Mr. van de dag is prof. mr. Evert F. Stamhuis (Open Universiteit Nederland). Hij is per 1 maart benoemd tot decaan aan de faculteit Rechtswetenschappen van de Open Universiteit Nederland.
Uw faculteit telt 4000 studenten, hoeveel daarvan kent u persoonlijk?
De OUNL is een universiteit, die in principe met afstandsonderwijs werkt. De studenten hebben vooral contact met de decentrale collegae op de studiecentra. Toch ken ik er enkele tientallen, onder meer via de opleidingscommissie, de cursus Voorbereiding Onderzoek, de scriptievoorbereiding en de ontmoetingen op de landelijke studentendag.
Hoe lang doet de gemiddelde student aan de OU over zijn/haar studie?
De overgrote meerderheid studeert in deeltijd. De snelle studenten doen er zo’n zes tot acht jaar over, de minder snelle zo ongeveer tien jaar. Verder wil ik de studenten niet vergeten die geen afstudeertraject voor zichzelf uitstippelen, maar uit pure belanstelling vakken bij ons volgen.
We weten wel zo’n beetje wat uw collega’s in den lande dagelijks doen, maar wat doet u eigenlijk?
Dat vraag ik mezelf ook wel eens af, maar het is tot nu toe toch vrij druk en afwisselend. Als decaan verwacht ik geen grote verschillen met mijn collegae in het land. We zitten te vergaderen, bedenken oplossingen voor problemen en stimuleren processen om de producten van onze faculteiten te verbeteren, aan te passen aan nieuwe omstandigheden of beter aan de man te brengen; en dat alles binnen een veelal krimpend financieel kader.
Wat maakt uw werk bijzonder?
Als academici hebben wij het voorrecht om samen met slimme professionals te mogen werken aan de opleiding en vorming van intrinsiek geïnteresseerde mensen. Dat geldt voor de OU-student nog heviger dan voor de reguliere dagstudent. Verder vind ik persoonlijk de begeleiding van onderzoekers heel stimulerend en inspirerend.
Wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Th.W. van Veen en J. Remmelink zijn voorbeelden voor mij, de eerste als inspirator van technisch-juridisch hoogstaand werken, de tweede als voorbeeld van souplesse en mildheid om de verhoudingen in harmonie te houden.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Art. 350 Sv. Het modelleren van de strafrechterlijke beraadslaging en beslissing is zeer houdbaar gebleken en stimuleert tot heldere onderscheiding van processuele stappen.
Welk wetsartikel het slechtst?
Art. 126o Sv. Hopeloze constructie (“de officier van justitie kan de opsporingsambtenaar bevelen”) en onleesbare gevalsomschrijving.
Wat is het hoogtepunt uit uw juridische carrière?
Ik heb erg genoten van mijn oratie in 2006, maar de betrokkenheid als raadsheer in het Hof Leeuwarden bij de berechting van een overval met dodelijke afloop heeft ook een onuitwisbare indruk gemaakt.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Overheid.nl/OP voor parlementaire stukken, Staatsbladen en dergelijke en Rechtspraak.nl natuurlijk.
Welk boek las u het laatst?
‘Die Vermessung der Welt’ van Daniel Kehlmann (over Gauss en Von Humboldt, wetenschappers met wonderlijke karakters) en ‘Life of Pi’ van Yann Martel (absurd verhaal, prachtig Engels).
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Is het voor twee weken of voor twee jaar? Dat maakt wel verschil. Voor twee weken kan ik allerlei interessante types bedenken om eens mee door te praten. Voor twee jaar zou ik toch kiezen voor mijn echtgenote, het beste gezelschap voor lange tijd.
Weet u een goede Mr. van de Dag? Mail ons: redactie@mr-magazine.nl
