Zwarte lijst van zorgverleners op zwart

Online naming en shaming kan niet alleen tot aantasting van iemands eer en goede naam leiden, maar stuit vaak ook op privacyrechtelijke bezwaren. De rechtbank Midden-Nederland oordeelde onlangs dat het online publiceren van een ‘zwarte lijst’ van meer dan 900 zorgverleners ook in strijd is met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).
Zwarte lijst van zorgverleners op zwart

De Stichting Slachtoffers Iatrogene Nalatigheid-Nederland (SIN) publiceerde deze lijst met “falende zorgverleners” sinds 2007 op de website www.zwartelijstartsen.com. De Stichting Stop Online Shaming (SOS) startte een kort geding om deze “digitale schandpaal” uit de lucht te halen. De rechtbank Midden-Nederland deed 8 januari uitspraak.

Privacyrechtelijk is interessant of de gegevens die op de zwarte lijst zijn opgenomen, überhaupt mogen worden verwerkt. De lijst bevat namelijk ook tuchtrechtelijke veroordelingen. De rechter oordeelt dat deze gegevens kwalificeren als strafrechtelijke gegevens in de zin van art. 10 AVG en daarom niet mogen worden verwerkt. Strafrechtelijke gegevens mogen namelijk alleen worden verwerkt wanneer aan specifieke voorwaarden wordt voldaan (zie in Nederland art. 31- 33 Uitvoeringswet AVG, UAVG). De rechter gaat helaas niet in op de UAVG.

De rechtbank Amsterdam oordeelde eind 2019 anders en stelde dat in de wetshistorie bij de AVG geen aanwijzing te vinden is dat tuchtrechtelijke gegevens als strafrechtelijke gegevens kwalificeren. Onder de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) kwalificeerden tuchtrechtelijke gegevens wél als strafrechtelijke gegevens (zie de MvT bij de Wbp, p. 102). In art. 1 UAVG is gepoogd dit te verduidelijken door te bepalen dat onder strafrechtelijke gegevens ook worden verstaan “persoonsgegevens betreffende een door de rechter opgelegd verbod naar aanleiding van onrechtmatig of hinderlijk gedrag.”
De Nederlandse wetgever − die zoveel mogelijk de regeling uit de Wbp op dit punt wilde voortzetten − hanteert daarmee in de UAVG bewust een ruimere definitie van strafrechtelijke gegevens dan art. 10 AVG (zie voetnoot 22 bij de MvT bij de UAVG). Zou dat betekenen dat in casu geen sprake is van een schending van art. 10 AVG maar wel van de UAVG? Of is de wetgever te ver gegaan met de ruimere uitleg van strafrechtelijke gegevens in de UAVG? Het hof Den Haag oordeelde eind 2019 in een andere zaak dat het begrip strafrechtelijke gegevens autonoom moet worden uitgelegd en dat de AVG niet de mogelijkheid biedt een eigen, ruimere invulling te geven. Het zal interessant zijn om te zien hoe in de bodemprocedure op dit punt wordt geoordeeld.

Maar SOS heeft nog meer ijzers in het vuur: de rechter oordeelt dat de verwerking van de persoonsgegevens tevens onrechtmatig is omdat een verwerkingsgrondslag ex art. 6 lid 1 AVG ontbreekt. Ook heeft SIN niet aan haar informatieplichten ex art. 12-14 AVG voldaan en worden diverse privacyrechten niet gerespecteerd.

Naast het feit dat de rechter de zwarte lijst in strijd met de AVG acht, oordeelt hij ook dat het recht op eerbiediging van de goede naam van de zorgverleners zwaarder dient te wegen dan het recht op vrijheid van meningsuiting van SIN. Kort en goed leidt dit er onder meer toe dat de website offline gaat en de bijbehorende domeinnamen moeten worden overgedragen aan SOS. Tot slot is interessant dat SIN bij Google een verzoek moet indienen om de verwijzingen naar de domeinnamen uit de zoekresultaten en het cachegeheugen van Google te laten verwijderen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven