Wie zich niet kan vinden in de rechtsorde, past niet binnen een rechtenfaculteit

Mogen universitaire rechtsgeleerden actief zijn in de politiek? Ja, want wat je buiten werktijd doet en laat gaat de baas in beginsel niets aan. Zelfs niet als je vrijetijdsbesteding openbaar of zelfs publiek is. Wie op zolder postzegels verzamelt moet door haar werkgever net zo goed met rust worden gelaten als iemand die aan de weg timmert tegen verplantebakking van de openbare ruimte.

Delen:

Wie zich niet kan vinden in de rechtsorde past niet binnen een rechtenfaculteit
Foto: Pixabay

Tenzij de vrijetijdsbesteding toch schadelijk is voor de baas. Dan kan al dan niet na waarschuwing en verdere disciplinering van een werknemer afscheid worden genomen. Als een werknemer van Rijkswaterstaat een ronkend pleidooi publiceert tegen verdere asfaltering van ons platteland dan mag zijn baas zich van hem ontdoen.

Gewapende strijd

Voor politieke activiteiten is dit niet anders, tenzij het gaat om de uiteinden van het politieke spectrum en ook als het gaat om opvattingen die met de baan niets te maken hebben. Een racist die zijn opvattingen niet strikt voor zich houdt is in ieder geval voor openbare functies ongeschikt. Wie publiekelijk pleit voor gewapende strijd tegen het rechts grootkapitaal is voor de meeste werkgevers niet zomaar te vertrouwen.

Is dit in strijd met uitingsvrijheid? Nee, want die vrijheid kent hoe dan ook grenzen en bovendien zijn arbeidsrechtelijke maatregelen op grond van ongewenste vrijetijdsbesteding niet als zodanig beperkingen van uitingsvrijheid. De baas die iemand aanpakt of zelfs ontslaat kan immers zeggen: nu heb je alle tijd om te doen wat je maar wilt. Discriminatie is het al evenmin. Optreden van werkgevers tegen werknemers op grond van opvattingen en activiteiten die de onderneming geen goed doen is nog geen ontslag op grond van ras, geaardheid, geslacht (of tegenwoordig gebrek daaraan) en zo meer.

Hedendaagse leerfabrieken

Universiteiten en andere onderwijsinstellingen zijn hierop geen uitzonderingen. Wie binnen of buiten de werkkring de belangen van zo’n baas te zeer schaadt kan de laan uit. Maar hier blijft het niet bij. In ieder geval een universiteit is niet zomaar een bedrijf. Het is een gemeenschap (universitas) van docenten en studenten – of hoort die tenminste te zijn, hoezeer hedendaagse leerfabrieken dit ideaal ook achter zich hebben gelaten. In die gemeenschap hebben docenten een voorbeeldfunctie.

Voor rechtenfaculteiten geldt dit eens te meer. Rechtsgeleerdheid biedt geen willekeurige technieken om wat dan ook voor elkaar te krijgen, hoe vaak juridische kunsten en kunstjes ook worden ingezet tot twijfelachtige doeleinden. In een min of meer beschaafde rechtsorde wordt een jurist geacht respect te hebben voor het recht. Recht is geen gereedschapskist, recht is uitdrukking van fundamentele waarden als de gelijkheid van alle mensen als mensen, (andere) grondrechten, machtenscheiding, democratie en nog veel meer.

Menselijk gezag

Onpartijdigheid is een of misschien wel dé kern hiervan. Respect voor recht is dan ook respect voor medemensen, hoezeer dat recht ook voor verbetering vatbaar kan zijn. Wie rechten doceert moet die waarden uitleggen én uitdragen, “daarin voorbeeldig zijn”, op grond van rechtswetenschappelijk en menselijk gezag.

Wie op de één of andere manier laat weten dat zij of hij zich niet kan vinden in de grondslagen van het vak of eigenlijk de grondslagen van onze rechtsorde past dus niet in een rechtenfaculteit. Hij verstaat zijn vak gewoon niet, in ieder geval niet de kernwaarden ervan. Zeker in een vak als rechtsgeleerdheid heeft de academisch docent binnen en buiten de universiteit maar één integer bestaan. Eigenlijk geldt dit niet alleen voor juristen binnen de academie maar voor elke jurist zo niet voor elk mens.

Chinezen

Het gaat niet alleen om wat wordt gezegd en geschreven, maar ook om wat daarmee wordt gedaan. Stel dat een rechtendocent in een praatprogramma beweert dat alle zwarten het land uitmoeten omdat de Chinezen hen hierheen hebben gestuurd om onze beschaving over te nemen. (Er zijn gekkere dingen beweerd.) Een dag later staat hij weer voor de collegezaal, bevolkt door onder anderen zwarte en Chinese studenten. Dan moeten niet die studenten weg maar die docent. Die past niet in de academische gemeenschap (en eigenlijk ook niet echt in de rest van de samenleving).

Intussen moeten we niet in de buurt komen van beroepsverboden wegens (bijvoorbeeld) voornemens om Nietzsche te doceren “omdat wegbereiders van fascisme in onze instelling niet thuishoren”. Ook stelt de Wet op het Hoger en Wetenschappelijk Onderwijs terecht dat besturen van universiteiten zich met de inhoud van vakken niet hebben te bemoeien: die is aan de docenten zelf. Maar het is wél aan die besturen om tenminste binnen de academie elke onpartijdigheid te bewaren. Én om de leden van die academie te beschermen tegen misplaatste verdachtmakingen die in zo’n beetje elke afwijkende mening racisme en erger zien.

Buiten de perken

Aan al die juridische en andere docenten zelf, of eigenlijk aan iedereen is het natuurlijk om het nooit zover te laten komen: “Je mag wel partijdig zijn zolang je maar niet partijdig bent.” En wie toch buiten de perken van juridische onpartijdigheid politiek actief wil zijn kan er natuurlijk ook voor kiezen om de rechtsgeleerdheid te verlaten. (De rechtsgeleerdheid wordt er beter van. Geldt dit ook voor de politiek?)

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven