Afbreken van onderhandelingen anno 2015

Delen:

Het leerstuk van de afgebroken onderhandelingen heeft de gemoederen flink beziggehouden sinds de Hoge Raad in 1982 het arrest Plas/Valburg wees (HR 18 juni 1982, NJ 1983/723). Hij oordeelde daarin dat het afbreken van onderhandelingen onder bepaalde omstandigheden in strijd is met de goede trouw en kan leiden tot aansprakelijkheid voor de gemaakte kosten of zelfs de gederfde winst van de onderhandelingspartner.

Deze rechtsregel maakte destijds een rechtvaardige beslechting van het geschil tussen de Gemeente Valburg en aannemer Plas mogelijk. Het viel niet te billijken dat de gemeente de bouw van een zwembad uitbesteedde aan een ander, nadat Plas deze opdracht op verzoek van de gemeente op eigen kosten had uitgewerkt. Deze billijkheid ging echter ten koste van de rechtszekerheid van onderhandelende partijen. Het voeren van onderhandelingen leek plotsklaps een riskante bezigheid, zodat de Hoge Raad nog tot en met 2005 (HR 12 augustus 2005, NJ 2005/467 (CBB/JPO)) bezig is geweest om de scherpe kantjes van het leerstuk af te vijlen.

Sindsdien staat de vrijheid om onderhandelingen af te breken weer ondubbelzinnig voorop. Dit is terecht, zowel om principiële als om praktische redenen. Het maatschappelijk verkeer is immers gefundeerd op contracts- en wilsvrijheid, zodat beperkingen daarvan per definitie uitzonderingen moeten zijn. Ook is effectief onderhandelen in de praktijk alleen mogelijk wanneer het afbreken van de gesprekken een reële optie is.

Aansprakelijkheid wegens het afbreken van onderhandelingen is dan ook niet snel aan de orde wanneer onderhandelingen een natuurlijke dood zijn gestorven, bijvoorbeeld wanneer partijen te veeleisend zijn geweest of hun kaarten verkeerd hebben gespeeld (vgl. het recente HR 10 juli 2015, ECLI:NL:HR:2015:1870). Aansprakelijkheidsrisico’s bestaan daarentegen wel wanneer de afgedankte partij te lang aan het lijntje is gehouden of zelfs nooit een echte kans op een overeenkomst blijkt te hebben gehad. Anders gezegd: wanneer de ander een verkeerde indruk van zijn kansen is gegeven en daardoor in zijn zelfbeschikkingsrecht is beperkt.

De praktijkjurist gokt er overigens niet op en maakt zelf afspraken over het mogen afbreken van onderhandelingen en het dragen van de onderhandelingskosten. Dat is duidelijk, houdt de onderhandelingen scherp en voorkomt zinloos procederen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven