Juristen zitten ongezond veel, maar nog weinig formeel ‘anti-zitbeleid’

Nederland is Europees kampioen ‘zitten’ en juristen spannen daarbij de kroon. Zitten geldt al een paar jaar als het nieuwe roken – het is ongezond en kan tot hoge zorgkosten leiden. Hebben juridische werkgevers ‘anti-zitbeleid’ om advocaten, notarissen, rechters en OM’ers uit hun bureaustoel te krijgen?

Delen:

foto: Depositphotos

Ruim een kwart van de Nederlanders zit per dag gemiddeld 8,5 uur of langer, zo blijkt uit het recente TNO-rapport ‘Zittend werk: stroomversneller voor de pandemie van leefstijlziekten’. Bij de rest van de Europeanen is dat 11 procent. Meer dan de helft van al dat zitten gebeurt onder werktijd. Juristen maken het daarbij wel erg bont: samen met financieel specialisten/economen en it’ers zitten zij tijdens hun werk het meest: gemiddeld 7,3 uur. Dat is meer dan vrachtwagenchauffeurs.

Nieuw arbeidsrisico

Langdurig zitten geeft meer kans op hart- en vaatziekten, diabetes type 2, depressie en kanker, en zelfs op vroegtijdig overlijden. Het aantal doden dat in Nederland toe te schrijven is aan langdurig zitten schatten wetenschappers jaarlijks op bijna 21.000. De ernstige aandoeningen brengen bovendien hoge zorgkosten mee: naar schatting € 1,2 miljard per jaar. Daar zijn indirecte kosten, door een lagere productiviteit en verzuim van zieke werknemers, nog niet eens in meegenomen. Nu ruim gemiddeld de helft van het zitten tijdens het werk gebeurt, is volgens de onderzoekers sprake van een nieuw arbeidsrisico.

Geen concreet zitbeleid

De werkgever is verantwoordelijk voor een veilige en gezonde werkplek, of dat nu op kantoor, thuis of elders is. Dit brengt ook mee dat hij de mogelijkheden om meer te bewegen faciliteert (zorgplicht); het is aan de werknemer om die ook echt te benutten. Maar doen juridische organisaties dit ook daadwerkelijk? In hoeverre hebben zij concreet ‘zitbeleid’? Mr. vroeg het aan verschillende advocaten/notariskantoren, de Rechtspraak, de Hoge Raad en het Openbaar Ministerie. Een groot deel van de benaderde advocatenkantoren reageerde niet op de voorgelegde vragen. Wellicht omdat ze geen beleid hebben, of dat zij anti-zitbeleid niet als prioriteit zien? Enkele kantoren die wel reageerden lieten weten het onderwerp ‘te klein’ te vinden. Wel wordt ‘voldoende beweging’ meegenomen in bredere interne vitaliteitsactiviteiten, meldt een groot Zuidas-kantoor. Een middelgroot advocatenkantoor geeft aan op dit moment nog na te denken over een ‘zitbeleid’.

Richtlijnen

Het advocatenkantoor DVDW (Rotterdam en Den Haag) heeft evenmin een specifiek ‘zitbeleid’. Wel heeft het kantoor – jaren geleden al – in de interne werkplekinstructie en preventietips richtlijnen afgegeven, zegt HR-adviseur Andrea Blok. “Dit zijn onder meer tips en informatie over de juiste inrichting van de werkplek, een juiste zit-stahouding, het nemen van korte (mini)pauzes en het beperken van het aantal uren ‘schermwerk’.” De medewerkers hebben een zit-stabureau tot hun beschikking. Daarnaast wordt hen eens per jaar – of indien nodig vaker – de mogelijkheid geboden om van een ergonomisch deskundige een persoonlijke werkplek-zitinstructie te krijgen. Ook tussentijds kan hierom worden gevraagd.

Andrea Blok (DVDW)

Naast deze richtlijnen is er wekelijks een trainingsavond onder leiding van een personal trainer, waaraan iedereen kan deelnemen. “Daarnaast gaan veel collega’s – misschien als uitvloeisel van de introductie van de kantoor-ommetjesapp in coronatijd – na de lunch met elkaar naar buiten voor een gezamenlijke wandeling. En in het kantoor in Rotterdam wordt tijdens iedere pauze druk getafelvoetbald. Ook organiseert DVDW regelmatig sportevents en -clinics met en zonder cliënten. We hebben een enthousiaste groep medewerkers die regelmatig deelneemt aan diverse hardloopevents.”

Verder is DVDW dit jaar gestart met de ‘werkgroep Vitaliteit’ om haar al uitgevoerde en lopende activiteiten op het gebied van vitaliteit en duurzame inzetbaarheid meer gekaderd aan te bieden en uit te bouwen en nieuwe activiteiten te ontplooien. Blok: “Een activiteit van deze werkgroep is het doen van een nulmeting ten aanzien van de huidige werkbeleving. De werkplekinrichting en het arbeidsomstandighedenbeleid zijn een onderdeel van de vragenlijst.”

