Het wereldwijde belastingplan is niet zomaar uit de lucht komen vallen. Sinds 2017 zijn ruimschoots 135 landen bezig geweest om een wereldwijd belastingplan op te zetten. De fundamenten van dit belastingplan werden in oktober 2020 al langzaam zichtbaar. Het wereldwijde belastingplan zou zich gaan toespitsen op twee pilaren. Voornamelijk de VS is vervolgens deze fundamenten steeds verder gaan uitwerken. De bevindingen van de VS zijn vervolgens gebruikt bij de G7 onderhandelingen. Na deze onderhandelingen is op 5 juni 2021 het wereldwijde belastingplan naar buiten gebracht zoals wij dit nu kennen.
De pilaren
Het wereldwijde belastingplan kent twee pilaren. Deze pilaren laten zien welke doelen het wereldwijde belastingplan precies heeft. De eerste pilaar focust zich op, volgens het belastingplan, eerlijkere regels met betrekking tot de winsttoerekening. De regels voor winsttoerekening zijn enorm van belang in het internationale belastingrecht. Een land kan namelijk alleen heffen over de winsten van een multinational die aan het land in kwestie worden toegerekend. In het huidige systeem is, kortgezegd, de regel dat een land alleen mag heffen over een deel van de winst wanneer de multinational in het land ‘fysiek’ aanwezig is. Het wereldwijde belastingplan wil ervoor zorgen dat fysieke aanwezigheid niet een vereiste is om als land te mogen heffen over de winsten. De andere pilaar ziet juist op het bewerkstelligen van een minimaal wereldwijd belastingtarief van 15%. Op dit moment zijn er landen die een tarief hanteren onder de 15%. Landen lijken een lager tarief te willen gebruiken om zo bedrijven over te halen zich in het desbetreffende land te vestigen. Om te voorkomen dat landen elkaar gaan beconcurreren door middel van het verlagen van het belastingtarief is deze tweede pilaar tot stand gekomen.
Wie worden geraakt door dit wereldwijde belastingplan?
Dit lijken voornamelijk de grote farmaceutische en technologiebedrijven te zijn. De belangrijkste activa van dergelijke bedrijven zijn vaak immateriële activa zoals patenten. Deze immateriële activa zijn makkelijk te verplaatsen naar landen die een gunstig belastingklimaat kennen. Omdat deze bedrijven voor hun diensten vaak niet fysiek aanwezig zijn betalen ze ook niet in alle landen waar omzet wordt behaald daadwerkelijk belasting. Beide pilaren lijken dus voornamelijk dit soort bedrijven te raken. Om te zien wat de daadwerkelijke gevolgen gaan zijn zal men nog geduld moeten hebben. De invoer van een wereldwijd belastingplan is namelijk nog steeds in meerdere opzichten onzeker.
