Mr. van de week is Axel Hagedorn. Begin deze maand is hij benoemd tot bijzonder hoogleraar Duits-Nederlandse rechtsbetrekkingen aan de Universiteit van Amsterdam. De leerstoel is ingesteld vanwege de Stichting Duitsland Instituut. Hagedorn is beëdigd als Duitse Rechtsanwalt en als Nederlands advocaat. Hij is sinds 1997 als advocaat/partner werkzaam bij Van Diepen Van der Kroef. Hij richt zich in zijn werk op het internationaal ondernemingsrecht met een focus op M&A.
Waar gaat u onderzoek naar doen?
Duitsland en Nederland hebben zeer sterke economische relaties en zijn wederzijds top exportpartners. Tegelijkertijd is deze leerstoel voor het eerst in Nederland ingericht, ook dankzij het initiatief van het Duitsland Instituut te Amsterdam. Ondanks deze economische vervlechting is er verhoudingsgewijs weinig rechtsvergelijkend onderzoek. Mijn doelstelling is om een aantal promoties met rechtsvergelijkende onderwerpen te begeleiden om de affiniteit voor de wederzijdse opvattingen en rechtsculturele uitgangspunten te versterken en daarmee meerwaarde te creëren voor de wetenschap, het bedrijfsleven en politieke netwerken.
Uiteraard zal ik vanuit mijn eigen expertise in het ondernemingsrecht dieper rechtsvergelijkend onderzoek willen doen. Ik heb al eerder de Duitse en Nederlandse corporate governance codes vergelijken en wil dit onderwerp graag verdiepen. Daarnaast lijkt mij een structureel onderzoek naar de rechtsgang in beide landen zeer belangrijk. Maar ook meer maatschappelijke onderwerpen zoals wetgeving omtrent structuur van politieke partijen en de wijze waarop zij worden gefinancierd zijn interessant.
Hoe belangrijk is Duits recht voor de Nederlandse juristerij?
Al als jonge jurist heb ik in het buitenland gewerkt. Kennis van andere rechtssystemen vergroot het perspectief en stelt een jurist of advocaat in staat om kritischer naar het eigen rechtssysteem te kijken. Dat brengt relativeringsvermogen met zich mee en biedt ook kansen om creatiever het eigen rechtssysteem te bezien door middel van voorbeelden uit andere rechtssystemen. Ondanks dat Nederland en Duitsland buurlanden zijn, verschillen de twee rechtssystemen behoorlijk. Onlangs hebben prof. Pfann en ik een opiniestuk in het FD gepubliceerd waarin wij hebben aangetoond dat bij toepassing in Nederland van de Duitse regelgeving m.b.t. ontslag van werknemers bij kleine bedrijven tot 10 werknemers, die nagenoeg geen ontslagbescherming inhoudt, ca. 60.000 banen in Nederland zou kunnen opleveren.
In 1994 emigreerde u vanuit Duitsland naar Nederland. Waar moest u het meest aan wennen?
Bij verjaardagen en familiefeesten iedereen te feliciteren. Dit kennen wij in Duitsland helemaal niet.
Als u het voor het zeggen had dan…?
Zou ik de Europese integratie veel positiever op de agenda zetten en de meerwaarde van buitenlanders voor de Nederlandse economie meer naar voren brengen.
Wie is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Ik geniet altijd weer van de discussies met vaklui zoals op ons kantoor. Ervaring leert dat in teamverband te werken je scherp houdt en ook een beter resultaat oplevert. Een stevige juridische discussie komt voor een leek misschien als geneuzel over maar brengt je tot de kern van een zaak.
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Mijn pleidooi bij de grote kamer van het Europees Hof van Justitie in Luxemburg . Dat is een belevenis die je als advocaat slechts zelden kan meemaken. De sfeer in de volle zal met al de simultaan tolken. En vooraf wordt je bij de voorzitter uitgenodigd om kennis te maken.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Laat mij maar een Duitse artikel gebruiken die zo mooi het verschil tussen het Duitse en het Nederlandse rechtssysteem duidelijk maakt.
§ 242 BGB: Der Schuldner ist verpflichtet, die Leistung so zu bewirken, wie Treu und Glauben mit Rücksicht auf die Verkehrssitte es erfordern.
Een Nederlands jurist associeert dit artikel met redelijkheid en billijkheid. Het klopt enerzijds maar anderzijds is de betekenis in Duitsland fundamenteel anders. Vermeldenswaard is dat dit artikel in de Duitse rechtspraktijk amper betekenis heeft. Deze rechtsculturele verschillen maken deze leerstoel zo interessant.
Welk wetsartikel het slechtst?
Moeilijk, er zijn vrij veel wetartikelen die niet te lezen en niet te begrijpen zijn.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
De website van het Europees Hof van Justitie in Luxemburg
Welk boek las u het laatst?
Jonathan Franzen – Vrijheid
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Met niemand!