Deze maand werd wederom de Klare Taalbokaal uitgereikt, waarvoor dit jaar de eer ging naar bestuursrechter Koen de Meulder en gerechtsjurist Marianne van der Knijff van de rechtbank Midden-Nederland (De Meulder werd daarenboven door Mr. nog eens beloond door hem uit te roepen tot mr. van de week). Hun ‘glasheldere uitspraak’ over het trainingscomplex van FC Utrecht kan als voorbeeld dienen voor alle rechters in Nederland. Uiteraard zijn er ook voorbeelden waaruit vooral blijkt hoe het níét moet.
Vaag verhaal
Als er ook een Vaag Verhaalbokaal zou worden uitgereikt, zou deze over 2021 zonder twijfel het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) ten deel vallen. Raimond Dufour (Dufour Advocatuur) vond in de ECLI-dataset de langste zin uit alle rechtsoverwegingen in 2021, en deelde de ‘winnaar’ op LinkedIn. Het ging hierbij om passages zonder opsommingen en citaten: “de rechter is hier echt zelf aan het woord.”
Liefst 1338 tekens, 222 woorden, 221 spaties en één spelfout, zo telde deze jurist met een grote belangstelling voor statistiek en legal tech. Hij is al een poosje bezig met het analyseren van de uitspraken op rechtspraak.nl. Begin dit jaar maakte hij een ranglijst van de verschillende rechtsprekende instanties op basis van de gemiddelde lengte van hun uitspraken (van weinig naar veel woorden: Hoge Raad, Raad van State, rechtbanken en gerechtshoven).
Python
Zijn nieuwste ontdekking is het resultaat van een “projectje” om de programmeertaal Python beter onder de knie te krijgen, zo laat hij Mr. weten. De zin in kwestie kwam voor in de CBb-uitspraak van 2 november 2021, die ging over de uitgifte van obligaties ten behoeve van investering in windturbines in het kader van de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc).
– tekst gaat verder onder kader –
Het CBb construeerde de volgende zin:
“Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat WSF met betrekking tot de aankoopwaarden essentiële informatie heeft weglaten, zodat sprake is van een overtreding van artikel 8.8 van de Whc in verbinding met artikel 6:193b, derde lid, onder a, in samenhang met artikel 6:193d, eerste lid, van het BW, dat WSF met betrekking tot de restwaarden informatie heeft verstrekt die feitelijk onjuist is of die de gemiddelde consument misleidt of kan misleiden waardoor de gemiddelde consument een besluit over een overeenkomst neemt of kan nemen dat hij anders niet had genomen, zodat sprake is van een overtreding van artikel 8.8 van de Whc in verbinding met artikel 6:193b, derde lid, onder a, in samenhang met artikel 6:193c, eerste lid, van het BW en dat WSF met betrekking tot de mededeling dat tot op heden geen management- en beheervergoedingen zijn geïncasseerd
en dat de incasso daarvan voorlopig is opgeschort misleidende informatie heeft verstrekt dan wel informatie heeft weggelaten en dat sprake is van een overtreding van artikel 8.8 van de Whc in verbinding met artikel 6:193b, derde lid, onder a, in samenhang met artikel 6:193c, eerste lid, van het BW dan wel artikel 6:193d, eerste lid, van het BW voor zover het gaat om
de door AFM onderzochte periode 10 juli 2015 tot en met 3 oktober 2018.”
Aanmoediging
Ter verdediging van het beroepscollege verdient nog opmerking dat ook hier wel degelijk wordt gewerkt aan het begrijpelijk opschrijven van technisch vaak lastige uitspraken. Als blijk van erkenning daarvan ontving het CBb daarom een aanmoedigingsprijs van de Klare Taalbokaaljury, voorgezeten door president van de Hoge Raad Dineke de Groot.
