In Nederland is levenslang, anders dan volgens een hardnekkige fabel, ook écht levenslang. Maar een levenslanggestrafte moet desalniettemin een perspectief worden geboden op vrijlating. Dit vloeit voort uit artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM): het verbod van foltering. Wanneer een dergelijk perspectief ontbreekt, betekent dit een schending van het grondrecht door de Staat.
Adviescollege
Sinds 2017 bestaat hiervoor in Nederland een procedure waarbij het Adviescollege levenslanggestraften (ACL) na 25 jaar adviseert over al dan niet verlenen van gratie; twee jaar later beslist vervolgens de minister voor Rechtsbescherming hierover namens de Kroon. Per 10 januari van dit jaar wordt deze post in het kabinet bekleed door Franc Weerwind (D66), daarvoor door Sander Dekker (VVD). Dekker willigde in zijn ambtstermijn in 2021 een aantal gratieverzoeken in, hetgeen sinds 1986 niet meer was voorgekomen. In datzelfde jaar kondigde hij aan om dit stelsel te heroverwegen.
Politieke invloed
De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming geeft aan met belangstelling kennis te hebben genomen van dit voornemen. Volgens de RSJ is de huidige gratieprocedure “gevoelig voor politieke invloeden doordat de beslissing ligt bij de minister, die zich moet verantwoorden voor het parlement”. Daarnaast zouden de procedurele waarborgen zwak zijn omdat er geen rechtsmiddel openstaat behalve bij de civiele rechter, “wat voor betrokkenen leidt tot veel en tijdrovende procedures.”
Geadviseerd wordt dan ook om de rechter te laten toetsen of een levenslanggestrafte in vrijheid moet worden gesteld. Volgens de RSJ biedt “een herbeoordelingsmechanisme op basis van een rechterlijke toets betere waarborgen […] voor het vereiste perspectief op vrijlating van levenslanggestraften dan het huidige systeem.” De Raad heeft al eerder in die richting geadviseerd.
Wetswijziging
Deze hernieuwde procedure zou wel een wetswijziging vergen voor de nodige uitwerkingsaspecten. Zo moet er duidelijkheid komen over de aard van de levenslange gevangenisstraf, moet het moment van toetsing worden vastgesteld (de RSJ stelt voorlopig voor 25 jaar aan te houden), en hertoetsing na afwijzing invrijheidstelling worden geregeld (RSJ: elke vijf jaar). Voorts zou het de voorkeur verdienen de herbeoordeling te beleggen bij de Penitentiaire Kamer van het Hof Arnhem-Leeuwarden.
Wisselende ministers
RSJ-voorzitter (en voormalig Mr. van de week) Han Moraal sprak op NPO Radio 1 over het advies, en lichtte daar het risico van een politieke beslissing nader toe. “Als er een minister komt van een andere kleur, een andere partij, dan kan die politieke omgeving ook weer veranderen. Dan kun je de situatie hebben dat je in het ene geval een gratieverlening zou kunnen krijgen, en in het andere vergelijkbare geval misschien niet.” De onafhankelijke rechter mag verondersteld worden niet gevoelig te zijn voor wisselende politieke verhoudingen.