De praktijk dat conclusies van advocaten-generaal eerder worden gepubliceerd dan de uitspraak van de Hoge Raad – dat gebeurt sinds 2018 – blijft vooralsnog ongewijzigd. Advocaat Gerard Spong had procureur-generaal Jos Silvis gevraagd om daar eens kritisch naar te kijken omdat er anders ‘trial by media’ zou kunnen ontstaan.
Sinds 1 januari 2018 publiceert het parket bij de Hoge Raad conclusies van de advocaten-generaal in straf- en (grotendeels) in civiele zaken eerder dan op het moment van de uitspraak van de Hoge Raad. In belastingzaken gebeurde dat al. In strafzaken worden de conclusies in de regel gepubliceerd op de dag dat ze worden genomen of kort daarna. In civiele zaken gebeurt dat in beginsel na het verstrijken van de ‘Borgerstermijn’, de periode dat de advocaten nog op de conclusie kunnen reageren – dat is twee weken na het nemen van de conclusie. Soms wordt een civiele conclusie gepubliceerd op de dag dat deze is genomen.
Over deze praktijk stelde Gerard Spong vragen aan procureur-generaal (PG) Jos Silvis. De strafrechtadvocaat meent dat dit partijen blootstelt aan ‘trial by media’, zeker als de verdachte een bekende Nederlander is. Iedereen kan zich, zo vindt de advocaat, op basis van de conclusie in de media met de inhoud van de zaak gaan bemoeien, terwijl de argumenten van de advocaat maar beknopt zijn weergegeven. Dat zou een besloten en serene gedingvoering in cassatie in de weg staan.
Juridisch publiek
De procureur-generaal is het daarmee oneens, maar heeft wel de achterliggende gedachte van het eerder publiceren van de conclusies nog eens uitgelegd. Door de vroege publicatie wordt het advies van de advocaat-generaal aan de Hoge Raad eerder bekend bij een groter (juridisch) publiek, en dus niet alleen aan de partijen. Zo wordt invulling gegeven aan de publieke hoofdtaak van het parket bij de Hoge Raad: het geven van hoogwaardige onafhankelijke gemotiveerde juridische adviezen. Conclusies zijn immers niet alleen van belang voor de kamer van de Hoge Raad die in de zaak een beslissing moet nemen en voor de partijen in die zaak, maar ook voor de wetenschap, de juridische praktijk of het grotere publiek. Bovendien komt zo het publiek ook te weten welke zaken bij de Hoge Raad spelen en waarover een uitspraak van de Hoge Raad kan worden verwacht.