Een klein berichtje op het rechtspraak-internet: vanaf 1 maart komen er iPads. Het is nog niet duidelijk hoe, hoeveel, en voor wie. Maar na mijn testrun met een van het Openbaar Ministerie geleende iPad (klik hier voor mijn mr-online blog met het verslag) vind ik het een mooi bericht. Mijn voorspelling vorig jaar was dat het gebruik van iPads de invoering van digitale dossiers in de rechtspraak zou bevorderen.
Gisteravond zag ik op de BBC David Hockney met een iPad een landschap schilderen. Hij heeft nu een grote tentoonstelling in de Royal Academy in Londen, en daarvoor heeft hij hele grote landschappen gemaakt. Felle, bijna lichtgevende kleuren. Dat komt omdat hij die iPad is gaan gebruiken, en hij ontdekt daarmee allerlei nieuwe mogelijkheden. Hij schildert buiten, in het landschap zelf. Met de iPad wordt dat bijna directer dan met verf. Bijna terloops zei hij tegen de interviewer: tja, je moet wel bedenken dat Constable niet buiten kon werken, want hij leefde vijftig jaar voor de uitvinding van de metalen tube. Hij maakte verf aan, maar kon die niet luchtdicht bewaren dus de verf droogde snel uit. De verf kon dus niet mee naar buiten. Verf in een afsluitbare tube droogt niet meteen uit. De uitvinding van die verftube maakte het dus mogelijk om verf mee te nemen en buiten te gaan schilderen, en dat was het begin van het Impressionisme. Stel je dat eens voor, zoiets simpels als een metalen tube en dan komen er Monets en Van Goghs.
Het deed mij sterk denken aan wat ik vorig jaar las over de uitvinding van het alfabet. James Gleick schreef The Information, een van de meest prominente boeken van 2011. Gleick beschrijft bijna aan het begin van het boek hoe het alfabet werd uitgevonden. Toen dat er eenmaal was vervlogen de woorden niet meer, maar kon je ze bestuderen. Het geschreven woord was een noodzakelijke voorwaarde voor het bewuste denken zoals wij dat kennen. Aristoteles kon na de uitvinding van het schrift de logica uitvinden: hij kon een tekst bestuderen en er structuur in aanbrengen. De formele logica is een Griekse uitvinding die mogelijk werd nadat eerst het alfabet was uitgevonden. Geweldig.
Het liefst zou ik als onderzoeker ook zo’n prachtig verband willen ontdekken, en dan tussen informatietechnologie en de ontwikkeling van het recht. Ik ben dan ook altijd op zoek naar nieuwe dingen die mogelijk zijn gemaakt door informatietechnologie. Maar als je zelf midden in de verandering zit is het lastig om dat soort overzicht te hebben. Het is dus eigenlijk nog te vroeg om te zeggen dat de uitvinding van elektronische informatie ook zo’n enabler is, en wat die precies gaat opleveren. Zeker is wel dat onze manier van leven behoorlijk aan het veranderen is.
En hoe zit dat eigenlijk met de rechtspraak? Wat ik zie gebeuren, maar dat is dus nog geen definitief antwoord op die vraag: Informatie kan razendsnel worden verspreid. Iedereen die een computer kan bedienen – en dat wordt met die iPads alleen maar eenvoudiger – heeft toegang tot oneindig veel informatie, en wel vierentwintig uur per dag. We raken eraan gewend dat we op elk moment alle informatie tot ons kunnen nemen. Voor de rechtspraak zijn er nog een paar kandidaten die allemaal niet zo aaibaar zijn maar wel dramatisch effect kunnen hebben: tekstverwerking die grotere consistentie ondersteunt, zaakregistratiesystemen, die procescontrole mogelijk maken, waarmee doorlooptijden verkort kunnen worden. Ik heb ooit eens uitgerekend dat in landen waar de gerechten zaakregistratiesystemen civiele zaken ongeveer tweemaal zo snel worden afgedaan als in landen die geen zaakregistratiesystemen hebben. Internettechnologie heeft voor het publiek en voor de rechtspraktijk de mogelijkheid gebracht om eenvoudig kennis te nemen van veel meer rechterlijke beslissingen. De rechters zelf vinden de toegang tot bronnen en kennissystemen de grootste vooruitgang. Mooi, maar dit heeft nog niet de wow-factor waar ik het hierboven over had. Het is nog te vroeg om dat een paradigmatische verschuiving te noemen. Dat geldt trouwens misschien ook wel voor de impressionisten, want die maakten nog steeds schilderijen. En onze dossiers zijn immers ook nog steeds van papier. Maar: de mensen die het digitale strafdossier aan het invoeren zijn krijgen de vraag of het niet op een iPad kan in plaats van een traditionele computer, want dat bladert zoveel makkelijker. Voilá.