Wat was de aanleiding om een proefschrift te schrijven over risico’s die consumenten lopen bij het downloaden van apps?
In de beginjaren als docent had ik de ambitie om te gaan promoveren. Ik ben toen de juridische literatuur ingedoken en heb verschillende onderzoeksideeën besproken met collega’s. Al vrij snel kwam ik uit op het onderwerp digitale inhoud, waarover privaatrechtelijk bezien nog veel vragen onbeantwoord zijn en daarmee geschikt om een proefschrift over te schrijven. Daarnaast vond ik het natuurlijk een heel interessant onderwerp, dat tevens maatschappelijk relevant is.
Welke risico’s lopen we dan eigenlijk?
We kunnen bijvoorbeeld denken aan risico’s op het terrein van beveiliging of privacy, maar het kan natuurlijk ook dat een app überhaupt niet of niet naar behoren functioneert.
Wie een app downloadt moet zich door ellenlange, meestal onbegrijpelijke algemene voorwaarden worstelen. Die accepteer je dan maar snel. Zou dat niet handzamer kunnen?
In mijn proefschrift besteed ik onder meer aandacht aan de zogenoemde precontractuele fase. Het probleem is dat de meeste consumenten algemene voorwaarden niet lezen. Relevant voor het tonen van informatie bij overeenkomsten op afstand is artikel 6:230v BW, op basis waarvan informatie aan de consument dient te worden verstrekt op een wijze die passend is voor de gebruikte middelen op afstand. Consumenten zullen op hun smartphone snel doorklikken omdat ze de app direct willen gebruiken. Ik heb in mijn proefschrift betoogd dat informatieplichten dienen te worden verstevigd en dat daarbij tevens aandacht dient te worden besteed aan de vorm, bijvoorbeeld aan de hand van pictogrammen. Op die manier wordt informatie handzamer en wordt aandacht besteed aan de begrijpelijkheid van informatie voor consumenten.
Hoe kunnen consumenten beter worden beschermd tegen deze risico’s?
Voor consumenten is belangrijk dat zij in eerste instantie worden geïnformeerd over het mogelijke bestaan van die risico’s. Kiest de consument ervoor een bepaalde app te downloaden en doet zich vervolgens een bepaald risico voor, dan zal moeten worden beoordeeld of de betreffende app non-conform is. Omdat de conformiteitstoets een open norm is, zijn standaarden nodig om consumenten houvast te bieden. Wanneer de rechter oordeelt dat de digitale inhoud non-conform is, zijn vervolgens passende remedies van belang om de consument te beschermen. In aanvulling op remedies in het BW, zouden gedragsregels een goede aanvulling zijn om plichten op aanbieders van digitale inhoud te leggen wanneer zich lastig of niet te herstellen nadeel voordoet. Denk hierbij aan het geval waarin foto’s zijn verdwenen of juist zijn verspreid over internet als gevolg van gebrekkige digitale inhoud. Aanbieders zouden zich op basis van die regels in moeten spannen het nadeel zo veel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.
U stelt voor het Burgerlijk Wetboek te wijzigen. Hoe ziet die aanpassing eruit, en krijgt u Den Haag wel mee?
De toepasselijke regels voor overeenkomsten over digitale inhoud en digitale diensten wijzigen binnenkort naar aanleiding van de implementatie van de richtlijn hierover (2019/770). De regels zijn toegesneden op digitale inhoud en kennen een ruime toepasselijkheid. Ze worden in een aparte titel (1AA) neergelegd en zijn daardoor makkelijk vindbaar. In aanvulling op die regels heb ik in mijn proefschrift voorgesteld nieuwe gedragsregels te ontwikkelen die plichten leggen op aanbieders van digitale inhoud. Daarvoor hoeft het Burgerlijk Wetboek niet te worden aangepast.
Iedere wijziging in de app-voorwaarden zal een aantasting zijn van de macht van de grote techbedrijven achter deze apps. Is dapperheid een karaktertrek van u?
Om een proefschrift af te ronden en nieuwe aanbevelingen te doen, is naast doorzettingsvermogen enige dapperheid vereist.
Als u het voor het zeggen had…
Dan worden er ook na de coronapandemie minder niet-noodzakelijke vliegreizen gemaakt.
Wat is niet over u bekend, dat wel interessant is?
Dat ik een echt ochtendmens ben, net als mijn dochter waarmee ik iedere dag voor zes uur opsta.
Wie is voor u een bron van inspiratie?
Mijn promotoren Stéphanie van Gulijk en Vanessa Mak.
Welk boek las u het laatst?
Mijn proefschrift ter voorbereiding op mijn verdediging op vrijdag 9 april.
Wat staat er bovenaan op uw bucketlist?
Ik heb geen echte bucketlist, maar hoop wel een mooie reis te kunnen maken wanneer dat weer mogelijk is.
Met welke beroemdheid zou u in quarantaine willen zitten?
Nelson Mandela als strijder tegen apartheid en winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede. Maar dat gaat helaas niet meer.
Benieuwd naar de studententijd van Daniëlle Op Heij? Lees het hier.