Intrinsieke motivatie

Ook bij Heussen in Amsterdam hebben ze geen expliciet anti-zitbeleid, zegt arbeidsrechtadvocaat Nils van Dijkman. “Wij gaan uit van de intrinsieke motivatie van alle medewerkers op kantoor. Wat wij wel doen is die intrinsieke motivatie bij iedereen proberen te creëren en versterken. Dit doen wij bijvoorbeeld door vitaliteit, zit-gedrag en gezondheid regelmatig te bespreken. Dit kan gebeuren tijdens borrels, maar ook in een kantooroverleg.” Uitgangspunt is dat gezonde, energieke medewerkers beter presteren en meer arbeidsvreugde ervaren, aldus Van Dijkman. “Wij stimuleren dit door onze keuze voor een kantoorlocatie met een inhouse-gym en door ergonomische stoelen aan te bieden, maar bijvoorbeeld ook door het organiseren van een ‘Heussen-Team’ bij de Dam-tot-Dam-loop. We zijn van plan aan nog meer sportevents mee te doen, om daarmee ook het gezamenlijk trainen te bevorderen. Dit leidt indirect tot meer beweging op kantoor en een nog prettigere werksfeer.”

Het kantoor bevindt zich op de tiende verdieping en verschillende partners geven volgens hem het goede voorbeeld door regelmatig de trap te nemen (“en niet alleen in geval van een brandoefening”). Ongeveer een kwart van de medewerkers komt met de fiets naar kantoor, waarvan één regelmatig uit Rotterdam, en zij krijgen daarvoor een reiskostenvergoeding. “Een kleinigheid, maar wel heel belangrijk is ook het impliciete verbod om onnodig naar collega’s te mailen; je wordt geacht naar iemand toe te lopen. Met name het regelmatig onderbreken van de zithouding is daarbij natuurlijk belangrijk.”

Inspirerend

Nils van Dijkman (Heussen)

Medewerkers ergens toe verplichten wil Heussen niet. “Dat werkt in onze visie niet productief en draagt niet bij aan de algehele werksfeer.” Medewerkers hechten aan eigen verantwoordelijkheid en ervaren het gekozen ‘beleid’ als inspirerend, zegt Van Dijkman. “Iedereen kan er op deze manier ook zijn eigen invulling aan geven. De vrijheid om bijvoorbeeld ’s ochtends te sporten en daardoor iets later op kantoor te komen wordt erg gewaardeerd, met als gevolg dat langer doorwerken als dat nodig is ook nooit een discussie zal worden.”

Vooral sinds de Covid-pandemie is er binnen zijn kantoor meer oog voor beweging, in ieder geval is men zich bewuster van het belang ervan, constateert hij. “Medewerkers waren gewend in een thuiswerk-situatie vaker een rondje buiten te lopen. Tegenwoordig gaan de meesten tijdens de lunch ook in groepjes buiten kantoor lunchen, hoewel er een uitstekend bedrijfsrestaurant is in het pand.”

Arbocatalogus

En de Rechtspraak, geldt daar wel een formeel zitbeleid? Hier worden de rijksbrede afspraken en handreikingen gevolgd die zijn opgenomen in de Arbocatalogus van de sector Rijk, meldt een woordvoerder van de Raad voor de rechtspraak. In die Arbocatalogus, die in 2022 is vernieuwd en geldig is tot 2028, staat hoe werkgevers en werknemers samen invulling kunnen geven aan de Arbowet en wat er nodig is aan beleid en hoe arbeidsrisico’s kunnen worden voorkomen, herkend en aangepakt. Ook staat erin welke voorlichting en instructie dat vergt. In de Arbocatalogus staan onder meer afspraken en handreikingen voor beeldschermwerk en werkdruk. Hierbij wordt ook ingegaan op klachten die medewerkers mogelijk kunnen krijgen door langdurig zitten, waarbij verwezen wordt naar een toolkit voor mentaal fit en gezond (hybride) werken. In de catalogus is vastgelegd dat de werkgever verantwoordelijk is voor een ergonomisch ingerichte (thuis)werkplek, en dat het aan de medewerker is om de aangeboden instructies te volgen en klachten te melden.

Eigen verantwoordelijkheid

“Ieder gerechtsbestuur is zelf verantwoordelijk voor de arbeidsomstandigheden binnen het eigen gerecht”, aldus de RvdR- woordvoerder. “De gerechten geven daar dus ook zelf invulling aan. In veel gerechten zijn zit-stabureaus aanwezig om te faciliteren dat medewerkers staand kunnen werken. Ook binnen de Rechtspraak wordt er regelmatig thuisgewerkt. In dat kader kunnen medewerkers een vergoeding krijgen voor het inrichten van hun thuiswerkplek, waaronder het aanschaffen van een zit-stabureau.” Hij wijst erop dat er bij verschillende gerechten ook aandacht is voor het bredere thema ‘vitaliteit’. Voldoende beweging tijdens (en na het) werk staat daarbij ook op de agenda. “Bijvoorbeeld door het organiseren van lunchwandelingen en het aanbieden van bedrijfsfitness.”

