Dat blijkt uit het onderzoeksrapport Maatschappelijk effectieve rechtspraak: een meta-analyse van twaalf evaluatiestudies, gemaakt in opdracht van de Raad voor de rechtspraak.
Laagdrempelig
De Rechtspraak werkt sinds 2016 onder de noemer ‘maatschappelijk effectieve rechtspraak’ (MER) aan laagdrempelige procedures, die meer gericht zijn op het oplossen van problemen dan op het doorhakken van juridische knopen. Het is de bedoeling om hiermee beter aan te sluiten bij behoeften van rechtzoekenden en de samenleving.
Sindsdien zijn tal van pilots bij tal van gerechten opgezet, zoals bijvoorbeeld de spreekuur-, overleg-, buurt-, wijk- en regelrechter, de schuldenfunctionaris, het Huis van het recht Heerlen en de Geïntegreerde aanpak huiselijk geweld. Om de balans op te maken en geleerde lessen op een rijtje te zetten, heeft de Raad voor de rechtspraak een analyse laten maken van twaalf pilots die eerder zijn geëvalueerd.
Sneller toegang
De innovatieve procedures werken over het algemeen goed, is de conclusie. Verschillende van de projecten, zoals wijkrechtspraak of de regelrechter, zorgen ervoor dat mensen sneller en eenvoudiger toegang krijgen tot de rechter, minder op kosten worden gejaagd en een grotere kans hebben dat hun conflict echt wordt opgelost: partijen komen vaak tot overeenstemming. Ook is het met de projecten in veel gevallen gelukt om mensen te bereiken die de weg naar de reguliere rechter moeilijk weten te vinden, en hen zo nodig in contact te brengen met hulpverleners.
Succesfactoren
Volgens onderzoeker Suzan Verberk − voorheen wetenschappelijk adviseur bij de Raad voor de rechtspraak − is de waardering voor de pilotprocedures groot, zowel bij rechtzoekenden als bij professionals. Ze merkt wel op dat dat het succes deels te danken is aan de inrichting van de pilots. De griffiekosten zijn laag, er is een selectiefase vooraf, de zaken krijgen voorrang, voor de zitting wordt veel tijd uitgetrokken en rechters geven partijen veel ruimte, maar begeleiden hen ook krachtig bij het zoeken naar een oplossing. Deze succesfactoren maken dat het soms moeilijk is om van een geslaagde pilot de standaard werkwijze te maken: niet alle zaken kunnen voorrang krijgen en tegen lage kosten worden behandeld.
Kanttekening
Een andere kanttekening is dat de verbeterde toegang tot de rechtspraak voor lang niet alle rechtzoekenden geldt. De pilots behandelen een relatief klein aantal zaken, en niet iedereen komt ervoor in aanmerking: de procedures staan open voor een bepaalde groep rechtzoekenden, een bepaald type zaken en zijn beperkt tot de pilotregio’s.
Aanbevelingen
Verberk doet een aantal aanbevelingen. Een daarvan is om te focussen op het verder uitbouwen van de bestaande pilots bij andere gerechten, en niet op nieuwe pilots. Ook zou het aanbeveling verdienen om de goed werkende principes uit de pilots breder in de reguliere rechtspraak te introduceren. Bijvoorbeeld door het aanbrengen van een zaak eenvoudiger te maken, partijen meer invloed te geven en procedures meer te richten op het bereiken van overeenstemming.