt een inkijkje in iemands leven, hoort iemands verhaal, en je ziet hoe justitie daar mee omgaat. Superinteressant. Het machtsspel dat een strafproces uiteindelijk is − wat gebeurt er als iemand de spelregels van de samenleving overtreedt − kun je heel mooi geïllustreerd zien in de rechtszaal. Het leert je ook veel over een land en de cultuur.”

Pruiken

In de loop der tijd heeft Peters, die zes talen beheerst, tientallen zittingen bijgewoond. Vooral in Duitsland, Italië, België en Frankrijk, maar ook wel eens in de Verenigde Staten en in Engeland (“geweldig, de Old Bailey in Londen, met die pruiken!”). In Mauritius had ze ook graag een zitting willen bijwonen, de mengvorm die daar vanuit het kolonialisme is ontstaan tussen common law en een Europees proces leek haar heel interessant. Maar het sprak haar vriend niet zo aan en omdat ze tijdens hun eerste vakantie samen niet te veel wilde aandringen op een rechtbankbezoek, kwam het er niet van. Gelukkig trof ze een taxichauffeur die haar een hoop wist te vertellen over de gang van zaken.
Aanvankelijk ging Peters vooral voor de lol en in vakanties naar gerechten, maar later ook in het kader van onderzoek. Zo woonde ze voor haar promotie (over vonnisafspraken in strafzaken) veel zittingen bij, vooral in Italië en Duitsland. En toen ze afgelopen jaar voor het WODC onderzoek deed naar Italiaanse antimaffiawetgeving, bezocht ze menige zitting in Italië. “Inmiddels heb ik in dat land zo’n beetje alle rechtbanken van noord tot zuid gezien.”

Fundamenten

Volgens Peters kun je zodra je een buitenlandse rechtszaal binnenloopt de fundamenten van het betreffende strafsysteem zien. Alleen al aan de plaatsing van het Openbaar Ministerie ten opzichte van de verdediging kun je veel aflezen, die maakt duidelijk of het om een inquisitoir of adversair strafsysteem gaat. “De traditioneel Europese systemen zijn inquisitoir; de verdachte is een soort object van onderzoek en daar is eigenlijk het hele strafsysteem op gebouwd. De officier van justitie staat boven de verdachte, dat zie je aan zijn plek vlak naast de rechters. Bij het adversaire model, zoals in Engeland, de Verenigde Staten en andere common-lawlanden, gaat het in feite om een partijenproces. Dat zie je bijvoorbeeld in de Old Bailey, daar zit de advocaat naast de verdachte, dan heb je een gangpaadje en daarnaast zit op dezelfde rij de aanklager, tegenover de rechters. Zoals je het vaak in films ziet.”

Glitterschoenen

Wat Peters als rechtsvergelijker ook interesseert, zijn de verschillen tussen landen. Het gaat overal weer net wat anders toe. “Neem Italië − daar hebben ze bij heftige zaken in de rechtszaal een soort gevangenisje waar de verdachte in zit, zo’n kooi. Binnen het land zelf zie je ook allerlei verschillen. In het noorden is het allemaal net iets strakker geregeld. In het zuiden gaat het een stuk chaotischer; advocaten lopen er in en uit. In Palermo moesten we als publiek eens zelf stoelen uit de gang aanslepen. Ze respecteren overal de procesregels, maar hoe zuidelijker je komt, hoe meer barok je ziet. In de gebouwen, maar ook bij de procesdeelnemers. Ze zijn er wat losser.” Peters herinnert zich een zitting op een hete dag bij de Camera penale van de Tribunale in Napels. “De voorzitter had haar toga als een omslagdoek over haar schouder gedrapeerd, flink lippenstift op, alsof ze een fashionista was. Ik heb er ook wel eens een rechter met glitterschoenen onder haar toga gezien.”

