De BHRLA is opgericht, zo laten de kantoren in de oprichtingsverklaring weten, om ‘mensenrechten, leiderschap en samenwerking onder commerciële advocatenkantoren en advocaten over de hele wereld te inspireren en te bevorderen’. Bedrijven hebben de verantwoordelijkheid om mensenrechten te respecteren. Zo staat dat ook in de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGP’s). De BHRLA wil advocaten over de hele wereld ondersteunen als zij commerciële cliënten adviseren over mensenrechtenrisico’s en mogelijkheden bij zakelijke activiteiten. De verantwoordelijkheid om de mensenrechten te eerbiedigen houdt meer in dan alleen afzien van het plegen van of medeplichtigheid aan mensenrechtenschendingen.
Pels Rijcken
De oprichtende leden van de BHRLA zijn commerciële advocatenkantoren verspreid over Australië, Canada, Europa, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Kantoren die een vestiging hebben in Nederland zijn Clifford Chance, Eversheds Sutherlands, DLA Piper, Freshfields, Linklaters en Norton Rose Fulbright. Dat ook Pels Rijcken erbij zit, is niet verwonderlijk: het kantoor van de landsadvocaat heeft sinds eind 2016 een praktijkgroep Business Human Rights (BHR), opgericht door advocaat/partner Martijn Scheltema. Tijdens het congres Integer ondernemen – op 14 september 2017, toen Frank Oranje zo hoog opgaf over transparantie en later genadeloos door de mand viel – vertelde Scheltema al over zijn plannen: hij wilde toen BHR agenderen, in Nederland en internationaal.
Reputatieschade
Op die dag zei Scheltema dat het bedrijfsleven niet meer om mensenrechten heen kan. Mensenrechten hebben betrekking op arbeidsomstandigheden en -veiligheid, kinderarbeid, gedwongen arbeid, milieu en klimaat. Ondernemers, zei Scheltema toen, dragen een bijzondere verantwoordelijkheid voor deze mensenrechten en dienen deze te respecteren. Bedrijven die deze mensenrechten schenden of dreigen te schenden, komen er niet meer mee weg. Activiteiten in dat land kunnen worden stopgezet. Er dreigt reputatieschade en omzetverlies. Aandeelhouders en andere stakeholders worden ontevreden, de waarde van een bedrijf kan kelderen. Maar wie het wél goed doet, aldus Scheltema, wordt er voor beloond. Investeerders en banken geven tegenwoordig rentekortingen als er ‘schoon’ werk wordt geleverd.
Juristen inschakelen
Scheltema haalde die dag een onderzoek aan waarin aan 350 global companies werd gevraagd wat ze doen op het gebied van mensenrechten. De bedrijven die dit door niet-juristen lieten uitzoeken, haalde 29 procent van het probleem boven water. De bedrijven die dit door hun eigen of externe juristen lieten uitspitten, scoorden 74 procent. Niet-juristen zien de mensenrechtenproblemen dus al snel over het hoofd – en als het dan misgaat op dit gebied, dan hang je als bedrijf. ‘Het heeft dus zeker nut om juristen in te schakelen’, vatte Scheltema dit onderzoek samen.
Integer ondernemen
Scheltema pleitte die dag in 2017 voor meer aandacht voor arbeidsomstandigheden, de vrijheid van vakbonden, de positie van klokkenluiders, voor ‘leefbare’ lonen en voor klachtenmechanismen. Aandacht voor mensenrechten leidt tot integer ondernemen, concludeerde Scheltema toen.
Meer informatie is te lezen op de website van BHRLA.