Aan het begin van een schooljaar waren al je schriften altijd nog zo mooi. Ik nam me dan voor om alleen maar in mijn netste handschrift te schrijven en na te denken voordat ik iets opschreef, zodat ik nooit iets zou hoeven doorstrepen. Een nieuwe agenda, ook zo’n feest. Op de eerste pagina vulde je zelfs je bloedgroep in. Met een kalligrafeerpen, in schuinschrift. In deze agenda, zo bezwoer ik mezelf, zou al het huiswerk op de juiste dag netjes worden ingevuld. Binnen een week was van al deze plannen niets meer over, was mijn huiswerk onleesbaar, misten er pagina’s uit mijn agenda en zagen de schriften er uit alsof ze de hele week in een plas water hadden gelegen.
Het opstarten van een nieuw kantoor is net zoiets, maar dan natuurlijk heel anders. Het plan was om vanaf het begin alles perfect op orde te hebben. Chique koffie- en theekoppen, mooie gordijnen, dossiermappen met kleurcodering en een uniformiteit in inventaris die zelfs tot in de prullenbakken werd doorgevoerd. Helaas heeft de werkdruk roet in het eten gegooid en is de focus logischerwijs verschoven naar het inhoudelijke werk.
Als ik zo om mij heen kijk begint het toch al aardig te wennen. Mijn stoel en bureau staan op een voor mij comfortabele hoogte, plakband en nietmachine staan in het gelid naast het beeldscherm van mijn computer en in mijn lades begint zich alweer een gezellige verzameling haarelastiekjes, make-up en onduidelijke papieren te verzamelen. Ik zie dat op mijn tafel zelfs al een zwarte streep van mijn hak zit, omdat ik me laatst tijdens het lezen van processtukken met mijn voeten op het bureau had geïnstalleerd. Een prullenbak ontbreekt nog wel, waardoor er op de hoek van mijn tafel een bananenschil en een stapeltje verfrommelde post-its liggen. Ik moet er aan denken om die zo mee naar beneden te nemen en weg te gooien.
Hoe beschrijf ik de dynamiek van het opstarten van een nieuw advocatenkantoor? Vanaf dag één stroomt het werk binnen, dus moeten we flink aanpoten om alle cliënten goed van dienst te kunnen zijn. Daar tussendoor komen de gebruikelijke opstartproblemen van het werken met nieuwe computersystemen, eigenwijze printers en ongeduldige telefoons. Uren schrijven we eerst nog even op een blocnote waardoor we, nu het urenschrijvensysteem eenmaal werkt, een flinke klus hebben aan het inkloppen van de gemaakte uren.
Het werk is interessant en de manier van werken anders dan ik gewend ben. Voorheen werkte ik zelfstandig en aan vele zaken tegelijk, waarbij de prijs meestal van tevoren vastlag. Nu werk ik samen met een advocaat aan slechts een paar dossiers tegelijk, die op uurbasis gefactureerd worden. Een hele andere dynamiek. Niet minder prettig, maar gewoon anders.
We zijn met zijn vijven en dit is de eerste keer dat we met elkaar samenwerken. Dat is aftasten. Want niet alleen moet je de manier van werken op elkaar afstemmen, ook de meer triviale randzaken vragen om afstemming. Wie wast de handdoekjes en wie doet de boodschappen voor de lunch? Hoe(veel) drinkt men koffie? Wie geeft de voorkeur aan een lichte lunch en op wiens bord wijst alleen de vorm van de berg hagelslag nog op de aanwezigheid van een boterham? En het belangrijkste binnen een klein team; welke grappen vallen goed en welke onderwerpen kunnen beter vermeden worden? Omdat je je in het begin nog zo bewust bent van jezelf, kijk je ook veel kritischer naar de anderen. Over een paar maanden zijn we al zo aan elkaar gewend dat het bijvoorbeeld niemand meer zal opvallen dat ik (bijna) in mijn eentje verantwoordelijk ben voor het opeten van alle dropjes binnen kantoor. En tegen die tijd zullen de schriftjes er niet meer als nieuw uitzien, maar zijn we ongetwijfeld op elkaar ingespeeld als een perfect team.