Minister dreigt wetsvoorstel in te trekken: ‘in strijd met hoger recht’

Demissionair minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind heeft gereageerd op het spoedadvies van de Raad van State aangaande twee ingediende amendementen op de Penitentiaire beginselenwet. De minister geeft in zijn reactie aan dat als het wetsvoorstel in zijn huidige vorm door de Kamer komt, het kabinet het voorstel zal intrekken.

Delen:

Foto: Rijksoverheid | Martijn Beekman

De voorgestelde amendementen op de Penitentiaire beginselenwet zien op de mogelijke beperkingen van de communicatie tussen advocaten en gedetineerden in de Extra Beveiligde Inrichting of op een Afdeling Intensief Toezicht. De Kamer wil onder meer auditief toezicht mogelijk maken bij die gesprekken, en wil de communicatiemogelijkheden tussen advocaten en gedetineerde cliënten sowieso aan meer beperkingen onderwerpen.

Weerwind pleit in zijn brief voor meer maatwerk en is van mening dat het tweetal amendementen “in strijd is met het recht op privé- en familieleven in de zin van artikel 8 EVRM”. Het wetsvoorstel is in zijn huidige vorm daardoor onverenigbaar met hoger recht, zo is de minister helder in zijn standpunt. Weerwind werkt nu aan een wijzigingswetsvoorstel waarin hij de amendementen terugdraait, en wil dat voorstel te zijner tijd naar de Kamer sturen.

Advies

Weerwind volgt hiermee het advies dat de Afdeling advies van de Raad van State eerder rondom dit wetsvoorstel uitbracht. Men concludeerde in dat advies dat “beide amendementen een inmenging op de vertrouwelijke communicatie tussen advocaat en gedetineerde vormen en onverenigbaar zijn met de Grondwet, het EVRM en het Unierecht.”

De Raad van State adviseerde daarom het wetsvoorstel te wijzigen en de inhoud van de amendementen daarbij te schrappen. Eerder adviseerde de NOvA ook al negatief over het wetsvoorstel in zijn huidige vorm.

Maatwerk

Die kritiek blijkt nu niet aan dovemansoren gericht. In het nieuwe wetsvoorstel zal minister Weerwind mogelijkheden voor individuele beoordelingen opnemen als het gaat om maatregelen rondom de communicatie tussen advocaten en gedetineerde cliënten. Daarmee lijkt er dus gehoor te worden gegeven aan de wens van onder meer de Raad van State tot meer mogelijkheden tot maatwerk. NOvA sloot zich al bij die wens aan.

“Indien het wetsvoorstel in zijn huidige vorm door uw Kamer zou worden aanvaard zonder dat of reeds voordat tevens het wijzigingswetsvoorstel wordt aanvaard, zal het kabinet zich genoodzaakt zien het wetsvoorstel in te trekken. De strijd tegen de georganiseerde criminaliteit heeft grote prioriteit, maar een wetsvoorstel dat zonder meer onverenigbaar is met hoger recht, kan en wil het kabinet niet voor zijn rekening nemen,” zo besluit de minister zijn brief.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven