Hoge Raad vernietigt uitspraak hof over moordpoging op Zoetermeerse advocate

De man die was veroordeeld als medepleger van de moordpoging op een Zoetermeerse advocaat, krijgt in cassatie gelijk. Dat de steker dermate gevaarlijk letsel toebracht dat dit viel aan te merken als poging tot moord, betekent niet dat de medeplichtige – zelf bij de aanval niet aanwezig – eveneens opzet op de dood had.

Delen:

HR-ecec0b8e-a0299f76-d866dbb1
De Hoge Raad in Den Haag (foto: Chris van Houts)

Een huiveringwekkend verhaal was het. Een familierechtadvocaat werd in haar eigen kantoor te Zoetermeer bewerkt met een stanleymes door iemand die zich had voorgedaan als potentiële cliënt. De steekpartij had ernstige verwondingen aan hoofd en aangezicht tot gevolg.

Opdracht tot verminking

De aanval vond plaats op bestelling: de uitvoerder moest het slachtoffer verminken. De identiteit van de belager, waarschijnlijk een minderjarige jongen, is onbekend gebleven – net als het motief. Wel werden er twee nauw bij de aanval betrokken mannen aangehouden, waarvan een de opdracht had aangenomen via een PGP-telefoon (geschikt voor versleutelde communicatie). De mannen hadden de steker van Amsterdam naar Zoetermeer vervoerd.

Hoewel het eigenlijke oogmerk verminking was, achtte de rechtbank Den Haag het snijden in het gezicht zo gevaarlijk, dat zij de daad aanmerkte als een poging tot moord. De twee mannen kregen als medeplichtigen straffen opgelegd van acht jaar respectievelijk acht jaar en drie maanden.

Hogere straffen

Het gerechtshof Den Haag deed hier in maart 2021 nog een schepje bovenop en verhoogde de strafmaat: de een kreeg negen jaar, de ander negen jaar en tien maanden. Als sterk strafverzwarende omstandigheid gold het feit dat het slachtoffer een advocaat was: een aanval op de rechtsstaat. Een vergelijkbaar oordeel zagen we eerder dit jaar toen de rechtbank in Almelo twee mannen veroordeelde voor het neerschieten van een Twentse advocaat.

Cassatie

Maar de man die negen jaar en tien maanden kreeg, krijgt in cassatie gelijk van de Hoge Raad. Volgens deze volgt uit het feit dat er contacten waren tussen deze verdachte en de andere betrokkenen, noch dat zij samen naar de Zuid-Hollandse stad waren afgereisd, niet zonder meer dat hij daarmee ook opzet op poging tot moord had. “Het hof heeft aan dat opzet van de verdachte ook geen nadere overwegingen gewijd.”

Mede-opzet?

De Hoge Raad oordeelt dat het opzet van de steker – door het hof wel aannemelijk gemaakt – niet zonder meer valt door te trekken naar de verdachte. Deze was immers niet bij de daadwerkelijke uitvoering aanwezig en het hof had niet vastgesteld dat hij wist van de “geplande aard van het krassen.”

Dat de man vrijuit gaat, is hiermee nog niet gezegd: de Hoge Raad vernietigt de uitspraak en wijst de zaak terug om opnieuw te worden behandeld en beoordeeld.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven