MHS en Bab zijn investeringsmaatschappijen met een meerderheids- respectievelijk minderheidsbelang in Cordial N.V. (hierna: Cordial) en Turnham N.V. (Turnham). Deze vennootschappen zijn beide houdstermaatschappijen die in een jointventurestructuur leiding geven aan een concern. Enig bestuurder van Cordial en Turnham is Intertrust B.V. (Intertrust).
Intertrust heeft emissiebesluiten genomen waardoor het aandelenbelang van Bab aanzienlijk is verwaterd. Bab verzoekt het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Curaçao om een enquêteprocedure naar het beleid en de gang van zaken bij Cordial en Turnham, met bijzondere aandacht voor de gang van zaken rond de aandelenemissies.
Het hof oordeelt dat uit het onderzoeksverslag (onderzoeker prof. mr. S.M. Bartman) blijkt dat de gang van zaken rond de emissies getuigt van wanbeleid bij Cordial en Turnham, en dat die gang van zaken Intertrust als bestuurder ernstig is te verwijten. Intertrust legde een passieve houding aan de dag en was meegaand met meerderheidsaandeelhouder MHS. Het aandelenbelang van Bab werd door het gedrag van Intertrust onderworpen aan het risico significant te verwateren.
Een door Bab gedaan verzoek om de emissiebesluiten te vernietigen, wordt door het hof afgewezen. Volgens het hof draait het geschil om de vermogensrechtelijke belangen van Bab. Vernietiging van de emissiebesluiten zou niet in het belang zijn van de vennootschappen. Bab gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat het enquêterecht mede strekt ter bescherming van minderheidsaandeelhouders tegen (mogelijk) machtsmisbruik door een meerderheidsaandeelhouder. Daarbij moet het herstel van gezonde verhoudingen in de onderneming van de betrokken rechtspersoon door reorganisatorische maatregelen, zoals het vernietigen van een (emissie)besluit, ook kunnen plaatsvinden als de rechtspersoon daarvan nadeel of hinder ondervindt. Dat is in versterkte mate het geval als sprake is van een jointventurevennootschap (HR 10 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:199, r.o. 3.4.3).
De belangen van Bab en het vennootschappelijk belang van de vennootschappen lopen minder uiteen dan mogelijk gedacht bij het lezen van de bovenstaande zaak. Het vennootschappelijk belang dat centraal staat bij een enquêteprocedure, bestaat ook uit het zelfstandig belang van een vennootschap bij het correct naleven van wettelijke en statutaire normen of normen die mede voortvloeien uit de redelijkheid en billijkheid. Hieronder begrepen (procedurele) normen die zien op een evenwichtige besluitvorming (r.o. 3.4.2). Juist hieraan ontbrak het in deze zaak, met als gevolg niet alleen een inbreuk op de belangen van Bab, maar ook op die van de vennootschappen.