Goed huurverlagingsnieuws voor de sociale-woningcorporatiehuurder

In deze Snelrechtbijdrage twee onderwerpen: licht aan de horizon voor de sociale-woningcorporatiehuurder met een te hoge huur en een verhuurder die door het oog van de naald kroop.
foto: Depositphotos

Uit recent onderzoek van de Rijksoverheid volgt dat een groot aantal huurders met betaalrisico’s kampt: hun huur is, in relatie tot hun besteedbaar inkomen, te hoog. Op 19 december 2022 werd daarom in de Tweede Kamer een voorstel tot wijziging van de Woningwet geïntroduceerd. Deze wijziging zal leiden tot een nieuwe huurprijsverlagingsmaatregel voor uitsluitend huurders van woningcorporaties. Op 21 februari 2023 stemde de Eerste Kamer hiermee in.

Huurders die op 1 maart 2023 een sociale zelfstandige huurwoning van een woningcorporatie huren en een (ten opzichte van hun huishoudinkomen) te hoge huurprijs hebben, komen voor een huurprijsverlaging in aanmerking. Dit geldt voor huurders van wie het huishoudinkomen in 2021 lager was dan 120% van de minimum inkomensgrens (het minimum-inkomensijkpunt) uit de Wet op de Huurtoeslag. In dat geval zijn woningcorporaties verplicht om aan deze huurders, uit zichzelf, voor 1 juni 2023 voor te stellen de huurprijs uiterlijk per 1 juli 2023 te verlagen tot € 575,03 per maand. De woningcorporaties krijgen deze inkomensgegevens desgevraagd van de Belastingdienst. Als een huurder die aan deze criteria voldoet geen verlagingsvoorstel krijgt, dan kan die huurder zich tot de Huurcommissie wenden. Wordt de huurprijs in 2023 verlaagd, dan gelden vanaf 2024 weer de reguliere huurprijsverhogingsregels. 

Huurders van woonwagens en huurders die niet op grond van voornoemde ‘120%-norm’ voor een dergelijke huurprijsverlaging in aanmerking komen, kunnen tot 31 december 2024 zelf een verlagingsverzoek bij de woningcorporatie indienen. Zij komen hiervoor in aanmerking als het bruto-inkomen van hun huishouden gedurende zes maanden voorafgaand aan het verzoek lager is dan of gelijk is aan 60% van de minimum inkomensgrens uit de Wet op de Huurtoeslag is. 

Woningcorporaties zijn verplicht hun huurders uiterlijk 30 april 2023 over deze huurprijsverlagingsmogelijkheid te informeren. 

Dan iets anders. Gemeentes mogen onder omstandigheden besluiten dat een verhuurder enkel tot woningverhuur over mag gaan met een verhuurvergunning. Zo legde de gemeente Schiedam in haar algemene plaatselijke verordening vast dat als de wet- en regelgeving bij woningverhuur structureel wordt overschreden, een verhuurvergunning verplicht kan worden gesteld. Door die structurele overschrijding moeten onder meer huurders worden uitgebuit, onevenredig worden benadeeld of moet de leefbaarheid onder druk komen te staan. 

De gemeente verweet een verhuurder onder andere dat drie huurders bemiddelingskosten moesten betalen en had nog een aantal ondergeschikte (althans ondersteunende) verwijten. De gemeente besloot dat deze verhuurder vergunningplichtig was om tot woningverhuur te mogen overgaan. Hiertegen kwam de verhuurder in beroep. Het verwijt van de bemiddelingskosten werd niet langer gehandhaafd, zodat enkel de ondersteunende verwijten resteerden. De rechtbank Rotterdam stelde vast dat, nu deze resterende verwijten (aldus de gemeente) enkel ondersteunend waren, de gemeente (zonder het verwijt van de bemiddelingskosten) niet zou hebben besloten dat deze verhuurder verhuurvergunningplichtig was. Uit de beleidsregels van de gemeente volgde namelijk dat oplegging van een dergelijke vergunningplicht een ultimum remedium is. Pas als waarschuwingen en bestuurlijke maatregelen niet werken, zou naar dit middel worden gegrepen. De verhuurvergunningplicht hield geen stand.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven