OM-topman Otte zegt dit in een interview in De Gelderlander.
Voorwaardelijke invrijheidsstelling
De Wet straffen en beschermen wijzigt in de Penitentiaire beginselenwet en het Wetboek van Strafrecht de zogenoemde detentiefasering. Kern van de nieuwe wet is dat het recht op voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) vervalt na tweederde van de vrijheidsstraf. Nu kan het OM v.i. verlenen als de gedetineerde tweederde van zijn straf heeft uitgezeten. De maximale duur is tien jaar. Vanaf 1 juli is de duur beperkt tot maximaal twee jaar.
Voorwaarden
Doel van de v.i. is resocialisatie van gedetineerden, maar Otte spreekt liever van ‘re-integreren’. Dat kan worden bereikt door aan de invrijheidstelling algemene en bijzondere voorwaarden te verbinden, gericht op het verkleinen van de recidivekans en door toezicht en begeleiding. Bij niet naleving van de voorwaarden dreigt herroeping van de invrijheidstelling. Het OM beslist over de toekenning en voorwaarden.
Verantwoordelijkheid
Dat idee werd overigens door het OM niet meteen omarmd. “We dachten sinds 2010 helemaal af te komen van de executie van straffen”, zegt Otten. “Daarom hebben we er lang over getwijfeld. We hebben toch ja gezegd, want als je magistraat bent, moet je die verantwoordelijkheid niet ontlopen. We hebben per slot van rekening ook ruime ervaring met dit soort beslissingen. Als het moet, dan moet het.’’
Gevoelig aspect
Op de vraag of het OM er klaar voor is om deze taak erbij te nemen nu het al piept en kraakt in de strafrechtketen, antwoordt de PG dat zijn organisatie zich al heel lang voorbereidt op de gevolgen van de nieuwe wet. Maar “een gevoelig aspect” is nog wel “het werk in de richting van het slachtoffer”, aldus Otte. “We moeten weten of het slachtoffer bezwaren heeft tegen de voorwaardelijke invrijheidstelling. Het slachtoffer moet ook worden geïnformeerd. Daarnaast moeten we van veel organisaties andere informatie krijgen.”
Dat werk zou met een ict-systeem enorm vergemakkelijkt worden, stelt hij. “Dat is er nog niet, dus we wisselen vooralsnog papieren documenten uit. Het betekent dat we een wet invoeren zonder dat de condities daarvoor optimaal zijn. Maar daar lopen we niet voor weg.’’
Kritiek
Volgens demissionair minister Dekker voor Rechtsbescherming zijn de nieuwe regels rechtvaardiger en geven zij meer gehoor aan de roep uit de samenleving om strenger te straffen. Voor de nieuwe wet is veel politieke steun, maar strafrecht- en detentiedeskundigen zijn zeer kritisch.
Een punt van kritiek is dat gedetineerden minder tijd hebben om te werken aan hun terugkeer in de maatschappij. Op de vraag of Otte die zorg deelt, antwoordt hij: “Veel hangt af van wat er in de gevangenis gebeurt. Als die veel met de gevangene heeft gedaan, aan agressiebeheersing bijvoorbeeld, zal de re-integratie daarna makkelijker gaan. Met een heel kaal gevangenisregime ligt er inderdaad grote druk op de voorwaardelijke invrijheidstelling, om in die twee jaar nog iets met iemand te ondernemen. Ik wil ook wel benoemd hebben dat mensen niet voor hun zweetvoeten zitten.’’