Mr. van de week: Geert-Jan Knoops

Delen:

Geert-Jan KnoopsMr. van de week is Geert-Jan Knoops. Hij is benoemd tot bijzonder hoogleraar Politiek van het Internationaal Recht aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Knoops zal onderzoek doen naar en onderwijs geven over de politieke dimensie van het internationaal strafhof en internationale tribunalen. Knoops is strafadvocaat en heeft verdachten bijgestaan voor verschillende internationale straftribunalen.

Op dit moment is hij lead counsel in de zaak voor de Prosecutor v. Charles Blé Goudé voor het Internationaal Strafhof in Den Haag. Sinds oktober 2013 is hij visiting professor international criminal law aan Shandong University te China.

Gefeliciteerd met uw benoeming. Een jurist die hoogleraar wordt, maar dit keer niet aan een rechtenfaculteit. Dat is best uniek, of niet?

Nee hoor, want de afdeling politicologie staat zeer dicht tegen het internationaal recht aan. Het kan niet ontkend worden dat de politieke dimensie op het niveau van het internationaal recht veelal meer aanwezig is. Daarom is het goed dat er ook binnen deze afdeling wordt stilgestaan bij de politieke factoren die de werking van het internationaal recht kunnen beïnvloeden. We zien dit regelmatig gebeuren om ons heen; kijk alleen maar naar hetgeen in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties gebeurt. Apart is dat ik in mijn andere leerstoel Internationaal Strafrecht aan de rechtenfaculteit van Shandong, universiteit te China, juist ook op ditzelfde fenomeen stuit. Er lijkt dus sprake van een wederzijde beïnvloeding van deze vakgebieden.

Is er een duidelijke relatie tussen politieke besluitvorming en internationaal strafrechtelijke vervolgingen?

Op het eerste gezicht is deze er niet, want recht en politiek behoren gescheiden te zijn. Echter, in de praktijk van het internationaal recht, in het bijzonder het internationaal strafrecht, kan worden vastgesteld dat bepaalde politieke mechanismen een vervolging op internationaalrechtelijk gebied kunnen beïnvloeden. Denk bijvoorbeeld aan de start van de vervolging bij het Internationaal Strafhof van de voormalig leider van Libië, kolonel Khadaffi, waaraan een resolutie van de VN Veiligheidsraad ten grondslag lag.

En is dat erg, of juist goed?

Je kunt niet spreken in de zin van “erg” of “goed”. Het gaat eerder om de vraag of dit een zuivere gang van zaken is. Strikt juridisch gezien zou dit niet mogen, omdat recht en politiek gescheiden behoren te zijn. De bijzonderheid is echter dat in de praktijk van het internationaal recht deze scheiding tussen recht en politiek veel diffuser is. We kunnen hier kritiek op hebben, maar ik vrees dat dit de realiteit is en zal blijven van het internationaal recht.

Waar komt uw fascinatie voor het internationale recht vandaan?

Ik zal het niet een “fascinatie” willen noemen maar eerder een “gezonde belangstelling”. Ik moet bekennen dat het internationaal strafrecht, met name omdat het nog een betrekkelijk “jonge” wetenschap is als het gaat om het recht van de internationale straftribunalen juist vanwege de relatieve “nieuwheid” intrigerend is. Je kunt op dit gebied zowel als wetenschapper en in de praktijk een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van dit relatief nieuwe rechtsgebied. Daarom ben ik zeer vereerd met deze leerstoel, omdat ik hierin ook mijn ervaring als strafadvocaat werkzaam bij deze internationale straftribunalen kan inbrengen. Zo ben ik op 7 januari jl. nog benoemd om een verdedigingsteam te leiden bij het Internationaal Strafhof in de zaak van een ex minister van Ivoorkust die wegens vermeende misdrijven tegen de menselijkheid terecht staat daar.

Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?

Hoogtepunten in de zin van onuitwisbare ervaringen c.q. gebeurtenissen heb ik gelukkig op meerdere momenten gekend. Mijn vrouw en partner Carry en ik hebben vanaf 1993, toen wij samen een eigen advocatenkantoor begonnen, meerdere voor ons gedenkwaardige zaken mogen doen. Ik denk bijvoorbeeld aan de heropening in de Puttense moordzaak in 2001 waarin wij Herman Dubois en Wilco Viets bijstonden. Maar ik denk ook aan de heropening en rehabilitatie van Ina Post, de vrijspraak van Eric O. (de marinier die in Irak een Irakees zou hebben doodgeschoten), de strafzaak tegen Marco Kroon, de Bonairiaanse herzieningszaak “Spelonk’, waarin wij twee onschuldig veroordeelden bijstonden en hun zaken heropend wisten te krijgen met ons team. Op internationaal strafrechtelijk terrein: het onderdeel zijn van het legal team van Michail Chodorkovski (Russische ex-miljardair die in Rusland wegens politieke redenen werd vervolgd), en het legal team van Salim Hamdan, de chauffeur van Bin Laden wiens zaak leidde tot een baanbrekende uitspraak van het Hooggerechtshof in 2006 (in die zaak was ik legal consultant van de militair advocaat van Hamdan). Zo kan ik er nog wel meerdere noemen…

Wat vindt u het beste wetsartikel dat er is?

29 lid 2 SV; recht om te mogen zwijgen als je verdachte bent, welk recht niet tegen je mag worden gebruikt.

En welke het slechtst?

140 Sr; deelnemen aan criminele organisatie.

Welk boek las u het laatst?

Boek over de ‘rules of procedure and evidence’ van het Internationaal Strafhof…

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Scroll naar boven