Soort klaslokaal

Soms zijn er zelfs grote contrasten binnen één gebouw. “In het Assisenhof in Parijs woonde ik eerst een zitting bij in een enorm imposante zaal. Drie beroepsrechters, juryleden erbij. Het ging er zeer formeel aan toe. Later op de ochtend was ik iets verderop in een soort klaslokaal bij een zitting waar ze procesafspraken aan het maken waren. Er was geen publiek, alleen verdachten en advocaten, in rijen opgesteld. Elke tien minuten werd een nieuwe verdachte naar voren geroepen en dan werd de gemaakte afspraak even doorgenomen. Als de rechter dat akkoord vond rolde de uitspraak uit de printer, werd ondertekend en konden verdachte en advocaat weer gaan.”

Context

De buitenlandse zittingen zijn heel nuttig voor haar werk, zegt Peters. “Je kunt niet over een vreemd rechtsstelsel schrijven of er een oordeel over geven als je er nog nooit iets van hebt gezien vind ik. Dan mis je toch een bepaalde context. Het is ook goed voor je netwerk. Ik ben wel brutaal en stap op mensen af, vraag bijvoorbeeld aan een advocaat op de gang waarom iets op een bepaalde manier gaat. Bij rechters en officieren doe je dat niet zo snel.” Grinnikend: “Ik sprak een keer in Duitsland een paar lekenrechters aan. Die begonnen enthousiast van alles te vertellen over de zaak. Maar zodra de beroepsrechter dat in de gaten had kapte hij het af. ‘Wij spreken niet met anderen’, zei hij.”

Transparantie

Kunnen Nederlandse rechters wat leren van hun collega’s in den vreemde? In vergelijking met andere landen verlopen zittingen bij ons redelijk efficiënt, volgens Peters. Dat een zitting in Nederland vooral op basis van het dossier gaat, scheelt een hoop tijd. Die efficiëntie is goed voor de toch al overbelaste Rechtspraak, vindt Peters, maar heeft wel een nadeel voor geïnteresseerde toeschouwers. “Soms is het echt lastig om een zaak te volgen. Dan worden er stukjes dossier voorgelezen, maar wat er nou precies is gebeurd… Vaak is een Duitse of Italiaanse zitting makkelijker te volgen, ondanks de taal. Daar wordt alles heel uitgebreid behandeld, met slachtoffers en getuigen erbij.”
Ook de vonnissen zijn elders vaak duidelijker. “In Duitsland bijvoorbeeld wordt veel meer een verhaal voorgelezen, waarin in begrijpelijke taal wordt uitgelegd waarom iemand wordt veroordeeld en waarom een bepaalde straf is opgelegd. Dat heeft ook te maken met de aanwezigheid van lekenrechters.”
Qua transparantie voor het publiek kunnen Nederlandse rechters zeker nog wel wat afkijken van collega’s, stelt Peters. “Rechtspraak is voor iederéén bedoeld, dus mensen moeten het snappen. Nu missen niet-juristen vaak een hoop. ”

Goed gekleed

Peters heeft nooit gehoord over anderen die buitenlandse zittingen bezoeken. “Het is een wat rare afwijking van mij vermoed ik.” Maar ze kan het iedere jurist aanraden. De laatste jaren is de beveiliging overal toegenomen, maar Peters’ ervaring is dat je eigenlijk altijd makkelijk toegang krijgt − in principe zijn zittingen openbaar, “al scheelt het natuurlijk ook dat ik zo nodig kan zeggen dat ik bij een universiteit werk en strafrechtelijk onderzoek doe”.
Goed gekleed gaan helpt ook. “Je moet niet in je korte broek of gatenjeans naar een rechtbank gaan.” En iets over de lokale gebruiken weten is handig, of je wel of niet wordt geacht op te staan als de rechtbank binnenkomt bijvoorbeeld.

Meerjarenplan

Of er deze zomer een buitenlands rechtbankbezoek in zit weet Peters nog niet, eerst gaat ze trouwen. Hoog op haar verlanglijst staan in ieder geval Zweden en Zuid-Amerika. Alleen wil ze dan eerst haar Spaans ‘oppoetsen’ en Zweeds leren, dus dat is een meerjarenplan. Laatst vertelden studenten over zittingen in Nigeria en Ruanda, maar daar ziet ze zichzelf niet zo snel naar toegaan. “Op zich ook hartstikke interessant, maar als vakantiebestemming trekt dat me niet echt.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven