Een dagje cursus is voor mij een dagje uit. Het begint al in de trein. Normaal begint mijn dag op de fiets, dus als een kind zo blij stap ik, hete koffie en een slappe croissant in de hand, in de overvolle spitstrein naar Utrecht. Dat klinkt misschien niet meteen heel aantrekkelijk, maar hete koffie drinken op de fiets is, zeker in het spitsverkeer, levensgevaarlijk en dus is koffie tijdens de reis voor mij een ongekende luxe.
Op de cursuslocatie is het stil. Als ik binnenkom denk ik even dat ik de enige ben, maar de koffieruimte blijkt vol te zitten. Nou ja, vol… per tafel zit één persoon en zonder uitzondering zijn ze druk bezig met hun telefoon of krant. Ik pak ook een kopje koffie en ga aan het laatste lege tafeltje zitten. Omdat de cursus pas over een kwartier begint, kijk ik in mijn tas naar iets om mij mee te vermaken. Ten overvloede, want ik weet precies wat er in mijn tas zit. Een wetboek, een lege papieren koffiekop, de lege verpakking van een slap croissantje, de nodige rommeltjes en een glossy. Ik kijk om mij heen en krijg de indruk dat iedereen voor de gelegenheid een kwaliteitskrant heeft aangeschaft. Daar had ik ook aan moeten denken. Zelfs al zou ik alleen de sudoku in de krant gaan maken, alles lijkt hier meer geoorloofd dan om het tijdschrift uit mijn tas te halen en mij te verdiepen in de mode voor de komende winter.
Ondertussen begint het ook voller te worden in de koffieruimte en is aan mijn tafeltje een man aangeschoven die druk aan het bellen is met een collega. Een collega die duidelijk lager in rang staat dan mijn nieuwe tafelgenoot, zo blijkt uit de manier waarop het gesprek, althans aan de kant die ik kan horen, verloopt.
“Je moet ook wel de lead nemen, laat weten wie de baas is, maak van jezelf geen pushover man, maar geef de cliënt het idee dat je totally in control bent.”
De man gebaart naar mij met een gezichtsuitdrukking die vermoedelijk ‘werkelijk waar, wat een idioot’ moet betekenen. Maar gezien de routine die uit het gebaar spreekt in combinatie met de gezichtsuitdrukking van de man zou het ook kunnen dat hij gewoon een tic heeft.
Ik heb inmiddels mijn telefoon uit mijn tas gediept en doe wat iedereen hier doet die is vergeten om een krant te kopen; ik scrol door mijn facebook-pagina met een gezicht alsof ik op het punt sta om de Schijf van Phaistos te ontcijferen. Of toch op zijn minst een aantal Zeer Belangrijke werkmails aan het lezen ben.
“De due diligence kan ook door die andere nieuwe worden opgepakt, die meid met die rokjes (hij knipt ongeduldig met zijn vingers), dinges ofzo. Concentreer jij je gewoon op de task at hand en manage die relatie een beetje.”
“(…)”
“With all due respect man, slapen doe je maar als je dood bent, tot die tijd is het zaak om billable to the max te zijn, als je begrijpt wat ik bedoel. HAHAHA. Ik bedoel, iedereen wil de top van de corporate ladder bereiken, maar dan zal je wel alle treden moeten nemen, waar of niet.”
Weer een wanhopige blik (of tic) richting mij en het lijkt alsof het gesprek zich in de afrondende fase bevindt. Ik heb medelijden met de gesprekspartner van de man, want ik heb voldoende stages gelopen om te weten dat zulke mannen uiteindelijk verwachten dat je na een dergelijk gesprek precies begrijpt wat er van je verwacht wordt.
De man hangt op. “Seriously”, zegt hij tegen mij, onderwijl draaiend met zijn ogen. “Soms heb ik het idee dat die ondersteunende types alleen maar worden aangesteld om mijn geduld als advocaat zijnde te testen.”. Dit besluit ik als een retorische vraag te interpreteren en ik lach hem doe op een manier die, hoop ik, vriendelijk genoeg is maar niet uitnodigt tot een gesprek. Dan richt ik mij weer op mijn telefoon. Ik weet namelijk dat ik, als ik met deze man in gesprek ga, al snel gedwongen zal zijn om te zeggen dat ik geen advocaat ben maar jurist. In het klassensysteem van deze man zal dat mij meteen een label als ‘ondersteunend type’ opleveren en zijn mening daarover is mij wel duidelijk. In mijn telefoon noteer ik snel een aantal van de cryptische zinnen die ik deze man in de afgelopen vijf minuten heb horen zeggen en besluit hem op mijn eigen manier een hak te zetten. Niet dat hij ooit een blog van een ondersteunend type zal lezen, maar toch….
En dan moet het hoogtepunt van de dag, de cursus zelf, nog beginnen! Zoals ik al zei, een dagje uit.