Goed werkgeverschap

Deze rijksbrede afspraken en handreikingen, die zijn opgenomen in de Arbocatalogus van de sector Rijk, worden ook door het Openbaar Ministerie gevolgd. “Hybride werken is gangbaar binnen het OM, wat betekent dat medewerkers thuis en op kantoor kunnen werken”, zegt Renske van Geel, manager duurzame inzetbaarheid. “Voor het inrichten van de thuiswerkplek stelt het OM een vergoeding beschikbaar. Daarnaast kan een deel van het individueel keuzebudget worden ingezet om de werkruimte in te richten of te stofferen, of kan geïnvesteerd worden in het verduurzamen van de woning.”

Het OM zet zich in voor professioneel fitte medewerkers, aldus Van Geel. “Dat doen we vanuit goed werkgeverschap. Het OM vindt het belangrijk dat medewerkers actief werken aan hun duurzame inzetbaarheid.” De afgelopen jaren is ingezet op het bevorderen van vitaliteit en gezondheid. Daarom is gebouwd aan ‘FIT’ met de focus op inzetbaarheid in de breedste zin van het woord. FIT bestaat uit vier pijlers: vitaal & in balans (fysieke en mentale gezondheid), ontwikkelen & versterken, samenwerken & communiceren en regelmatig reflecteren en zelf actie ondernemen op je werk en loopbaan. Alle medewerkers en leidinggevenden kunnen gebruikmaken van het cursusaanbod van FIT. “Het aanbod is divers en wordt regelmatig vernieuwd. Er is onder andere aandacht voor effectief pauzes nemen, grenzen herkennen en bewaken, hoe om te gaan met werkdruk, effectief hybride werken en een goede zithouding. Daarnaast kunnen teams zich inschrijven voor diverse trainingen die onder andere gericht zijn op effectief samenwerken, elkaars talenten beter benutten en een teamsessie ‘van teamstress naar work-flow’.” Maar duurzame inzetbaarheid betekent ook dat medewerkers worden gestimuleerd de trap te nemen als ze koffie halen en om niet achter het bureau te lunchen. “En ook om tussen het werk door af en toe even te gaan wandelen. Voor de meeste medewerkers geldt dan altijd wel dat ze bereikbaar moeten zijn.”

Staande werkbesprekingen

Bij de Hoge Raad vindt bij uitstek een groot deel van het werk van de juristen zittend plaats. Zo zei een wetenschappelijk medewerker bij de Hoge Raad in een interview in Mr. in 2020: “Werken bij de Hoge Raad betekent dat je over voldoende zitvlees moet beschikken. Je zit veel achter je pc te lezen en te schrijven.”

Toch heeft de Hoge Raad geen specifiek zitbeleid. “Wel is er een arbobeleidsplan waarin de veiligheid en gezondheid van medewerkers worden beschermd”, zegt een woordvoerder. “En er is een regeling thuiswerken (‘Plaatsonafhankelijk werken’) vastgesteld waarin arbovoorzieningen aan de medewerkers worden aangeboden, waaronder een verstelbare stoel en verstelbaar bureau die voldoen aan de normen van de Arbowet.” Voor de vitaliteit van medewerkers en een gezonde werkplek is zeker aandacht, benadrukt hij. “Zo komt er op verzoek van medewerkers een ergotherapeut langs op de werkplek en ook thuis, om adviezen te geven over de inrichting ervan. Daarnaast zijn er intern ergocoaches opgeleid die medewerkers kunnen helpen bij de standaardinrichting van de werkplek. Op indicatie kan een zit-stabureau worden aangeschaft. Verschillende medewerkers hebben van die mogelijkheid gebruikgemaakt. Daarnaast is er voor geïnteresseerden af en toe een workshop van een ergotherapeut.” Werkbesprekingen vinden regelmatig staand plaats, constateert hij. En ook de Hoge Raad stimuleert medewerkers om in hun vrije tijd te bewegen. “Daarom geeft de organisatie een bijdrage aan het sportabonnement van individuele medewerkers. Ook moedigen we medewerkers aan mee te doen aan de City Pier City-run, die elk jaar in Den Haag wordt georganiseerd.”

Pingpongtafels

Om aan de in Nederland voor volwassenen geldende beweegrichtlijnen te voldoen, moet iemand minstens 2,5 uur per week matig-intensief bewegen, twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten doen, zoals wandelen of krachttraining, en voorkomen dat hij veel stil zit. Door de dag heen regelmatig even het zitten onderbreken en bewegen levert al gezondheidswinst op. Ook voor de jurist is de oplossing vaak vrij simpel: regelmatig even staand of lopend een belletje plegen, zelf – en niet door je collega’s – je koffie of thee halen, niet zittend maar staand vergaderen en tussendoor een bewegingspauze, en een wandelingetje voor, tijdens en na het werk. Een grote verzekeraar doet daar een schepje bovenop en plaatste in al zijn vestigingen pingpongtafels. Een letselschadejurist die er werkt, zegt lachend: “Elke dag speel ik een potje met een collega.”

Meer weten over deze organisatie(s)?

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven