Mr. van de week: Geert Corstens

Delen:

Geert CorstensMr. van de week is Geert Corstens. Op 1 november neemt hij afscheid als president van de Hoge Raad. Zes jaar lang was hij de hoogste rechter van ons land. Daarvoor was hij onder meer raadsheer in de Hoge Raad, hoogleraar strafrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen en officier van justitie in Arnhem. Corstens wordt opgevolgd door Maarten Feteris die nu nog vicepresident in de Hoge Raad is.

Zegt u de juridische wereld volledig vaarwel? Wat gaat u het meest missen?

Er zijn nog enkele nevenfuncties die doorlopen, de meeste niet. Het meest zal ik de raadkamers missen. Dat is altijd het hoogtepunt van de week: mooie debatten over vaak belangrijke kwesties. Zo’n raadkamer is altijd een intellectuele uitdaging.

Wat is de belangrijkste verandering die de Hoge Raad onder uw bewind heeft doorgemaakt?

Dat is de invoering van het selectiesysteem van zaken. Dat maakt het in het bijzonder de strafkamer mogelijk de komende tien jaren goed te blijven functioneren. Daarnaast is de prejudiciële vraagstelling van heel groot belang: feitenrechters kunnen al in een vroeg stadium een civiele rechtsvraag die uitstijgt boven de concrete zaak, aan de Hoge Raad voorleggen.

Kort na het Leeuwarder Manifest schreef u in de NRC een brandbrief over de werkdruk van rechters. Heeft dit geholpen om te voorkomen dat de rechtspraak tot een koekjesfabriek verwordt?

Dat moeten anderen maar beoordelen. In elk geval is de kwestie niet ondergesneeuwd geraakt en in het brandpunt van de belangstelling komen te staan.

Volgens Rvdr-voorzitter Frits Bakker is er geen ontkomen aan dat na 2015 ook de Rechtspraak moet gaan bezuinigen. Bent u bang dat hierdoor de kwaliteit van de uitspraken in het geding komt en de Hoge Raad de ‘rommel’ moet opruimen?

Als ik nu al signalen opvang dat rechters te weinig tijd hebben om het vak goed bij te houden vrees ik het ergste. Politici zouden er verstandig aan doen beter te beseffen dat de interne veiligheid van een land waaronder de rechtspleging ressorteert een van de twee primaire staatstaken is.

Wat is de belangrijkste eigenschap waarover je als hoogste rechter moet beschikken?

Bedachtzaamheid, bezonnenheid. Als rechter leer je al snel dat alle zaken vele kanten hebben. Dat geldt ook voor de cassatierechter. Maar die moet bovendien nog veel meer rekening houden met de precedentwerking van zijn beslissingen.

Welke rechtszaak zal u het meest bijblijven, en waarom?

Lang geleden, in 1981 speelde de zg. Dodewaardzaak. Daarin werden demonstranten vervolgd die te gewelddadig waren geweest bij een grote demonstratie tegen de kerncentrale. Het was een monsterproces waarin ik als officier van justitie het moest opnemen tegen een tiental verdachten en hun advocaten. Dat  was een enorme uitdaging, zowel op juridisch terrein als publicitair. 

Als u minister van Veiligheid en Justitie was dan…?

Dan zou ik stevig inzetten op preventie van criminaliteit bij jeugdigen. En ik zou het onderdeel politie weer terug laten gaan naar het ministerie van Binnenlandse Zaken. Het evenwicht tussen veiligheid en justitie zou daarmee weer hersteld kunnen worden.

Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?

Het presidentschap van de Hoge Raad. Het is een fantastische functie waarin je met allerlei interessante mensen en situaties wordt geconfronteerd en waarin je kunt proberen de idee van de rechtsstaat uit te dragen. En gelukkig kun je als president ook nog bijdragen aan het prachtige rechterswerk. Het is immers een heerlijk vak.

Wie of wat is in uw juridisch bestaan uw bron van inspiratie?

Als eerste noem ik mr. Max Rood, mijn patroon tijdens de advocatenstage. Zelden heb ik zo’n scherpe man meegemaakt. Hij gooide je in het diepe en liet zien hoe je goed en menselijk je vak kunt beoefenen. En als tweede mijn promotor prof. Enschedé, een eerste klas hoogleraar die me heeft geleerd dat je steeds veel oog moet hebben voor de maatschappelijke effecten van de strafrechtspleging. Dogmatiek en doctrine zijn belangrijk, maar maatschappelijke effecten tellen enorm mee.

Welk wetsartikel vindt u het mooist? Welk wetsartikel het slechtst?

De eerste artikelen van de wetboeken van strafrecht en strafvordering: Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane  wettelijke strafbepaling en: Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien. Beide artikelen zijn mooi kort geformuleerd en geven vorm aan onze democratie. Een mooie vorm gaat gepaard aan een krachtige inhoud.

Het slechtste artikel: art. 112 lid 2 van de Grondwet. Dat heeft het niet afmaken van de herziening van de rechterlijke organisatie in Nederland tot nu toe mogelijk gemaakt.

Welk boek las u het laatst?

‘De behouden tong’ van Elias Canetti. Het is het eerste deel van zijn autobiografie. Het begint in Roestsjoek in Bulgarije. Het is waarschijnlijk, zoals meestal bij autobiografieën, historisch onbetrouwbaar. Maar dat doet er niet toe. Het is prachtig geschreven en leert je wat over kinderen en mensen in het begin van de twintigste eeuw. 

Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?

Met niemand. Eindelijk kun je je dan eens terugtrekken. Hopelijk word je niet gestoord voor het ondernemen van zinloze activiteiten.

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven