Gerhard Hoogers is 53 jaar oud. Hij studeerde van 1988 tot 1994 Nederlands Recht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen – wat thans de Radboud Universiteit is – met een specialisatie in het publieke recht en de wijsbegeerte van het recht. Hij promoveerde in 1999 cum laude aan de Rijksuniversiteit Groningen op een dissertatie over politieke representatie waarvoor hij een jaar later de studieprijs van de Stichting Præemium Erasmianum ontving. Hij werkte van 1994 tot 2023 aan de Rijksuniversiteit Groningen, de laatste jaren bij de vakgroep Staatsrecht, Bestuursrecht en Bestuurskunde. Sinds 2012 is hij Honorarprofessor vergelijkend publiekrecht aan de Carl von Ossietzky-Universität Oldenburg. Per 1 december 2023 treedt hij aan als directeur van het Kabinet van de Gouverneur van St. Maarten.
Wat is de beste en wat de slechtste herinnering aan uw rechtenstudie?
Mijn beste herinnering is die aan de avonden, vaak na tentamens, maar ook vaak op een zaterdagavond, dat ik tot diep in de nacht met mijn twee beste studievrienden aan bier en andere versnaperingen zat en de Toestand in de Wereld doornam… Hoe later het werd, hoe meer we het eens waren, of het nu ging over de formatie van een nieuw kabinet of over de vraag of Operatie Barbarossa niet vanuit militair perspectief drie maanden eerder had moeten worden ondernomen. Mijn slechtste herinneringen zijn dat ik aan het eind van die nachten in het begin van mijn rechtenstudie de eindeloze afstand op de fiets terug naar Groesbeek moest, waar ik mijn eerste kamer had. Ik woonde daar geweldig en had erg leuke huisgenoten, die allemaal niet studeerden, maar het was wel ver…
Wat was uw meest en wat uw minst favoriete vak?
Ik was dol op de vakken die door de sectie rechtsfilosofie werden gegeven. Bij die sectie was ik tussen 1990 en 1992 student-assistent en dat vond ik fantastisch. Ik vond ook het grote vak staatsrecht in het tweede jaar geweldig, trouwens. Ik kan soms nog zwetend wakker worden van de herinneringen aan het vreselijke vak ondernemingsrecht in het derde jaar, waar wij ook blootgesteld werden aan het intellectuele eigendomsrecht. Het Wokkelarrest van de Hoge Raad – ik zal het nooit vergeten.
Wie was voor u een inspiratiebron?
Dat was in mijn eerste jaar Desiré Scheltens OFM, die Wijsbegeerte van het Recht gaf, en zeker ook Ben Vermeulen, die toen, meen ik, zijn assistent was. Later waren dat vooral Tijn Kortmann, wiens colleges ik geweldig vond, en Paul Bovend’Eert en Thomas Mertens, mijn twee afstudeerbegeleiders.
Wat zou u achteraf aan uw curriculum hebben veranderd?
Niet zoveel, eigenlijk. Het aardige van de Nijmeegse opleiding in die dagen was dat er geen echte afstudeerrichtingen waren, je moest een beetje zelf een afstudeerpakket samenstellen. Dat beviel me wel en ik heb van mijn ‘pakket’ (rechtsfilosofie, publiekrecht en een beetje strafrecht) eigenlijk nooit spijt gehad.
Wat zou u de huidige generatie studenten aan advies willen meegeven?
Lees. Lees, lees, lees. En dan niet zozeer juridische bronnen (die ook) maar vooral andere dingen. Lees Dostojevski. Lees Shakespeare. Lees Celan. Lees Marx. Lees de Bijbel. Wie het recht wil doorgronden moet iets over de mens begrijpen. Het recht – dat bestaat uit verhalen. Verhalen die mensen elkaar vertellen omdat wij niet anders kunnen dan onze werkelijkheid te begrijpen door middel van verhalen. Wie het verhaal van het recht wil doorgronden, wie de mens wil begrijpen, moet de verhalen lezen die wij elkaar vertellen en verteld hebben. En verder veel lol maken. Niets is belangrijker dan dat…
Hoogers is deze week ook Mr. van de week. Lees hier het interview.