Jan-Jaap Oerlemans over cybercrime en nationale veiligheid

Delen:

Jan-Jaap Oerlemans

Mr. van de week is Jan-Jaap Oerlemans. Hij is benoemd als bijzonder hoogleraar op de Leerstoel Inlichtingen en Recht aan de Universiteit Utrecht. Oerlemans gaat zich bezighouden met juridische vraagstukken op het terrein van inlichtingen en veiligheid.

U gaat zich richten op de digitalisering van het werk van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Waarom is dat belangrijk?
In rap tempo digitaliseert het werk van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Elk jaar groeit de beschikbare hoeveelheid informatie. Daarbij kunnen grote hoeveelheden gegevens met software op een zeer gebruikersvriendelijke manier worden geanalyseerd. Dat heeft natuurlijk invloed op het recht op privacy en het recht op bescherming van persoonsgegevens. We moeten nagaan of de wetgeving bijblijft met de ontwikkelingen op dat gebied. Bijblijven betekent voor mij zowel  voldoende bescherming van rechten en vrijheden, als voldoende bevoegdheden voor de AIVD en de MIVD om hun werk op een moderne manier uit te voeren.

De website van de Universiteit Utrecht noemt de kwetsbaarheid van Citrix als een voorbeeld waar cybersecurity de nationale veiligheid raakt. Zijn er meer voorbeelden?
Al enkele jaren staat bijvoorbeeld in het Cyber Security Beeld Nederland dat cyberspionage door statelijke actoren de grootste dreiging vormt op het gebied van cybersecurity. Daarbij kan je bijvoorbeeld denken aan economische spionage door China op de gebieden waar wij specialistische kennis over hebben en zij veel van kunnen leren. Je moet als Nederland een beeld hebben van die dreiging om daar vervolgens maatregelen voor te treffen en als overheid goed op te reageren. Inlichtingen- en veiligheidsdiensten hebben onder andere de taak dat beeld te verschaffen.

U bent gespecialiseerd op het gebied van cybercrime en digitale opsporing. Wat zijn de belangrijkste vragen op dat gebied?
Ik schrijf al 10 jaar over cybercrime en digitale opsporing. In dat werk zie ik veel parallellen met mijn werkzaamheden voor de leerstoel. Veel bevoegdheden in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017 zijn bijvoorbeeld geïnspireerd op de bevoegdheden in het Wetboek van Strafvordering. Ook spelen er bij digitale opsporing soortgelijke vraagstukken als bij inlichtingen- en veiligheidsdiensten, zoals over het gebruik van onbekende kwetsbaarheden bij de uitvoering van de hackbevoegdheid en openbronnenonderzoek op internet.

Wat mij betreft zijn er nog veel te weinig juristen met deze onderwerpen bezig. De leerstoel is een mooie stap om nieuwe kennis te ontwikkelen en over te dragen.

In augustus 2017 publiceerde mr-online een artikel waarin werd gepleit voor aparte kamers voor cybercrime bij de gerechten. U was daar toen een voorstander van. Wat is er van terechtgekomen?
Veel gerechtshoven in Nederland hebben inmiddels een ‘cyberkamer’ ingericht. Door zoveel mogelijk dezelfde rechters zaken te laten doen over cybercrime, kunnen deze rechters de nodige expertise opbouwen. De komende jaren verwacht ik veel meer ‘normale strafzaken’ waar digitaal bewijs een rol speelt. Er blijft dus werk aan de winkel.

AIVD-informatie is vertrouwelijk. De AIVD kan wel een ambtsbericht aan het Openbaar Ministerie sturen als de dienst op strafbare feiten stuit, maar het OM kan vertrouwelijke informatie niet aanvoeren als bewijs in een strafproces. Frustrerend? Is daar een oplossing voor?
Het Openbaar Ministerie moet zelf een onderzoek instellen om te kijken of ze bewijs kunnen vinden voor het strafbare feit waarvan iemand wordt verdacht. Een ambtsbericht kan dienen als startinformatie in een onderzoek. In de praktijk vormt ook de Landelijk Officier van Justitie Terrorismebestrijding een belangrijk schakelpunt tussen de AIVD en het OM. Het OM is gelukkig regelmatig ook succesvol in de vervolging van verdachten voor terroristische misdrijven.

U bent als onderzoeker in dienst bij de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD). Hoe onafhankelijk kunt u opereren?
Mijn werk bij de CTIVD geeft mij zicht op de uitvoering van wetgeving in de praktijk. Dat maakt het eenvoudiger een vertaalslag te maken van de soms abstracte wetgeving en voorbeelden te geven. Dat is iets dat fulltime academici die zich met het onderwerp bezig houden soms missen. Mijn onderzoekswerkzaamheden stem ik niet van te voren af met de CTIVD en ik leg geen stukken ter toestemming voor of iets dergelijks. Mijn dienstverband bij de CTIVD zie ik dus vooral als een toegevoegde waarde.

Als u het voor het zeggen had dan?
Dan is iedereen verplicht two-factor authentication te gebruiken als extra beveiliging voor bijvoorbeeld e-mailaccounts en DigiD. Het is een eenvoudige beveiligingsmaatregel die goed werkt, maar nog te weinig wordt toegepast.

Wat is over u niet bekend, wat wel interessant is?
Of het interessant is, mag u zelf bepalen, maar ik ben een vrij fanatieke gamer. ’s Avonds speel ik regelmatig een mooi strategiespel op mijn ‘game PC’.

Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Google Scholar, rechtspraak.nl en Legal intelligence. Ik lees geen literatuur meer in fysieke tijdschriften.

Welk boek las u het laatst?
Minority report van Philip K. Dick. Het uitstekende verhaal is overigens opvallend kort.

Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Niemand, ik wens niemand toe in de gevangenis te zitten, al is dat soms noodzakelijk en terecht. Het lijkt mij verschrikkelijk dat elke dag door anderen wordt bepaald, samen met die beperkte bewegingsvrijheid (zowel in fysieke als elektronische zin).

Lees meer over:

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven