Mr. van de week is Albert Jan van den Berg. Vorige maand won hij de award ‘Best Prepared en Most Responsive Arbitrator’ van Global Arbitration Review (GAR). Het is de derde keer dat hij deze ‘Oscar voor internationale arbiters’ ontvangt. Van den Berg is partner bij Hanotiau & van den Berg in Brussel. Hij treedt op als voorzitter en door partijen benoemd arbiter alsook advocaat in vele international handels- en investeringsarbitrages, waarbij veelal honderden miljoenen dollars op het spel staan. Van den Berg is hoogleraar internationaal arbitragerecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en visiting professor aan de University of Miami School of Law en de Tsinghua University in Beijing.
Alweer een prijs! U bent vast heel trots?
Ja.
U bent een wereldwijd bekend arbiter. Wat maakt u nou zo goed?
Met de aantekening dat ik niet de pretentie heb over alle eigenschappen te beschikken, zijn deze naar mijn mening: (a) het besef dat de meeste zaken voor 80% over feiten gaan, en 20% over het recht; (b) het besef dat je dienstverlener bent die geschillen moet oplossen; (c) kennis van meerdere talen, in het bijzonder Engels, Frans en Spaans (nu ook: Chinees, Portugees en Russisch); (d) niet terugschrikken van cijferwerk; (e) in meerdere landen te hebben gewoond en gewerkt; (f) case management, diplomatie, geduld en uithoudingsvermogen; (g) niet aflatende nieuwsgierigheid voor menselijke, sociale, economische, historische, politieke en technische aspecten; en (h) het besef dat er iedere dag iets nieuws is.
Overal beslecht u geschillen. Van Amerika tot China. Wat is de meest opmerkelijke zaak die ooit heeft mogen doen?
Softwood Lumber tussen de Canada en de Verenigde Staten (2011 en 2012).
Het kabinet wil arbitrage moderniseren. Daartoe ligt nu een wetsvoorstel bij de Raad van State. Is het inderdaad noodzakelijk dat er een slag wordt gemaakt?
Jazeker. Niet in de laatste plaats omdat ik zelf het vuurtje heb aangestookt (zie www.nai-nl.org).
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
De arbitrage die ik, in het kader van ontwikkelingshulp, voor de Beira Port Authority in Mozambique heb gewonnen tegen Nederlandse baggeraars in de 90er jaren. Tijdens de procedure beklaagden zij zich bij mij dat mijn optreden voor Mozambique de Nederlandse belangen zou schaden.
Wat of wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Professor Piet Sanders en Professor René David.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Art. 6 EVRM.
Welk wetsartikel het slechtst?
Art. 40 lid 2, tweede zin, GW (“Voorts is hetgeen de Koning of zijn vermoedelijke opvolger krachtens erfrecht of door schenking verkrijgt van een lid van het koninklijk huis vrij van de rechten van successie, overgang en schenking”). Wij krijgen een moderne Koning (en Koningin) die democratie en transparantie hoog in het vaandel hebben staan. Ik neem dan ook aan dat onze nieuwe Koning geen beroep op deze bepaling in GW zal doen en, als iedere andere Nederlander die erft, erfbelasting zal betalen. Het argument van Premier Rutte dat “Achtergrond van deze vrijstelling is dat de Koning financieel onafhankelijk moet zijn en dat diens vermogen derhalve zoveel mogelijk in tact blijft” (brief aan de Tweede Kamer van 6 oktober 2011) overtuigt niet.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Welk boek las u het laatst?
James Robinson, Why Nations Fail. The Origins of Power, Prosperity and Poverty (2012).
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Met de Bengaalse tijger Richard Parker uit de Life of Pi.
