Mr. van de week is Dana Baldinger. Morgen promoveert zij aan de Radboud Universiteit Nijmegen. In haar proefschrift concludeert Baldinger dat de wijze waarop rechters in Nederland asielzaken beoordelen niet geheel in overeenstemming is met het internationale en Europese recht. In 2006 begon ze met haar promotieonderzoek. Baldinger is rechter bij de Rechtbank Amsterdam.
Eindelijk heeft u uw onderzoek afgerond! Was er zoveel tijd (zeven jaar) voor nodig?
Het idee ontstond eind 2006. Het onderzoeksvoorstel was midden 2007 gereed. In totaal heb ik dus iets minder dan zes jaar aan het onderzoek gewerkt want eind 2012 ging de tekst naar de drukker. Die tijd had ik zeker nodig. Ik heb het onderzoek gecombineerd met mijn werk als rechter en een gezin met twee jonge kinderen, wat betekende dat ik vaak ’s avonds en ’s nachts aan het onderzoek zat te werken.
Wat doen de rechters nu precies verkeerd?
Wat ik betoog is dat de eerstelijnsrechters in een lastig parket zitten. Ik heb binnen verschillende rechtbanken (Amsterdam, Den Haag en Den Bosch) samen met collega’s veel asielzaken gedaan en ik kan volmondig zeggen dat al die rechters hard hun best doen om asielzaken goed te bekijken. Moeilijk is en blijft dat de hoogste asielrechter, de Raad van State, een aantal heel strenge – volgens mij te strenge – doctrines heeft ontwikkeld. Er wordt heel veel bewijs gevraagd van de asielzoeker. Als dat er niet komt, is dat meestal fataal voor de zaak. Als hij of zij dan uiteindelijk toch komt met bewijs wordt dat vaak juist om allerlei redenen toch nog buiten de deur gehouden. Bijvoorbeeld omdat het te laat is aangedragen, of niet uit objectieve bron is, of maar een kopie is van een document. Ook mogen rechters de geloofwaardigheid van de verklaringen van de asielzoeker alleen maar terughoudend toetsen. Dat wil zeggen dat zij zich niet een eigen oordeel hierover mogen vormen, maar alleen een redelijkheidstoets mogen loslaten op het standpunt hierover van verweerder, de staatssecretaris. Deze strikte doctrines zijn niet in overeenstemming met het internationale en Europese recht: dat recht eist een onafhankelijk en grondig rechterlijk onderzoek.
Tot welke aanbevelingen komt u?
In mijn proefschrift werk ik een elftal aspecten van bewijs en rechterlijk onderzoek uit: wat verlangt het internationale en Europese recht van de nationale asielrechter? Het voert te ver om die allemaal hier te noemen. In ieder geval zou het goed zijn als de Raad van State de hiervoor genoemde strikte doctrines zou heroverwegen en in overeenstemming zou brengen met het internationale en Europese recht.
Wie was bij het schrijven van uw proefschrift uw bron van inspiratie?
Bij iedere supervisie-afspraak hebben mijn promotores Elspeth Guild en Kees Groenendijk me steeds opnieuw vleugels gegeven om verder te gaan. Mijn man en onze kids noem ik ook: zij hielden me steeds op de been in de afgelopen zes tropenjaren. Voormalige rechters in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens Willy Thomassen en Egbert Myjer gaven mij veel inspiratie tijdens conferenties en presentaties waar zij spraken.
Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?
Alle momenten waarop ik zaken heb geschikt tussen partijen beschouw ik stuk voor stuk als hoogtepunten. Die big smile op de gezichten van mensen bij het einde van de zaak, die opmerkingen: “Bedankt voor al Uw moeite mevrouw de rechter, we zijn eruit, we kunnen eindelijk door met ons leven!” Zelfs in de meest ingewikkelde, akelige vreemdelingenzaken is het me meermaals gelukt om partijen bij elkaar te brengen. Door tijd te nemen en aandacht aan mensen te schenken, goed te luisteren, en samen naar nieuwe wegen en oplossingen te zoeken. Als het dan is gelukt, spring ik zodra partijen de rechtszaal uit zijn een gat in de lucht van blijdschap. Het is prachtig als je als rechter conflicten op deze manier de wereld uit kunt helpen.
Welk wetsartikel vindt u het mooist?
Op dit moment is mijn grote favoriet artikel 47 van het Handvest van de Grondrechten van de EU. Daarin komen veel normen uit verschillende verdragen over een eerlijk proces samen. Die verschillende normen versterken elkaar. Het artikel gaat over de kern van het rechterlijke werk en vormt in feite de brug tussen de rechter en de burger die recht zoekt.
Welk wetsartikel het slechtst?
Ik kan even niets bedenken. Sorry.
Welke juridische website raadpleegt u vaak?
Hudoc, de site van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, Curia, de site van het Hof van Justitie van de EU, PortaJuris.
Welk boek las u het laatst?
Mijn eigen boek omdat ik me goed wilde voorbereiden op de verdediging. Ik ben eerlijk gezegd de afgelopen zes jaar nauwelijks aan het lezen van leuke boeken toegekomen… Of nou, da’s niet helemaal waar: BeckyBloomwood’s “Shopaholic& Baby” toen ik net bevallen was van mijn oudste zoontje (nu vijf jaar oud).
Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?
Zo’n lastige vraag heb ik nog nooit gehad. Ik denk met niemand eerlijk gezegd want mijn dierbaren wens ik natuurlijk geen gevangenisstraf toe. Dan maar liever alleen. Kan ik lekker uitrusten na die zes tropenjaren!