Mr. van de week: Willem van Boom

Delen:

Willem van Boom

© Sanne van de Berg
Fotografie

Mr. van de week is Willem van Boom. Van Boom is hoogleraar civiel recht aan de Universiteit Leiden. Op vrijdag 22 mei hield hij zijn oratie met als onderwerp de spreuk ‘Door meten tot weten’ en hoe deze zich verhoudt tot het werk dat wordt verricht op rechtenfaculteiten. Hij heeft niet alleen belangstelling voor geldend recht, maar ook voor multidisciplinair onderzoek naar de werking van het privaatrecht in ‘de echte wereld’.

‘Door meten tot weten’, de lijfspreuk van natuurkundige Heike Kamerlingh Onnes. Zijn borstbeeld met lijfspreuk staat voor het Kamerlingh Onnes gebouw, waar de Leidse rechtenfaculteit is gevestigd. Maar hoeveel exactheid vinden we eigenlijk op een rechtenfaculteit?

Best wel veel. Om exact te zijn: 20 procent van de respondenten van de rechtswetenschapsenquête van Van Gestel en mijzelf (NJB 2015 nr. 20) bleek helemaal geen jurist te zijn. Dus bijvoorbeeld filosoof, politicoloog, criminoloog of econoom. Een mix van onderzoekers met hun blik gericht op de geesteswetenschappen of de sociale wetenschappen. Dus naast juristen zijn er ‘exacten’, ‘denkers’ en zo verder. De waarheid is dus dat rechtswetenschappelijk onderzoek zowel talige, retorische en normatieve kanten heeft als die meer exacte kant. Maar laten we oppassen: exactheid is geen heilige graal. Een sausje van exactheid is snel gemaakt. En dan blijf je achter met de vraag: wat hebben we nu eigenlijk gemeten? De kunst is juist om exactheid en al die andere aspecten van rechtswetenschap beter te integreren. Daar ligt nog het nodige werk te doen.

In uw oratie stelt u dat rechtenfaculteiten ‘kruispunten’ van verschillende wetenschapsopvattingen zijn. Wat bedoelt u hiermee?

Laat ik een voorbeeld geven: als een rechtswetenschapper onderzoek wil doen naar normatieve grondslagen van dwingend contractenrecht, kan hij te rade gaan bij grote denkers en er een mooie, politiek-filosofisch getinte juridische literatuurstudie van maken. Maar hij kan ook opvattingen daarover peilen met een slim opgezette enquête, om te zien wat burgers er zelf van vinden. Of een rechtseconomisch model maken van de normatieve keuzes die regelgevers moeten maken. Of gewoon kijken wat wet en rechtspraak daarover te zeggen hebben. En op rechtenfaculteiten in ons land komen al die varianten voor! Ook in combinatie. Door een van die methoden te kiezen, laat de rechtswetenschapper zich eigenlijk in de kaarten kijken. Want daarmee geeft zij/hij ook aan wat volgens haar/hem de methode is die de ‘beste kennis’ oplevert. En daarmee kijkt die wetenschapper vanaf het kruispunt van de rechtswetenschap als het ware in een bepaalde richting: geesteswetenschappen, sociale wetenschappen, praktijkgericht of misschien zelfs wel theoriegericht.

Een van de uitdagingen voor rechtswetenschappers noemt u het meetbaar maken van kwaliteit van onderzoek. Dit klinkt als een onoplosbaar probleem…

Kwaliteit is wat wij als rechtswetenschap kiezen dat het is. Dus op dat niveau is het snel opgelost. Je moet dat als discipline alleen wel concretiseren, anders bepaalt de buitenwereld het voor je. En objectiveren voor buitenstaanders is ook belangrijk. Wij zeggen vaak dat iets kwaliteit heeft omdat een autoriteit het heeft geschreven. Maar we houden geen verkiezing voor ‘autoriteit van de maand’. Dus hoe kun je dan uitleggen aan anderen hoe we dat bepalen? We tellen ook niet het aantal citaties, terwijl dat bij andere wetenschappen vaak wel gebeurt. Ik wil helemaal niet propageren dat wij die andere wetenschappen moeten na-apen – integendeel! – maar wel dat we objectievere maatstaven moeten kunnen laten zien voor het meten van onderzoekskwaliteit. Dat elke meting beperkingen kent en een vertekend beeld kan geven, dat is allemaal waar. Maar zonder meten weet je helemaal niks.

Wat of wie is in uw juridisch bestaan uw inspiratiebron?

Mensen die het beste uit zichzelf en anderen halen.

Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?

Ik hoop dat dat nog komt. En als niet, dan was vrijwel alles tot op heden een hoogtepunt.

Welk boek las u het laatst?

‘Wetenschappelijk onkruid’ – over wetenschappelijke ideeën die rijp zijn voor de prullenmand. Zat geen enkel juridisch idee tussen. Ik interpreteer dat maar als goed nieuws voor onze discipline…

Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?

Doe maar een vrouw die veel intelligenter is dan ik. Dat werkt thuis ook goed.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven