Uw columnist staat op het punt de geliefde motorfiets de deur uit te doen. Hoe aangenaam het ook is om in de rust en stilte van het groene hart van Holland tussen Amsterdam en werkplaats Leiden heen en weer te rijden, en weer terug, toch wordt dat eentonig. Erg veilig is het evenmin, al is schrijver dezes in het wegverkeer wat rustiger geworden dan in zijn columns. Dan maar met de trein: veel minder gevaarlijk, met meer tijd om kranten en andere belangrijke schrifturen door te nemen. Maar toen ging het mis, met gelukkig weer andere treinen: was het wel zo veilig op het spoor? Dan toch maar weer op de motor?
Een ongeluk dat moest gebeuren – zo beschrijven spoorwegspecialisten de aanrijding, op 22 april jl. bij Amsterdam Centraal. Een dode en ernstig gewonden, van wie sommigen net als de nabestaanden met meer dan alleen herinneringen aan het ongeluk verder zullen moeten leven. Een paar dagen later ging het bij Utrecht bijna mis, dit keer met een in de weg staande werktrein. Nog andere incidenten op en om het spoor werden minder opgemerkt, of bleven helemaal uit het nieuws. Misschien maar goed ook voor treinreizigers, om hen niet nog ongeruster te maken – al blijft personenvervoer per spoor veel veiliger dan welk wegverkeer dan ook. Voor de slachtoffers van het ongeluk te Amsterdam blijft die abstracte veiligheid een schrale troost.
Al dan niet in hun naam werd de jacht op de schuldige(n) dan ook onmiddellijk geopend. Eén van de betrokken machinisten zou door rood sein zijn gereden en daarmee aansprakelijk zijn voor de gevolgen. Het OM onderzoekt of die machinist strafrechtelijk kan worden aangepakt. Alsof dat de gevolgen voor slachtoffers ongedaan kan maken. Of het spoor veiliger maakt. Of leidt tot grotere bereidheid van betrokken personeel om mee te doen aan onderzoek. Vakbonden pleiten dan ook voor vrijwaring van strafvervolging, zolang kwade trouw niet in het spel lijkt. Weer is het afwachten wat het OM gaat doen. Als bekend heeft het gekkere dingen gedaan.
Wie en wat echt schuldig zijn aan dit ongeluk staat overigens allang vast. Ter plaatse waren de sporen alleen beveiligd tegen aanrijdingen met snelheden boven 50 km per uur, als nog steeds op het merendeel der Nederlandse spoorwegen. Technische mogelijkheden om ongelukken bij veel lagere maar daarom niet ongevaarlijke snelheden te voorkomen zijn er al een halve eeuw. Maar het komt er niet van. “Te duur”, wordt gesteld, door allerlei instanties die meer tijd en geld kwijt zijn aan innerlijke en onderlinge strijd dan dat zij besteden aan een, of de kerntaak van het spoorwezen: veilig vervoer voor alles.
Niet de machinist maar die instanties moeten dus eindelijk worden aangepakt. Veel belangrijker dan hier misschien niet zonder meer onverdiende straf is natuurlijk hervorming van NS, Prorail en nog veel meer spelers op en rond het spoor. Eerst veiligheid eindelijk goed regelen, dan de rest.
Die veiligheid is niet alleen belangrijk in de trein. De onomstreden allereerste taak van de staat en al dat er mee samenhangt is er voor te zorgen dat mensenlevens niet onnodig in gevaar worden gebracht. Ook het weg- en ander maatschappelijk verkeer moet zo zijn geregeld dat zo weinig mogelijk doden en ernstig gewonden vallen.
Een open deur van jewelste? Niet voor het net verdwenen kabinet, dat bijvoorbeeld de maximum snelheid in het wegverkeer opvoerde naar 130 km per uur, al staat vast dat daardoor meer doden en gewonden gaan vallen. Wél “sluit het beter aan bij de beleving van de automobilist” volgens de verantwoordelijke minister, alsof directe democratie door “de stem van het volk” het geldend staatsrecht al opzij heeft gezet. (Diezelfde minister was verantwoordelijk voor het uitblijven van behoorlijke spoorbeveiliging.)
De strafrechtspleging doet het niet beter, ondanks de nieuwe naamgeving van het ministerie van justitie, nu ook van veiligheid. Grotere pakkansen leiden aantoonbaar tot minder doden en gewonden, niet alleen op de snelweg. Er wordt weinig aan gedaan. Afrekening staat voorop. Alle aandacht gaat naar meer en harder straffen. De schuld moet immers ergens blijven. Ook hier wordt rationeel bestuur in het belang van mensenlevens verdrongen door ressentiment: misdaad verdient straf, zolang we zelf maar buiten schot blijven en wat de menselijke kosten er van ook zijn. Ook hier wordt Beccaria’s wijsheid vergeten: geen gejammer van gestraften kan ooit de klok terugdraaien, geen leed ondergaan door criminelen kan hun misdaden ongedaan maken.
We moeten terug, niet alleen op het spoor maar met name ook in de strafrechtspleging. Minder doden en gewonden is echt belangrijker dan afrekening achteraf, tegen ongelukkige machinisten en zo veel andere vermeende of zelfs echte criminelen. Voorkomen is beter dan genezen. – Misschien moet die gevaarlijke motor toch ook maar weg. Verbeter de wereld en begin met jezelf, toch?