Mr. van de week is Bruno van Ravels. Vanaf vandaag is hij staatsraad in de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Van Ravels was advocaat sinds 1986 bij AKD en haar rechtsvoorgangers. Sinds 2002 is hij ook hoogleraar Onderneming en Overheid aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Verder was Van Ravels onder meer, sinds 1999, voorzitter van de Besliscommissie van het Schadeschap Luchthaven Schiphol, die zich bezighoudt met de grote hoeveelheid verzoeken om vergoeding van schade als gevolg van besluiten betreffende de luchthaven Schiphol.
Na bijna 30 jaar zegt u de advocatuur vaarwel. Wat gaat u het meest missen?
De advocatuur is een prachtig vak, dat ik met veel plezier heb beoefend. De kern van het vak is en blijft het procederen: het op zo goed mogelijke wijze behartigen van het belang van je cliënt teneinde het daarheen te leiden dat de procedure een voor hem gunstige uitkomst heeft. Als dat lukt is dat natuurlijk bevredigend. Dat zal ik als rechter misschien een beetje missen. Maar het plezier in het doen van een mooie, rechtvaardige uitspraak mag er natuurlijk ook zijn.
Hebt u altijd de stille ambitie gehad om rechter te worden?
Het korte antwoord luidt: neen.
Die ambitie is er niet altijd geweest. En stil in de zin van “stiekem” of “geheim” was die ambitie ook niet echt. Dat neemt niet weg dat ik nu met veel plezier aan deze nieuwe stap in mijn loopbaan begin. Goede, toegankelijke rechtspraak is een belangrijk collectief goed. Het is mooi om daar een bijdrage aan te mogen leveren.
De opmerkelijkste ontwikkeling in het bestuursrecht is…?
Een opmerkelijke en goede ontwikkeling is dat bestuursrechters zich inzetten om geschillen finaal te beslechten. Opmerkelijk (en goed) is ook de invoering van de verzoekschriftprocedure in het bestuursrechtelijk schadevergoedingsrecht; niet het besluitbegrip maar het verzoek staat in die procedure centraal. Wellicht is dit een eerste stap naar meer afwijkingen van het ‘besluit-model’. Een eveneens opmerkelijke, maar minder goede ontwikkeling is de voortdurende drang tot het tot stand brengen van nieuwe wetgeving. Vooral in het omgevingsrecht is die drang wel erg groot en je kunt je afvragen of dat wijs is.
Als u het voor het zeggen had dan…?
werd titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht (nadeelcompensatie) snel ingevoerd (althans wanneer ik het tot het juridische en mijn specifieke expertise beperk).
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Het zijn er enkele: mijn afstuderen, beëdiging als advocaat, enkele uitspraken over zaken die ik heb mogen doen, mijn oratie en mijn beëdiging als staatsraad.
Wie of wat is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?
Een enkele inspiratiebron heb ik niet, maar als ik een instantie zou moeten noemen dan is dat de Nijmeegse rechtenfaculteit, waar ik gestudeerd heb en nu hoogleraar ben. Als ik een persoon zou moeten aanwijzen is dat Peter van Wijmen, mijn oud-patroon: een buitengewoon veelzijdige, enthousiaste , zeer belezen leermeester.
Welk wetsartikel vindt u het slechtst?
Een slecht, maar nog niet in werking getreden artikel is naar mijn mening, onderdeel Ca van de Wet van 31 januari 2013 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met bepalingen over nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsdaad (Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten), Staatsblad 2013, 50. Het gaat mij in het bijzonder om het nieuwe art. 8:6 lid 2 Awb. Dat is een ongelukkige regeling die, zonder goede grond, in nadeelcompensatiekwesties vast houdt aan het vereiste van processuele connexiteit voor zover het de rechtsmachtverdeling tussen de verschillende bestuursrechters betreft. Dat is om verschillende redenen ongelukkig, terwijl daarmee geen enkel probleem wordt opgelost. Dit artikellid leidt er toe dat bijvoorbeeld geschillen omtrent nadeelcompensatie wegens door een bestemmingsplan veroorzaakte schade, anders dan onder het huidige recht, nog slechts in eerste en enige aanleg door de Afdeling beslecht zouden worden.De oplossing is eenvoudig: alsnog schrappen.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
rechtspraak.nl, raadvanstate.nl en rechtsorde
Welk boek las u het laatst?
‘Year Zero: a history of 1945’ (2013) van Ian Buruma heb ik net uit. Een indrukwekkende biografie van een jaar. Buruma beschrijft daarin, aan de hand van onder meer persoonlijke verhalen, dagboeken, en brieven, de wijze waarop de wereld zich poogde op te richten na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Hij betoogt, enigszins tot zijn verbazing, dat er een grote drang was om terug te keren tot het normale en dat velen hun leven voortzetten of voort probeerden te zetten alsof er niets was gebeurd. Ik ben nu bezig met twee biografieën: Wiel Kuster’s biografie van Kees Fens, die onder meer hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde in Nijmegen was (‘Mijn versnipperd bestaan – Het leven van Kees Fens’ 1929-2008 (2014)) en de biografie van J.D. Salinger van David Shields en Shane Salerno (2013).
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Dat wil ik niemand aandoen.