Gefeliciteerd met uw aanstelling. Ben u daar blij mee en waarom?
“Uiteraard, superblij. Het WODC is een fantastisch kennisinstituut waar hele fijne en goede mensen hard werken aan behoud en verbetering van de rechtsstaat. Een grootse doelstelling, maar wel heel belangrijk. Het is dan ook inspirerend om te zien hoe iedereen werkt aan kwalitatief hoge wetenschappelijke kennis, en waar mogelijk op basis daarvan verbeterpunten en denkrichtingen biedt. Wij willen het overheidsbeleid zo evidence informed mogelijk maken.”
U wordt op de website van het WODC gepresenteerd als een ervaren academicus en bestuurder, die de reeds ingezette koers van het kennisinstituut verder kan verstevigen en uitbreiden. Kunt u zich daarin vinden?
“Dat kan ik wel. Ik heb al best het nodige gedaan op bestuurlijke posities; zowel binnen de academie, aan de Universiteit Utrecht, als binnen de KNAW. Dus die benodigde ervaring is er wel. De gekozen koers onderschrijf ik zeker. Dan is het niet moeilijk om je daarvoor in te zetten.”
Het WODC is enkele jaren terug onafhankelijk van het ministerie van Justitie en Veiligheid komen te staan. Was wetenschappelijke onafhankelijkheid voor u een voorwaarde om voor het instituut aan de slag te gaan?
“Die onafhankelijkheid is erg belangrijk voor het WODC. Deze bestaat overigens al langer, en is gegarandeerd. Dus het was niet nodig om op dat vlak voorwaarden te stellen. Ik zocht vooral een nieuwe uitdaging. En dat biedt het WODC als Haags kennisinstituut, met duidelijke relevantie voor en impact op de politiek. Die dimensies waren voor mij een belangrijke reden om te solliciteren.”
U heeft het zelf in uw presentatie op de WODC-site over de soms ingewikkelde politiek-bestuurlijke context waarin het WODC opereert als mooie uitdaging. Wat is die uitdaging precies?
“Die uitdaging zit hierin dat het WODC heel veel kennis levert in een omgeving waarin ook politieke besluitvorming en lastige beleidsvragen spelen. Die kennis en die politieke dimensie hoeven niet altijd op elkaar aan te sluiten. Dan is het zaak dat het WODC als onafhankelijk instituut blijft staan voor onze kennis en die voor het voetlicht blijft brengen.”
De D van WODC is van documentatie in data veranderd. Heeft u verstand van data, want u bent waarschijnlijk opgegroeid tussen de paperassen?
“Ha ha, ja, ik ben nogal van de papierbergen. Tegelijk zie ook ik dat we in een wereld van data leven en dat data economisch en politiek steeds belangrijker en bepalender wordt. Het WODC heeft heel veel dataspecialisten in huis die mij prima door die wereld kunnen leiden. Bovendien hoop ik snel bij te leren. Trouwens, het WODC genereert al ruim vijftig jaar data van allerlei soorten en maten. Dus die naam had ook al eerder veranderd kunnen worden.”
Wat bereikt u het liefst tijdens uw komende periode bij het instituut?
“Meer samenwerking met de buitenwereld, en daaraan gekoppeld ook meer externe zichtbaarheid.”
Heeft u een voorbeeld van iemand in uw werk, tijdens uw loopbaan?
“Op wetenschappelijk gebied Jan Vranken (voormalig hoogleraar rrivaatrecht Tilburg University, red.). Een inspiratie voor velen, ook voor mij, zowel inhoudelijk als persoonlijk.”
Wat is het laatste boek dat u las, en wat vond u ervan?
“De laatstverschenen biografie over Lou Reed. Met als ondertitel: Koning van New York. Ik ben een groot fan, dus dit boek heb ik verslonden. Soms dacht ik wel dat het boek too much detail bevatte. Maar het was heerlijk leesvoer, zo net voor het slapen gaan.”
Met wie zou u in een meerpersoonscel opgesloten kunnen zitten?
“Met mijn vrouw natuurlijk, zij verveelt nooit.”
