Stel je voor dat een strafrechter een uitspraak doet en de officier van justitie deze dagen eerder ontvangt dan de verdachte om wie het gaat. Denk je dat dat geaccepteerd zou worden? Zo begint familierechtadvocaat Ingrid Vledder twee maanden geleden een bericht op LinkedIn. Wat we in een strafzaak kennelijk niet accepteren, is ‘normaal’ in het familierecht: als de kinderrechter een beslissing neemt waarbij (bijvoorbeeld) een kind uit huis wordt geplaatst, dan krijgt Jeugdbescherming deze uitspraak via de e-mail dagen eerder dan de advocaat en de ouder ‘die op de postduif aan het wachten zijn’.
In strijd met de wet
De wet is volgens Vledder duidelijk: de rechtbank verstuurt zo spoedig mogelijk een afschrift aan de procespartijen. Hieruit volgt niet dat de ene procespartij eerder de beschikking mag ontvangen dan de andere, aldus Vledder. Maar de praktijk is anders. Via een apart digitaal knooppunt (CORV) – waarop de advocatuur niet is aangesloten – worden berichten tussen de Raad en gecertificeerde instellingen gewisseld, wat volgens Vledder in strijd is met de wet.
Procedurele rechtvaardigheid
Zij verwijst naar hun reflectierapport van de jeugdrechters (begin dit jaar), waarin zij constateerden dat ouders een gebrek aan procedurele rechtvaardigheid ervaren. Zij voelen zich onvoldoende geïnformeerd, niet gehoord en niet serieus genomen. Maar die ervaren procedurele onrechtvaardigheid wordt niet opgelost door alleen ‘beter te luisteren.’ “Er zal veel meer moeten gebeuren om de rechtsbescherming van ouders en hun kinderen te verbeteren, bijvoorbeeld het gelijktijdig versturen van beschikkingen aan alle procespartijen”, eindigt Vledder haar bijdrage.
Signaal
Gisteren sprak Vledder met Henk Naves (voorzitter van de Raad voor de rechtspraak) en met Ellen van Kalveen (voorzitter van de Landelijke expertgroep jeugdrechters) over deze kwestie. Uit het gesprek blijkt dat de Rechtspraak serieus met dit signaal aan de slag gaat. De verwachting is dat landelijk vanaf juli 2024 beschikkingen gelijktijdig aan advocatuur en Raad/Jeugdbescherming zullen worden verzonden. Bij het Landelijk overleg Vakinhoud Familie en Jeugd (LOVF) op maart zal worden voorgesteld om tot die tijd de beschikkingen via Zivver aan advocaten te versturen, zodat gelijktijdige ontvangst wordt verzekerd.
Inmiddels heeft deze vergadering van het Landelijk overleg Vakinhoud Familie en Jeugd plaatsgevonden, zo laat een woordvoerster van de Rechtspraak weten. Daar is besloten dat, totdat de digitale toegang voor advocaten in civiele jeugdzaken binnen alle gerechten is gerealiseerd, de beschikking zowel via post als via het beveiligd mailsysteem Zivver naar de advocaten wordt gestuurd. Hierdoor worden advocaten gelijktijdig met de Raad voor de Kinderbescherming en de Jeugdbescherming op de hoogte gesteld van de uitspraak van de rechter. Deze werkwijze geldt in elk geval voor uitspraken die vanaf 1 april 2024 worden gedaan. Op het moment dat de advocatuur kan aansluiten op Digitale Toegang zullen de beschikkingen niet langer per Zivver verzonden worden. In de komende periode wordt onderzocht op welke wijze ook de ouders zo snel mogelijk digitaal op de hoogte gebracht kunnen worden van de uitspraak.
Dit bericht is aangepast op 12 maart.