De Brauw en NautaDutilh: ‘Rechtsbijstand gaat alle advocaten aan’

Delen:

Een goed werkend stelsel van rechtsbijstand gaat de advocatuur als geheel aan, maar de overheid is in eerste instantie verantwoordelijk. Dat is de mening van managing partners Geert Potjewijd (De Brauw Blackstone Westbroek) en Petra Zijp (NautaDutilh). Ze reageren daarmee op de oproep van minister Dekker dat ook commerciële kantoren hun verantwoordelijkheid moeten nemen voor de rechtsbijstand aan kwetsbaren in de samenleving.

Potjewijd en Zijp zijn het met de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) eens dat de overheid als eerste aan zet is om rechtsbijstand te organiseren voor mensen met een kleine beurs. Potjewijd noemt het in het belang van de rechtzoekenden dat de advocatuur in brede zin meedenkt. In een brief aan minister Dekker heeft de NOvA eerder het standpunt verkondigd dat rechtshulp een taak is van de overheid, en dus niet van de commerciële kantoren.

Petra Zijp
Petra Zijp

Petra Zijp (NautaDutilh) onderstreept het belang van een toegankelijke rechtspraak en de rol van de sociale advocatuur daarin. “Het feit dat de toegang tot het recht van minder bedeelden op dit moment onder druk staat baart ook ons zorgen,” verklaart Zijp. “Dat minister Dekker – ook buiten de gebaande paden – naar oplossingen zoekt juichen wij toe. Wij kijken uit naar een gesprek met de minister.”

Als groot commercieel kantoor is NautaDutilh zich bewust van zijn maatschappelijke rol. “Dat neemt niet weg dat de toegang tot het recht een grondrecht is dat de Staat behoort te waarborgen,” meent Zijp. “Een dergelijke kernverantwoordelijkheid kan de Staat niet afschuiven op private partijen.” Zijp trekt een vergelijking met de discussies rondom het lerarentekort. “Dat ouders, als de nood aan de man is, gevraagd wordt bij te springen is begrijpelijk en velen doen dat gelukkig ook, maar een structurele oplossing is dat natuurlijk niet.”

Geert Potjewijd
Geert Potjewijd

Geert Potjewijd ziet de NOvA als de aangewezen partij om namens de beroepsgroep alle belangen te wegen en de wetgever te voorzien van advies om tot een duurzaam stelsel te komen. “Hierin ondersteunen we de NOvA natuurlijk graag,” zegt hij.

Solidariteit

De aanleiding voor de vragen van Mr. was de brief van vrijdag 9 november van minister Dekker aan de Tweede Kamer. In deze brief over de hervorming van de rechtsbijstand schrijft Dekker onder meer: “Net zoals van sociale advocaten mag worden gevraagd zich niet volledig afhankelijk te maken van overheidssubsidies, mag van commerciële advocatenbureaus een maatschappelijke tegenprestatie worden verwacht. De komende tijd zal ik dan ook in gesprek gaan met commerciële advocatenkantoren om te bezien op welke wijze zij bij kunnen dragen aan de ontwikkeling van een meer duurzaam stelsel voor rechtsbijstand. Het uitgangspunt daarbij is een grotere solidariteit binnen de beroepsgroep en het in gezamenlijkheid invulling geven aan de toegang tot het recht van minder bedeelden.”

De redactie van Mr. vroeg aan de zes grootste advocatenkantoren van Nederland of ze zich aangesproken voelen door de oproep van Dekker. Alleen De Brauw Blackstone Westbroek en NautaDutilh reageerden inhoudelijk. Houthoff, Stibbe en Loyens & Loeff en AKD konden of wilden niet reageren.

Potjewijd heeft in een artikel in Mr. eerder benadrukt dat de advocaat een verplichting heeft aan de samenleving. Daarom stelt De Brauw kennis en ervaring beschikbaar aan mensen die de middelen daarvoor zelf niet hebben. Ook behartigt De Brauw hun belangen. “Voorbeelden hiervan zijn onze juridische hulp aan organisaties die de wereld verbeteren, zoals The Ocean Cleanup en de hulp aan de Moeders van Srebrenica.” Ook doet De Brauw principiële cassatiezaken voor individuele werknemers. In dergelijke zaken trekt De Brauw samen op met advocaten met andere specialisaties.

Code Drion

De bijdrage van commerciële kantoren aan de rechtsbijstand is al jaren een gevoelig onderwerp in de advocatuur. In 2006 lanceerde Coen Drion (toen Kennedy Van der Laan, later Hoge Raad, nu Jones Day) zijn Code Drion. Volgens deze zelfregulering, geen wet zoals hij benadrukte, zouden deelnemende advocatenkantoren beloven dat ze 1) specialistische kennis ter beschikking zouden stellen aan collega-advocaten, 2) een aantal eigen advocaten beschikbaar zouden houden voor rechtzoekenden die anders achter het net vissen en 3) geld zouden storten in een fonds dat wordt gebruikt voor bijvoorbeeld proefprocessen en om mensen te helpen die ondanks 1 en 2 verstoken blijven van juridische bijstand. Voor de Nederlandse Orde van Advocaten had Drion een beherende en toetsende rol in petto.

De code is echter nooit van de grond gekomen. De Orde stelde ook toen al dat de overheid aan zet is. Veel grote kantoren zagen geen rol voor zichzelf weggelegd. Ze betoogden dat ze al heel veel doen voor maatschappelijke organisaties en dat ze de expertise missen voor kwesties waar veel gewone burgers mee worstelen (bijvoorbeeld burenrecht, echtscheidingen).

In een afscheidsinterview in Mr. pleitte vertrekkend algemeen deken Jan Loorbach er in juni 2013 vergeefs voor om de Code-Drion nieuw leven in te blazen. In een artikel in het Advocatenblad reageerden commerciële advocaten dat ze af en toe pro-bono zaken doen en met sponsoring en maatschappelijk verantwoord ondernemen ook hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven