Een korte gevangenisstraf opleggen, of toch een taakstraf? Rechters moeten die keuze maken maar wetenschappers, zoals criminologen, kunnen de voor- en nadelen benoemen. Het vergelijken van de effectiviteit van de gevangenisstraf en van taakstraf is niet eenvoudig, stellen onderzoekers van Universiteit Leiden en het Nederland Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR). Het causale verband tussen een bepaalde straf en recidive is lastig te bepalen. In het strafrecht kunnen geen experimenten worden uitgevoerd en er is vrijwel nooit sprake van twee exact gelijke gevallen.
Zittingroosters
Om toch zinnige uitspraken te doen over de effectiviteit van straffen, moesten de onderzoekers innovatieve methoden toepassen. De ‘instrumentele variabele’ maakt gebruik van de willekeurige toewijzing van zaken aan rechters op basis van zittingroosters. Door de variatie in strengheid en bestraffing te combineren met die willekeurige toewijzing van zaken, kunnen de effecten van gevangenisstraf en taakstraf in de vorm van recidive met elkaar worden vergeleken.
Kosten van gevangenisstraffen
Daaruit blijkt dat korte gevangenisstraffen tot meer recidive leiden dan niet-vrijheidsbenemende straffen. In vijf jaar tijd plegen individuen na een korte gevangenisstraf tussen de 76 en 81 procent meer strafbare feiten dan na een niet-vrijheidsbenemende straf. Verder zijn de kosten van gevangenisstraffen aanzienlijk hoger dan die van niet-vrijheidsbenemende straffen. Volgens de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) kost een dag gevangenisstraf € 259 en een dag taakstraf ruim € 72. “Deze grove berekeningen leiden tot de schatting dat de maatschappij jaarlijks ruim € 400 miljoen betaalt voor vergelding als strafdoel”, zegt Arjan Blokland, in Leiden hoogleraar Criminology & Criminal Justice en een van de onderzoekers. “Dit is ongeveer € 45 per belastingbetaler per jaar.” Omdat alleen directe kosten zijn meegenomen en alleen is gekeken naar recidive binnen twaalf maanden van de opgelegde straf, is dit bedrag in werkelijkheid waarschijnlijk hoger.
Wettelijke obstakels
De onderzoekers concluderen dat de afschrikwekkende werking van korte detenties beperkt is en dat deze nauwelijks mogelijkheden biedt voor gedragsverandering en re-integratie. Toch wordt er nog vaak voor een korte gevangenisstraf gekozen. Het belangrijkste strafdoel lijkt daarmee vergelding. “Met dit onderzoek kan de vraag welke straf écht passend is en wat vergelding ons waard is, nu ook rationeel worden benaderd”, aldus Blokland. “Het onderzoek kan daarnaast als aanmoediging worden gezien om wettelijke obstakels voor het opleggen van een taakstraf te heroverwegen.”
Lees hier het artikel Wat is vergelding ons waard, in het tijdschrift Strafblad.