Heeft u ook een iphone? Na jaren van “crackberry” ben ik een tijdje geleden overgestapt. Niet echt een evenement wat het bespreken waard is, dat weet ik, maar heb even geduld. Trouwens, de mensen in mijn directe omgeving zullen het wel gemerkt hebben aan de soms onbegrijpelijke mails en sms-jes die ze sindsdien van mij krijgen. De autocorrectie van het ding is soms gekmakend. Zeker zij waarmee ik het in Engels correspondeer zullen wel gelachen hebben. Omdat m’n telefoon op Nederlands staat ingesteld, buigt hij doodgewoon Engels om in de meest exotische Nederlandse woorden.
Maar genoeg daarover. Ik begin over m’n telefoon vanwege een app die er standaard op zit: Facetime. U kent die misschien al lang, maar ik heb die pas vorige week ontdekt dankzij m’n 12-jarige dochter die als “digital native” dat soort dingen allemaal weet en snapt. Het is beeldbellen met je mobiel. Elkaar zien terwijl je belt. Net als met skype, maar dan terwijl je over straat loopt.
Even heel leuk, maar al snel merkte ik dat ik me er onwennig en ongemakkelijk bij voelde. Ik hoef je helemaal niet zo nodig te zien als we bellen. Liever niet zelfs. Dat neemt niet weg dat het natuurlijk een pure verrijking en niet te stoppen vooruitgang is. Stel je voor, in plaats van met je telefoon statische plaatjes van de zonovergoten piste te mailen naar jaloerse achterblijvers, laat je ze gewoon via Facetime live meekijken met je afdaling.
Die weerstand tegen Facetime komt omdat ik er niet aan gewend ben. Ik weet niet zo goed hoe ik er mee om moet gaan en dat maakt me ongemakkelijk, dus in plaats van lekker erop los te kletsen hang ik maar snel op.
Ik moest aan Facetime denken vanwege het volgende. Voor dit blog vraag ik soms mensen uit mijn netwerk om input. Het inspireert om te horen of te lezen wat anderen bezig houdt. Een netwerkcollega (thx Maarten) droeg een blog van de site van de Harvard Business Review aan met een pleidooi voor het managen van medewerkers op hun toegevoegde waarde: “value”, in plaats van op de tijd dat ze achter hun bureau zitten: “ facetime”. Aardig artikel, wat kennelijk meer mensen aanspreekt want ik zag het later ook op Linkedin opduiken. In mijn vorige blogpost schreef ik dat het einde van “interim as we know it” nabij is. In deze HBR blog gaat het eigenlijk over hetzelfde: het feit dat we als managers moeten (en volgens mij ook zullen) ophouden onze professionals te beoordelen aan de hand van het aantal uren wat ze zichtbaar achter een bureau zitten. De waarde die ze creëren zal de maatstaf worden.
Het feit dat dat een logische verbetering is lijkt me zo evident dat niemand het er mee oneens kan zijn. Maar net als Facetime op je telefoon zal het enorm wennen zijn. We zijn als leidinggevenden/partners namelijk opgevoed in de gedachte dat medewerkers eigenlijk niet te vertrouwen zijn. Men stuurt vanuit “als ik je niet zie, dan werk je niet”. Hele generaties hebben altijd zo gewerkt. En niet alleen in bedrijven en advocatenkantoren, ook bij de overheid is het op veel plaatsen nog steeds zo.
In sommige opzichten lijkt de overheid als werkgever zelfs nog veel verder te gaan. De overtreffende trap van sturen op aanwezigheid is namelijk het tot op detailniveau voorschrijven hoe een medewerker zijn werk uitvoert. De een enorme berg regelgeving die bepaalt hoe overheidswerknemers hun werk doen kan moeilijk anders geïnterpreteerd worden.
Een goed voorbeeld daarvan is het onderwijs denk ik. Alleen al als ik kijk naar het reilen en zeilen op de basisschool van mijn kinderen heb ik als relatieve buitenstaander toch echt de indruk dat tot ver achter de komma centraal geregeld is hoe elke leerkracht te werk moet gaan en dat weinig aandacht is voor de resultaten van individueel functioneren.
Wat zou bij de beleidsmakers en bewindslieden die dit soort regelgeving ontwikkelen de gedachte zijn geweest? Zou men het zelfs het eigen management niet toevertrouwd hebben om erop toe te zien dat werknemers die met publieke middelen betaald worden hun werk goed doen?
De focus op “hoe” overheidspersoneel te werk moet gaan kan niet anders dan tot problemen leiden, want de flexibiliteit die nodig is om in te spelen op onze snel veranderende samenleving ontbreekt ten ene male. Lastig bezuinigen ook.
Makkelijk praten heb ik natuurlijk. Het is allemaal veel ingewikkelder dan ik me kan voorstellen, maar toch… Een andere benadering van mensen in hun hoedanigheid als werknemers organiseren brengt ons misschien uit evenwicht of geeft een ongemakkelijk gevoel, maar als evident is dat is dat het een vooruitgang en verbetering is, waar wacht je dan op?
Ik ga ook vaker Facetime gebruiken 😉