Danny Mekić over gewonnen rechtszaken tegen Twitter en de grenzen van de wet

Danny Mekić is promovendus bij het Centrum voor Recht en Digitale Technologie van de Universiteit Leiden (eLaw), en Eindhoven University of Technology. Hij won vorige week twee rechtszaken tegen Twitter. Dat was onder meer vanwege een shadowban, een voor hemzelf onzichtbare blokkade van zijn account op wat inmiddels ‘X’ heet. ‘Tech-bedrijven zoeken steeds vaker de grenzen van de wet op.’

Delen:

Danny-Mekic
Danny Mekić

Hoe voelde het om van een techreus te winnen, als ‘techjurist’?
“Het voelde als een mix van vreugde en opluchting. De rechtszaken hebben mijn promotieonderzoek vertraagd, maar gelukkig was alle tijd en moeite niet voor niets.”

Wat was de belangrijkste reden voor u om de zaken aan te spannen?
“Een gebrek aan reactie van Twitter op mijn contactpogingen na de onterechte shadowban, en het niet-reageren op mijn inzageverzoek. Mijn idee was: Ik begin deze zaken, dan komt het hopelijk op het bureau van een mens terecht die het alsnog oppakt. Maar in plaats daarvan stuurde Twitter vijf advocaten met stapels verweren.”
“Achteraf bleek dat Twitter mij een shadowban had gegeven na het delen van een NOS-artikel en citaat van Prof. Frederik Zuiderveen Borgesius. Dat ging over de disproportionaliteit van het wetsvoorstel van de Europese Commissie om alle digitale communicatie van alle burgers van de Europese Unie te gaan scannen op mogelijke strafbare feiten.”

Hielp bij het aanspannen van de zaken dat u promovendus, deskundig bent, in internetrecht aan de Universiteit Leiden?
“Mijn academische achtergrond heeft zeker geholpen bij het identificeren van de zwakke punten in de argumenten van Twitter. Om een voorbeeld te geven: Twitter probeerde de geautomatiseerde beslissingen die tot de shadowban leidden voor te stellen als geautomatiseerde ‘acties’, die zogenaamd niet onder de AVG zouden vallen. Ook zou de DSA niet van toepassing zijn omdat de shadowban betrekking had op mijn hele account, en niet enkel op ‘specifieke informatie’. Mijn opgedane kennis en ervaring hielpen me te begrijpen en te verwoorden waarom deze redeneringen onjuist waren.”

Heeft u de zaak in eigen naam gevoerd, of kreeg u hulp vanuit de universiteit?
“De zaak betrof mijn persoonlijke account en was aanvankelijk een impulsief solo-avontuur. Maar al snel dacht ik: waar ben ik aan begonnen? Gezien het belang van deze eerste DSA-zaak boden Christiaan Alberdingk Thijm, Silvia van Schaik en Alexander van Lunteren van bureau Brandeis aan om op de achtergrond mee te kijken. Mijn supervisor prof. Gerrit-Jan Zwenne gaf waardevolle feedback op mijn pleitnotities. In de rechtszaal heb ik zelf gepleit en werd ik gesteund door familieleden. Ik ben hen allen zeer dankbaar.”

Dat het een van de eerste uitspraken is na de invoering van de nieuwe Europese tech-wet, is vast slagroom op de taart?
“Absoluut, hoewel het proces van betekenen in Ierland me op dit moment bezighoudt. Dat is complex en kostbaar. Daarom ben ik niet zo in de stemming voor ‘slagroom’.”

Hoe belangrijk is het voor de burger dat dit soort zaken tegen internetreuzen als Twitter worden aangespannen?
“Grote techbedrijven worden met de dag belangrijker én dominanter in ons leven. Daarbij zoeken ze de grenzen van de wet op, omdat het een lucratief onderdeel van hun verdienmodel is. Ze kunnen het zich immers veroorloven om advocaten, boetes en dwangsommen te betalen, maar kleinere concurrenten niet. Toezichthouders hebben hier hun handen vol aan zeggen ze of houden hun handen voor hun ogen, zoals de Ierse DPC. Daarom zijn zaken als deze zo belangrijk: ze laten zien dat de rechter, zelfs als je zonder advocaat procedeert, een reëel en sneller alternatief is dan de toezichthouders, bij wie ik vorig jaar ook een klacht heb ingediend en van wie ik tot op de dag van vandaag geen inhoudelijke reactie heb ontvangen.”

Wie inspireerde u het meeste in uw juridische bestaan?
“Naast mijn supervisors prof. Jan Smits en prof. Gerrit-Jan Zwenne en voormalig scriptiebegeleider prof. Anna Berlee, zijn dat Marcel Evers, die sinds het begin van de mondkapjesaffaire de oud-vrijwilligers van de mondkapjesstichting pro bono bijstaat, en Christiaan Alberdingk Thijm, die 15 procent van zijn tijd besteedt aan maatschappelijk relevante zaken. Zij inspireren met hun inhoudelijke kennis. Ze laten zien dat je respectievelijk de beste ondernemingsrechtadvocaat en informatierechtadvocaat van Nederland kunt zijn én significante maatschappelijke bijdragen kunt blijven leveren door je expertise beschikbaar te stellen voor zaken met een algemeen belang.”

Wat is niet over u bekend, dat wel interessant is?
“Er volgt binnenkort nog een uitspraak tegen een ander groot techbedrijf. Voor mij is dat een belangrijke zaak, die mogelijk ook weer anderen kan helpen.”

Welke online-publicatie vindt u de moeite waard, en waarom?
“Het weblog van Bert Hubert, een tech-expert die een kritische blik werpt op de nationale en Europese politiek en het technologiebeleid. Toen ik hem eens vroeg hoe ik hem moet noemen zei hij: ‘big nerd’. In zijn blogposts, die vaak diepgaand en technisch van aard zijn, legt hij complexe onderwerpen op een toegankelijke manier uit. Een aanrader dus: https://berthub.eu/articles/

Met wie zou u op een onbewoond eiland willen zitten?
“Ik zou nog niet op een onbewoond eiland willen zitten. Er is nog te veel te doen in de bewoonde wereld.”

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven