Mr. van de week: Ineke van den Berg

Delen:

Ineke van den BergMr. van de week is Ineke van den Berg. Vandaag promoveert zij aan de Universiteit Utrecht op haar proefschrift ‘De gerechtsdeurwaarder: ambtenaar en ondernemer. Ontwikkelingen in de beroepsuitoefening en de gevolgen voor de opleiding’. Van den Berg is hoofddocent privaatrecht en onderzoeker aan de Hogeschool Utrecht c.q. het Kenniscentrum Sociale Innovatie van de Hogeschool. Van den Berg is tevens werkzaam vanuit haar eigen bedrijf met het geven van privaatrechtelijke cursussen aan gerechtsdeurwaarders en juristen. Verder is zij lid van de geschillencommissie van de Stichting Deurwaarders Collectief Nederland.

De in 2001 toegelaten marktwerking heeft niet alleen risico’s met zich meegebracht voor de gerechtsdeurwaarder, maar ook voor de schuldenaar. Kunt u dit toelichten?

De toegelaten marktwerking hield in dat het vestigingsbeleid werd geliberaliseerd en de tarieven voor de opdrachtgevers werden vrijgegeven. De gerechtsdeurwaarder was niet meer gebonden aan zijn eigen arrondissement, maar kon in het hele land optreden. Hij kende daardoor zijn ‘eigen’ schuldenaren niet meer en bij de schuldenaren kwamen sindsdien meer gerechtsdeurwaarders langs om beslag te leggen zonder dat ze dit van elkaar wisten. Door het gevecht om de opdrachtgevers (crediteuren), de manier van contracteren (bonus/malus, no-cure-no-pay) en de soms voorkomende voorfinanciering zijn de verhoudingen verhard. Daarbij komt de toename van de bijzondere bevoegdheden van sommige crediteuren (met name belastingen, waterschappen, gemeenten, provincies en zorgverzekeraars) die andere crediteuren verdringen. Die andere crediteuren zijn vaak MKB’ers die hun vorderingen vaak niet meer kunnen verhalen omdat zij achter in de rij staan.
De meeste crediteuren gaan pas over tot afschrijven van de vordering als alles is geprobeerd om ze geïncasseerd te krijgen: gerechtsdeurwaarders krijgen de opdracht om op alle mogelijke manieren de vordering te incasseren. Naast de grotere afstand tussen gerechtsdeurwaarder en schuldenaar zetten genoemde omstandigheden de verhoudingen onder druk. Ook wordt het voor de gerechtsdeurwaarder moeilijk om de beslagvrije voet goed te berekenen bij gebrek aan informatie. De schuldenaar kan daardoor voor zijn levensonderhoud onder de beslagvrije voet uitkomen. Gelukkig is er steeds meer samenwerking tussen schuldhulpverlening en de gerechtsdeurwaarders en is de beroepsorganisatie (KBvG) actief om oplossingen te zoeken voor de problemen om de uitwassen van de marktwerking in te perken.

Tot welke aanbevelingen komt u?

Mijn conclusies en aanbevelingen zien vooral op de aandacht voor de professionele ethiek en een goede professionele houding in de opleiding, waarbij het ambt centraal staat. De ontwikkelingen laten zien dat het voor de gerechtsdeurwaarder die werkt in een marktgerichte omgeving belangrijk is dat die zelfstandig en onafhankelijk van de opdrachtgevers een oordeel kan vormen. De autonome en de verantwoordelijke positie die de gerechtsdeurwaarders hebben en de overheidsdwang die ze daarbij uitoefenen vereisen dat ook. Hij heeft daarbij kennis nodig van de sociaaleconomische omstandigheden. Daarnaast zou het goed zijn als de KBvG (nog) meer aandacht schenkt aan de grenzen van de ambtsuitoefening en de rol van de gerechtsdeurwaarder in de rechtsstaat.

Er is heel wat gedoe rondom de derdenparticipatie in deurwaarderskantoren. Dit zou de onafhankelijkheid van de deurwaarder in gevaar brengen. Wat is uw visie hierop?

Het belang van de onafhankelijke gerechtsdeurwaarder kan niet genoeg voor het voetlicht worden gebracht. Ook vanuit Europa wordt in de Guidelines van de European Commission on the Efficiency of Justice (CEPEJ) de onafhankelijke en onpartijdige rol van de gerechtsdeurwaarder in de democratische rechtsstaat genoemd. De afhankelijkheid van met name de grote opdrachtgevers is te groot en tast de onafhankelijke rol van de gerechtsdeurwaarder aan. Derden horen vanwege die onafhankelijke rol niet thuis in een deurwaarderskantoor. Ik deel de visie van de staatssecretaris dat de nuloptie wat dit betreft gewenst is.

Wat of wie was bij het schrijven van uw proefschrift uw bron van inspiratie?

Deurwaarder Bram Buik die al jaren deze problematiek aan de orde stelt en al heel snel zag wat de gevolgen waren voor de beroepsuitoefening: namelijk minder aandacht voor de kernwaarden van het ambt. En Michael Sandel die de morele grenzen van marktwerking voor het voetlicht brengt.

Wat is het hoogtepunt in uw juridische carrière?

Hopelijk de promotie.

Welk wetsartikel vindt u het mooist?

Artikel 3:3 BW met ‘aanhangende’ jurisprudentie, omdat het leuk is om les te geven over deze voor de deurwaarderspraktijk belangrijke materie: wat is duurzaam met de grond verenigd en als gevolg daarvan al dan niet onroerend geworden.

Welk wetsartikel het slechtst?

Het nieuwe artikel 3:2a BW, dat stelt dat het dier niet als zaak moet worden gezien maar dat bepalingen met betrekking tot zaken wel van toepassing zijn. Dat is alleen symboolwetgeving en hoort niet thuis in de wet.

Welke juridische website raadpleegt u vaak?

www.rechtspraak.nl

Welk boek las u het laatst?

Ik was en ben in het boek van Paul Verhaeghe (Identiteit) en in het boek van James Salter (Alles wat is) aan het lezen.

Met wie zou u een gevangeniscel willen delen?

Met niemand, ik ben erg op mijn privacy gesteld. Moet ik het delen dan met Martha Nussbaum om te horen hoe zij tot haar inzichten is gekomen.

 

 

Delen:

Het belangrijkste nieuws wekelijks in uw inbox?

Abonneer u op de Mr. nieuwsbrief: elke dinsdag rond de lunch een update van het nieuws van de afgelopen week, de laatste loopbaanwijzigingen en de recentste vacatures. Meld u direct aan en ontvang elke dinsdag de Mr. nieuwsbrief.

Meest gelezen berichten

Van onze kennispartners

Juridische vacatures

Scroll naar boven